Wanneer je kind plots een andere identiteit claimt
Een pleidooi voor een holistische en menselijke aanpak bij gendervragen
Tekst: Gerrie Strik | Beeld: Hermes Postma / Pexels
"Het kwam volkomen out of the blue. Mijn zoon Thomas heeft me onlangs verteld dat hij transgender is. Ik was compleet geschokt en kon het nauwelijks geloven. Als vader wilde ik er zijn voor mijn kind, maar tegelijkertijd voelde ik een diepe bezorgdheid over de snelheid waarmee alles ging en de langetermijngevolgen van de keuzes die nu gemaakt zouden worden."
In een tijd waarin we steeds meer begrijpen over de complexiteit van menselijke identiteit en hersenontwikkeling, worstelen veel gezinnen met vragen rond gender en identiteit. Het verhaal van Hermes Postma illustreert het belang van een duurzame, holistische benadering die rekening houdt met zowel de directe behoeften van het kind als de langetermijngevolgen van ingrijpende medische keuzes.
Hadden we iets gemist?
“Thomas heeft altijd al een alternatieve stijl gehad. Hij ziet eruit als een goth of een rocker, je zou hem zo in Joy Division kunnen zetten. Hij draagt wel nagellak, maar dat is het wel, en zelfs dat doet hij niet op een traditioneel vrouwelijke manier. Hij is niet gender-nonconform en draagt geen rokken of andere vrouwenkleding. Eigenlijk lijkt hij meer op een new wave-bandlid. Ik bleef me maar afvragen waarom hij zei dat hij transgender was. Het voelde enorm vreemd, niet alleen voor mij, maar voor iedereen om ons heen. Ik vroeg me af hoe het kon dat we dit niet eerder hadden opgemerkt. Niemand, ik niet, mijn vrouw niet, de familie niet, onze vrienden niet en de huisarts niet. Het was vlak na twee jaar thuiszitten met corona. Hadden we iets gemist? Ik besloot om een breed familieonderzoek te doen.”
Het adolescente brein
In onze huidige samenleving, waar sociale media en online platforms een steeds grotere rol spelen in het leven van jongeren, zien we een toenemende behoefte aan echte gesprekken binnen gezinnen. De zoektocht naar identiteit wordt beïnvloed door een constante stroom aan informatie, waarbij niet altijd ruimte is voor nuance en zorgvuldige overweging of langetermijngevolgen. Dit is extra zorgelijk omdat we weten dat het adolescente brein nog volop in ontwikkeling is.[1] Het voorste deel van de hersenen, de prefrontale cortex die verantwoordelijk is voor langetermijnplanning en het overzien van consequenties, is pas volledig ontwikkeld rond het 25e levensjaar. Dit wetenschappelijke inzicht roept steeds meer vragen op over de timing waarop van adolescenten wordt gevraagd om onomkeerbare medische beslissingen te nemen.
Postma’s zorgen gaan dan ook gaan verder dan alleen het directe welzijn van zijn zoon. Als vader denkt hij na over de duurzame impact van hormonale behandeling op het gezonde lichaam van zijn kind. “Het gaat niet alleen om de korte termijn. Crosssekse hormonen hebben invloed op bot- en spierontwikkeling, op de vruchtbaarheid, op de seksuele functie, op het cardiovasculaire systeem, maar ook op het romantische leven van je kind in de toekomst. Dit zijn behandelingen die werkelijk op het hele leven ingrijpen, tot in de hoge ouderdom, en die je levenslang tot een patiënt maken. Als ouder vraag ik me af of mijn kind op deze leeftijd de volle reikwijdte van deze beslissingen kan overzien.”
Deze bezorgdheid over de duurzame gezondheid van kinderen wordt versterkt door recente wetenschappelijke inzichten in neuroplasticiteit en identiteitsontwikkeling tijdens de adolescentie.
Het tienerbrein is bijzonder gevoelig voor sociale invloeden en zoekt naar manieren om complexe emoties en ervaringen te verwerken. In deze context is het cruciaal om een balans te vinden tussen het serieus nemen van gendergevoelens en het beschermen van het welzijn op de lange termijn van het kind.
Een ontnuchterende ontdekking
Postma’s ervaring met het zorgsysteem rondom de gendervragen van zijn zoon was niet onverdeeld positief. Er blijkt een fundamentele spanning te liggen tussen snelle interventie en duurzame holistische zorg. Hoewel genderklinieken zeggen families uitgebreid te betrekken bij het diagnostisch proces, was de ervaring van Postma anders.
“Ik had een uitgebreid familieonderzoek gedaan, waarbij acht familieleden en de huisarts waren betrokken. De psycholoog prees deze grondigheid en gaf in het gesprek aan dat hij een gezinskloof had gesignaleerd die een bezwaar vormde tegen medische transitie. Toen ik zijn kantoor verliet, voelde ik me gehoord,” vertelt Postma. “Maar daarna hoorden we niets meer. Na twee maanden – zonder verder contact – vertelde mijn zoon me tot mijn verbijstering dat hij een ‘diagnose genderdysforie’ had gekregen en dat er nu twee ‘affirmatieve stappen’ waren te maken: sperma-invriezing en gezichtsbeharing verwijderen, beide vergoed door de verzekering omdat hij ‘binnenkort hormonen zou krijgen’!”
