Wat heeft de goudjakhals bij ons te zoeken?
Tekst: Frans van der Beek | Goudjakhals, foto: Shutterstock Vladimir Kogan Michael
De aanwezigheid van de wolf in de lage landen houdt de gemoederen danig bezig. Boze boeren haten de rover die voor de lol schapen de strot afbijt. Nu dient zich nog zo’n indringer aan: de goudjakhals. Het dier rukt op vanuit het oosten met de kennelijke bedoeling zich als immigrant in onze natuur te vestigen. Wat doen we me deze viervoetige asielzoeker?
Op 19 februari 2016 is een goudjakhals (Canis aureus) waargenomen op de Veluwe. Het is de eerste ontdekking van deze diersoort in Nederland. Op verzoek van de terreinbeheerder wordt de precieze vindplaats niet bekendgemaakt want dat zou een aanzuigende werking hebben op nieuwsgierige aagjes. De goudjakhals is vastgelegd op een camera. De beelden zijn voorgelegd aan enkele bekende jakhalzen-experts die bevestigden dat het hier inderdaad een goudjakhals betreft. Niemand weet nog waarom de goudjakhals ons land is binnengewandeld. Het kan een ontsnapt of illegaal uitgezet dier zijn of is hij op zoek naar uitbreiding van het jachtterrein? In Europa is de goudjakhals aan een opmars bezig. Aanvankelijk kwam de soort vooral voor op de Balkan en in Griekenland en Turkije. Nu is het dier ook meer naar het westen en noorden aangetroffen, in bijvoorbeeld Italië, Oostenrijk, Zwitserland, Tsjechië, Polen en de Baltische Staten. Ook in Duitsland wordt hij op meerdere plekken gesignaleerd. De meest nabije melding is afkomstig uit de omgeving van Frankfurt. Wel goed opletten want de gelijkenis met een vos is groot.
Rattenjager
De goudjakhals is een middelgrote hondachtige. Met een schouderhoogte van circa 50 cm is de soort groter dan een vos. Op de rug bestaat de vacht meestal uit een combinatie van zwarte, bruine en lichte haren, wat het dier een ruige indruk geeft. De goudjakhals heeft relatief lange poten en smalle voeten. Zijn oren zijn groter dan die van de wolf. Een ander kenmerk is de korte (circa 25 cm), altijd omlaag hangende staart met een zwarte punt. De kleur van de vacht varieert en heeft in het zonlicht een gouden glans waar het dier de naam kennelijk aan te danken heeft. Nu zal je deze jager nooit overdag aantreffen want hij sluipt ’s nachts rond op zoek naar een prooi.
De goudjakhals is een alleseter en jaagt op hazen, konijnen, knaagdieren, reptielen, amfibieën en vogels, maar eet ook vogeleieren, fruit, afval en aas. Een van de lekkernijen is de muskusrat en dat is dan weer een gunstig aspect, want die vormen een plaag en een gevaar voor de dijken. Wat dat betreft is de goudjakhals wel enigszins welkom. Ze slurpen ook ganzeneieren leeg en minder ganzen op het weiland vinden de boeren dan wel weer prettig. We kunnen dus nog niet vaststellen of de goudjakhals nu nuttig of schadelijk is. Wat voor gevolgen de nieuwkomer voor onze natuur heeft is daarom nog moeilijk vast te stellen. Ze zijn in ieder geval minder roofzuchtig dan wolven maar aan de andere kan zal hij een pasgeboren reetje niet versmaden. En een hongerige jakhals moet je liever ook maar uit de buurt van een babywiegje houden…
Eeuwige trouw
Hij leeft in zeer uiteenlopende gebieden en komt voor in onder meer steppen, bossen en moerassen, maar schuwt ook het cultuurlandschap niet. Net als de wolf leeft de jakhals in roedels. Een roedel bestaat uit een monogaam ouderpaar met hun jongen. Dat is een alfapaar dat elkaar een leven lang trouw blijft en ook het nageslacht blijft plakken. Je zou ze familieziek kunnen noemen, maar die aanhankelijkheid is ook wel weer vertederend.
Na twee jaar zoeken de jongen een eigen leefgebied. Jakhalzen jagen meestal alleen, maar op plekken met hoge dichtheden is waargenomen dat jakhals in familieverband jaagt. Jakhalzen communiceren net als wolven over lange afstanden met elkaar door te huilen. Maar dit klinkt hoger en meer keffend en klagend in vergelijking tot een wolf. In april en mei worden de jongen geboren. Jakhalzen kunnen grote worpen voortbrengen, tot wel negen exemplaren, wat bijdraagt aan hun soms snelle uitbreiding. De jongen komen ter wereld in een zelf gegraven hol, een overgenomen vossen- of dassenhol, maar soms ook in een leger in het kreupelhout of ondoordringbare ondergroei.
De goudjakhals is in Europa beschermd onder diverse wetten maar valt niet onder de CITES-afspraken uit 1973 en ook niet onder de CMS uit 1979 (Convention on the Conservation of Migratory Species of Wild Animals). Wel onder de flora- en faunawet voor zo ver deze voor alle inheemse soorten dieren en planten geldt. Er mag niet worden voor het plezier worden gejaagd op goudjakhals omdat de soort niet is opgenomen in de Jachtwet. Schadebestrijding op goudjakhals is alleen mogelijk wanneer de betreffende provincie een ontheffing daarvoor afgeeft. Dat staat nog te bezien als we de situatie in Friesland in aanmerking nemen. Daar willen de boeren dat er een hek om de provincie wordt gebouwd om de wolf te weren. Of dat gaat gebeuren is nog maar de vraag. Als het zover komt is ook de goudjakhals animale non grata in het noorden.