Waarnemen en de intelligentie van planten en dieren
Tekst: Bert van Ruitenbeek
Met het corona virus sluiten velen van ons weer een zintuig af. Na de oren via oortjes, de ogen, steeds vaker gericht op het telefoonscherm, zijn nu de mond en de neus aan de beurt. Zo verplaatst de mensensoort zich door de openbare ruimte.
Beetje gechargeerd natuurlijk, maar toch lijkt het een symptoom van onze tijd dat we ons zintuigelijk van de buitenwereld afscheiden met nieuwe technologie en hulpmiddelen weliswaar verbonden in het wereldwijde web, maar steeds minder met onze directe omgeving.
Wat een tegenstelling met de dieren- en plantenwereld. En wat voelt die planten- en dierenwereld dynamisch aan als je goed observeert, barstenvol leven en interactie. Ik ben met stomme verbazing in een boekje aan het lezen genaamd ‘briljant groen’ van Stefano Mancuso over het adaptief vermogen van planten om problemen het hoofd te bieden. Bij het aantal mogelijkheden om te observeren, uit te wisselen en aan te passen dankzij o.a. biochemische analyses van de omgeving lijkt geen einde te komen. Zonder ogen, neus en oren overtreffen de planten ons ruimschoots als het gaat om het kunnen analyseren van omgevingsfactoren als licht, trillingen, zwaartekracht, geur en hierop te anticiperen. 99,5 % van alle biomassa op aarde is plantaardig en als we er als mensen teveel een potje van maken dan is alles wat we hebben gebouwd en gecultiveerd binnen een eeuw volledig overwoekerd.
In 2008 kwam dankzij vogeltrekonderzoeker Theunis Piersma een gezenderde rosse grutto in het nieuws die perfect navigerend non-stop van Alaska naar Nieuw Zeeland vloog in 8 dagen. Inmiddels is er een website waarop u het trekgedrag kunt volgen. www.volg.keningfanegreide.nl Wat wil ik hiermee zeggen? Hoe je het ook benoemd, intelligentie, goddelijk of gewoon evolutionair toeval, de natuur kent een ongelofelijk adaptief vermogen waar we met onze technologie vaak denken dat we de wijsheid in pacht hebben, maar het is die kracht van de natuur, waar we als mens onderdeel van vormen.
En daarmee is een levende landbouwcultuur het meest gediend met boeren en wetenschappers die vanuit waarneming en verbinding betrokken zijn bij alle levensprocessen om die kracht van de natuur niet te beheersen, maar te begrijpen en te benutten. Dat is precies wat biodynamische boeren al bijna 100 jaar doen en wat ze nu kringlooplandbouw of regeneratieve landbouw gaan noemen. Maar pas op voor goedkope retoriek. Neem het niet zomaar voor Waar aan. In de winkel herkent u de producten van deze boeren aan het Demeter keurmerk, en proef! Op de boerderij kunt u het ruiken en waarnemen. Geen zure ammoniaklucht, maar de geur van gecomposteerde mest en zicht op gevarieerde weilanden en akkers.
Kies niet via uw telefoon, maar met uw zintuigen!
Bert van Ruitenbeek, directeur Stichting Demeter
Demeter is het kwaliteitskeurmerk voor
biodynamische landbouw en voeding