Van schuldhulpverlening naar maatschappelijke schuldvereffening
Tekst: Anne van Ginkel / Idee: Henry Mentink | Beeld: Bigstock
Ook de Aarde gaat gebukt onder de schuldenlast van mensen. Ik hoorde ergens het woord schuldhulpverlening en het kreeg meteen mijn aandacht. Schuldhulpverlening is er voor mensen met schulden en die schulden zijn ontstaan in de samenleving. Is die samenleving dan wel goed ingericht om solidair te zijn met iedereen en de Aarde?
Ik zou ‘schuldhulpverlening’ willen veranderen in ‘maatschappelijke schuldvereffening’. We kunnen de markt herbalanceren. Nu is het systeem zodanig ingericht dat de mensen die er geld in stoppen er veel uit krijgen. Mensen die geen geld hebben zien dat en krijgen het verlangen om ook zo te leven. Daardoor gaan ze dingen kopen, of hun problemen weg-eten. Het wordt ze ook nog heel gemakkelijk gemaakt om dat te doen.
Geen bankiersbonussen meer
Neem bijvoorbeeld een verzekering. Ik voel me verantwoordelijk voor mijn eigen handelen en dus neem ik een verzekering, tegen brand of diefstal bijvoorbeeld. Dat doe ik dan, omdat ik bang ben dat ik het niet kan betalen wanneer mij zoiets overkomt.
Verzekeraars verdienen veel geld aan het feit dat iedereen vanuit een angst voor zichzelf zorgt.
Je zou die dingen ook met elkaar kunnen oplossen door een dorpse economie in te richten. Een economie zonder bankiersbonussen.
In Twente heb je het noaberschap, buren die elkaar opvangen als er iets naars gebeurt. Dat is mooi, maar je kunt nog verder gaan. Inventariseer in een dorp of gemeenschap wat iedereen kan. Als er iemand tussen zit die graag brood bakt, het liefst met lokale granen, dan hoeft er dus niemand meer fabrieksbrood te eten. Zo ook met fietsen maken, een moestuin bijhouden of iemand die kan stofferen. Zo zie ik de nieuwe samenleving voor me, het zal er eentje zijn waar veel meer rijkdom is, zeker als je gevoelens van welbevinden ook meetelt als rijkdom. Je houdt in elk geval de bedragen voor de aandeelhouders en bonussen voor bankiers in de gemeenschap.
Met elkaar, voor elkaar
We moeten de samenleving anders inrichten, maar dat kan niet in een keer, we hebben een overgang nodig om hieruit te komen. Zo kom ik op ‘maatschappelijke schuldvereffening’, in plaats van schuldhulpverlening. Dat gaat zo: stel, meneer B. heeft een schuld van € 20.000,-. Dat is heel aannemelijk, op dit moment zijn er in Nederland meer dan 650.000 mensen met een aanzienlijke schuld. Die € 20.000,- hakken we in vier stukken.
Voor de eerste vijfduizend gaan we de 1% mensen aanspreken die veel geld hebben. Die vragen we om geld te storten in een fonds, een fonds om mensen te helpen. Dat gaat lukken, omdat mensen met heel veel geld vaak ook veel verdiend hebben aan anderen, of aan de Aarde. Het is dan prettig om deel van de oplossing te zijn en niet alleen maar van het probleem. De eerste vijfduizend euro schuld van meneer B. wordt hem kwijtgescholden vanuit dat fonds.
Voor het tweede kwart vragen we bedrijven om –delen van- schulden kwijt te schelden. Dat is voor henzelf vaak ook prettig, immers, eindeloos achter geld aan gaan wat er niet is kost tijd, mankracht en energie die je liever zou willen steken in iets positiefs. En vanwege het feit dat we het met de hele samenleving doen. Op die manier is meneer B. nu al de helft van zijn schuld kwijt.
Voor het derde kwart, opnieuw vijfduizend euro, laten we meneer B. in zijn eigen netwerk zoeken. Buren, familie, vrienden, iedereen kan een tijdlang een tientje of vijftig euro storten totdat het bedrag bij elkaar is. Maar mensen die er slecht voorstaan hebben soms zo’n netwerk niet. Dan gaan we zien of we per wijk een soort sleutelfiguur een burgervaderfunctie kunnen geven. Diegene krijgt dan betaald om dingen te organiseren in de wijk om mensen te helpen. Dat heeft meteen als voordeel dat mensen elkaar meer gaan zien. Het lukt vaak ook om geld op te halen voor een goed doel, misschien is een buurtgenoot zelfs een beter voorbeeld van een goed doel. Het zou een broodfonds-idee kunnen zijn: iedereen legt wat in voor degene die het nodig heeft.
Nu heeft meneer B. nog maar een schuld van vijfduizend euro. Het laatste kwart is aan meneer B. zelf. Hij kan nu een baan zoeken of iets verzinnen, want zijn schuld is niet meer onoverkomelijk. Zo zou schuldhulpverlening kunnen gaan.
De samenleving van nu mist de zorg voor elkaar en gemeenschapszin. Maar er is een wereldwijde trend gaande. Overal ontstaan ecodorpen, windcoöperaties en C.S.A.’s (Community Supported Agriculture, een vorm van landbouwbedrijf waarbij de burgers vooraf reeds een bijdrage betalen en in ruil nadien een deel van de opbrengst krijgen). Mensen willen steeds meer in groepen dingen gaan doen, rondom een thema. Daarmee krijgen ze ook veel meer voor elkaar.
Uiteindelijk gaan we toe naar een samenleving waarin we niet meer handelen in grond, bedrijven zijn dan niet meer te koop en zo ontstaat geleidelijk aan een samenleving waarin geen grote schulden meer ontstaan. De Aarde ook blij.