Deze verrassende uitkomst staat niet op zichzelf. Een andere ouder vertelde:
“Van haar 11e tot 15e worstelde mijn dochter met angst, PTSS en mogelijk ADHD. Ze hoorde over ‘transgender’ door te veel tijd online, schoolbegeleiders die het concept met haar bespraken zonder ons medeweten, en haar leeftijdsgenoten op school. Het was ongelooflijk teleurstellend en verwarrend dat elke professional die ik vertrouwde om onze dochter te helpen naar een meer holistisch zelfbegrip, zich alleen richtte op genderidentiteit. Onze zorgen dat de stress van onze dochter een coping mechanisme was en dat ze werd beïnvloed door sociale besmetting, werden van de hand gewezen. Haar privétherapeut noemde ons ‘niet-accepterende ouders’.”
In de praktijk blijkt dat de familieobservaties worden genegeerd wanneer ze niet ‘gender-affirmatief’ zijn. Klinieken wekken de indruk zorgvuldig te documenteren en naar ouders te luisteren zoals procedureel vereist door verzekeraars. Het valt echter op dat de diagnostische waarde van de ouderanamnese sterk vermindert wanneer ouders de voorgestelde diagnose ‘genderdysforie’ niet onderschrijven. In zulke gevallen wordt de input van ouders vaak terzijde geschoven, waarbij paradoxaal genoeg niet hun inzichten, maar juist hun vermeende ‘niet-accepterende houding’ onderdeel wordt van de diagnostische conclusie: genderdysforie. Postma signaleerde dan ook een schrijnend gebrek aan transparantie over of en hoe familieobservaties worden meegewogen in het diagnostisch proces – en dat wordt helaas door veel bezorgde ouders bevestigd.
Het belang van de familie-enquête
Maar Postma is er de man niet naar om bij de pakken neer te gaan zitten. Als antwoord op deze voor hem toch schokkende ervaring ontwikkelde Postma, samen met een aantal professionele psychiaters van Genspect, een gestructureerde familie-enquête die een meer duurzame aanpak van het oudergesprek mogelijk maakt. Genspect is een internationale organisatie die zich inzet voor een evidence-based benadering van genderzorg. Deze familie-enquête, gebaseerd op de DSM-5-TR, het ‘Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen’, helpt families hun observaties en zorgen systematisch vast te leggen, inclusief aspecten van neurologische ontwikkeling en psychosociale factoren die van invloed kunnen zijn op genderidentiteit. Dat er geen gestandaardiseerde instrumenten bestonden voor de ouderanamnese, terwijl dit in andere sectoren van de geestelijke gezondheidszorg gebruikelijk is, is opmerkelijk. Het is daarom goed dat de nieuwe enquête er nu is.
De familie-enquête omvat een breed spectrum aan observaties: van vroege ontwikkelingspatronen tot recente veranderingen in sociaal gedrag, en van mogelijke bijkomende aandoeningen (comorbiditeiten) die tegelijk met de hoofdaandoening voorkomen, tot specifieke vragen over het diagnostische proces van klinieken. Deze brede benadering past bij een holistische visie op gezondheidszorg, waarbij niet alleen naar symptomen wordt gekeken maar naar het complete plaatje van ontwikkeling en welzijn van een kind op de korte en de lange levenstermijn.
Om de effectiviteit van de enquête te waarborgen, adviseert Postma om de ingevulde enquêtes breed te delen. Hij raadt aan dat ouders deze verstrekken aan de huisarts als uitgangspunt voor gesprek, aan de behandelende kliniek als formele documentatie en aan de verzekeringsmaatschappij voor transparantie.
Luisteren naar alle betrokkenen
“We moeten durven kijken naar de fragiliteit van identiteitsontwikkeling in relatie tot de neurobiologische rijping van onze kinderen,” benadrukt Postma. “Dit vraagt om een aanpak waarin we tijd nemen voor elkaar, waarin we luisteren naar alle stemmen, en waarin we durven erkennen dat snelle medische oplossingen niet altijd de meest duurzame zijn.” De holistische familie-enquête versterkt de transparantie en zorgkwaliteit, omdat genderklinieken erdoor worden aangemoedigd om het perspectief van ouders, familie en vrienden serieus te nemen en zorgvuldig te documenteren.
Deze benadering sluit aan bij een groeiende beweging in de gezondheidszorg die pleit voor een meer holistische benadering in de transgenderzorg, met meer tijd voor gesprekken en psychologische ondersteuning, vooral bij adolescenten wier hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. De recente toename van jongeren die aangeven transgender te zijn vraagt om extra zorgvuldigheid en een beter begrip van de onderliggende factoren.
Zoals Postma concludeert: “Een holistische aanpak betekent dat we verder kijken dan het hier en nu. We moeten onze kinderen beschermen tegen overhaaste beslissingen die hun lichaam en geest onomkeerbaar en levenslang kunnen beïnvloeden. Tegelijkertijd moeten we een veilige ruimte creëren waarin ze hun identiteit kunnen verkennen zonder direct in een medisch traject te belanden. Dit vraagt om geduld, wijsheid en vooral veel liefde.”
Om reden van privacy is de naam van Postma’s zoon veranderd.
De Enquête voor Ouders Familie en Vrienden vind je onder deze link:
https://genspect.org/resources/gender-dysphoria-support-tool/
Voor meer informatie over Rapid Onset Gender Dysforia bij jongens:
https://www.rogdboys.org
Gerrie Strik
Directeur Memoma
https://memoma.nl