Warme historie
Tekst: Yvonne Koop | Beeld: Efteling
In de mythologie, in de bijbel, in sagen en legenden, in sprookjes… Sinds mensenheugenis komen in allerlei verhalen wel elementen voor van spinnen, weven of breien. Het zijn (volks)verhalen die voor jong en oud interessant zijn. Een idee voor bij het haardvuur?
Of je nu naar de Griekse mythologie gaat of de Noordse: de schikgodinnen kom je bij beide tegen. In de Griekse mythologie heb je Klotho (‘de spinster’, die de levensdraad spon) Lachesis (‘de verdeelster’, die de draad afmat en aldus besliste hoelang iemand nog te leven had) en Atropos (‘de onafwendbare’, die iemands draad afknipte als zijn tijd gekomen was). In de Noordse mythologie komen de schikgodinnen voor het eerst voor in de Edda, een boek met goden- en heldenverhalen. Ze wonen bij een bron aan de voet van de wereldboom, een Es die tot in de hemel reikt. Urd is de oudste en de bewaakster van de bron. Ze draagt de ervaring en wijsheid van het verleden met zich mee. Vernandi is de moeder, zij staat voor vruchtbaarheid en vertegenwoordigt het heden. Skuld is de jongste en gaat over de toekomst en daarmee het einde van de levenscyclus.
Wedstrijd
In de Griekse mythologie heb je ook het verhaal over Arachne, een meisje van eenvoudige komaf dat erg goed kon weven en borduren. Zo goed, dat de mensen zeiden dat het wel leek of ze les had gehad van de godin Pallas Athena. Maar dat pikte de trotse Arachne niet. Wat ze kon had ze zichzelf allemaal aangeleerd.
Deze bewering leidde tot een weefwedstrijd tussen Athena en Arachne. De godin maakte een weefwerk waarop de triomfen van de goden waren afgebeeld. Arachne liet in haar werk juist de ondeugden van de goden zien. Athena kon niet ontkennen dat het werk verfijnder was dan dat van haarzelf en werd woedend. Om aan haar woede te ontsnappen, verhing Arachne zich. Athena wekte haar echter weer tot leven om haar vervolgens te veranderen in een spin. Zo kon ze eeuwig blijven weven.
Nijverheid
Qua sprookjes is er ook genoeg over spinnen en weven te doen. Zoek het verhaal van vrouw Holle maar eens op, de beschermvrouw van spinsters en wevers. Zij maakt de sneeuw door haar kussen uit te kloppen, en lijkt daarmee op Frigg uit de Noordse mythologie: zij spint van de lucht wolken en nevels. Of het verhaal van de zes zwanen, toevallig net als dat van Vrouw Holle uitgebeeld in het Sprookjesbos van de Efteling. Zes tot zwanen omgetoverde broers die alleen gered kunnen worden als het hun kleine zusje Elisa lukt om zes hemden van bos-astertjes voor hun te breien. Tegelijkertijd mocht ze zes jaar niet spreken of lachen. Zou het Elisa lukken om de betovering te verbreken?
Ook in de Bijbel wordt al volop aan nijverheid gedaan, naar het schijnt. Op diverse afbeeldingen komt Maria al spinnend aan een spinnenwiel of met een spinrok voor, terwijl ze van de engel Gabriël te horen krijgt dat uit haar de Messias geboren zal worden. Of het kindje Jezus ook zelf geweven of gebreide kleertjes aankreeg vertelt de legende niet…
Spinnen
Hierop sluit mooi het volgende (kerst)verhaal aan: De spin en het Christuskind. Een grijze spin liep over de vloer van de herberg. “Oh,” gilde de dochter van de herbergier. “Maak dat je wegkomt, lelijk mormel.” “Zou ik werkelijk lelijk zijn?” vroeg de spin zich af, toen hij tegen de muur opklom. “Hoe het ook zij, mijn web is prachtig.” Hij spon een mooi groot web en zocht er een goed plaatsje in om de nacht door te brengen.
Maar de volgende morgen kwam de herbergierster eraan met haar bezem. “Wat! Een spinnenweb in mijn schone kamer!” riep ze. Ze veegde het prachtige web naar beneden en verjoeg de spin. “Daar ga je,” zei ze en joeg hem met haar bezem weg. “Ik kan spinnen met hun lelijke harige lichamen en afschuwelijke lange poten niet uitstaan.”
“Niemand mag me,” jammerde de arme spin, toen hij wegging naar de herbergstal en hij begon een web te spinnen van de ene balk naar de andere. Daar viel niemand hem lastig. De dieren onder hem waren hem eigenlijk dankbaar, omdat hij de vliegen ving, die hen bij warm weer plaagden.
“Nu maak ik me tenminste nuttig,” zei de spin. “Als ik nu ook maar mooi was,” voegde hij er met een zucht aan toe. Maar omdat dat nu eenmaal niet kon, begon hij het fijnste web te spinnen, dat ooit door een spin gemaakt werd.
Schitterend web
De spin werkte er al sinds lang aan, toen er op een nacht grote drukte in de stal onder hem was. Hij hoorde stemmen en zag het flikkeren van lichten. De spin kon niet ontdekken wat er gebeurde, maar ’s morgens keek hij naar beneden en daar zag hij in een van de kribben een teer kindje, waarover zich een mooie jonge vrouw boog, terwijl een oudere man met een vriendelijk gezicht toekeek.
De baby begon te huilen. “Hij heeft het koud,” zei zijn moeder. “Ik heb al het stro dat ik kon vinden over hem heen gelegd, maar het is niet genoeg.”
Dit was de grote kans voor de grijze spin. Met zijn schitterend web, dat zo zijdezacht was als distelpluis en zo warm als wol, kwam hij van de balk naar omlaag en hij legde het aan de voeten van de moeder. Zij pakte het op, legde het over haar baby en stopte het warmpjes om hem heen. Hij hield op met huilen en viel tevreden in slaap.
Engelenhaar
Toen zei Maria, de moeder, tot de kleine grijze spin, die daar trots bij stond: “Grijze spin, welke beloning wil je hebben voor je heerlijk geschenk aan mijn zoon?” “Oh, alstublieft,” zei de spin, terwijl hij zijn voorpoten ineensloeg, “als ik toch alleen maar mooi zou mogen worden!” “Dat kan ik niet doen,” antwoordde Maria, “je moet zo blijven, als de Heer je geschapen heeft. Maar ik zal maken dat de mensen blij zijn je te zien. Als iemand ’s avonds een spin ontdekt, zal hij zeggen: “Aha, dat betekent geluk.'”
En daarom beschouwt men het tot op deze dag als een teken van geluk, wanneer men ‘s avonds een spin ziet. En tot op de dag van vandaag hangen wij tevens op kerstavond lange gouddraden en zilveren ‘engelenhaar’ in de kerstboom ter herinnering aan de kleine grijze spin en het geschenk, dat hij aan het Christuskind heeft gegeven.