Topsportopleiding Tilburg is een kampioenenfabriek
Tekst: Sjors Beukeboom | Foto’s: Willem de Volder | Grote foto: Friso Emons, Nationale Selectie shorttrack, fotograaf: Bert van Lobenstein
Virgil van Dijk, Frenkie de Jong, Jackie Groenen en tientallen atleten in tal van andere sporten deden hun eerste stappen van hun top sportcarrière in Tilburg. Bij de Topsportopleiding en het Willem II College in Tilburg. Naast de sportieve successen hebben vrijwel alle professionele sporters ook een schooldiploma. Het combineren van sport en school is soms balanceren op een dunne lijn, maar oud-coördinator van de stichting Topsport en Opleiding Frank Leenders weet als geen ander hoe dat moet.
De stichting, die ervoor zorgt dat topsporters in de dop gemakkelijker school en sport kunnen combineren, zorgt ervoor dat er overdag getraind kan worden. “Er is een ongeschreven regel dat 10.000 trainingsuren gemaakt moet hebben om aan je topniveau te komen. Dat redden kinderen niet met drie keer per week trainen in de avonduren”, zegt Leenders. “En als ze vijf keer per week in de avond zouden trainen dan sloop je hun energiesysteem”. Daarom biedt Tilburg met haar partners de trainingen overdag onder schooltijd aan.
Topsport en schooldiploma gaan wél samen
De stichting kwam met het plan om de samenwerking tussen middelbare scholen, opleidingen en sportclubs te verbeteren om vervolgens meer topsporters mét schooldiploma af te leveren. “Het viel de initiatiefnemers op dat het aantal van alle topsporters slechts vijftien procent hun diploma op hun mogelijke niveau haalden. De stichting had het gevoel dat die score omhoog kon”, aldus Leenders.
In het onderzoek dat de stichting deed naar hoe de combinatie van school en topsport verbeterd kon worden, liep het al gauw tegen het wettelijk verplichte aantal lesuren per jaar aan. Dat loste de stichting op door van de woensdag een lange lesdag te maken. “Zo konden we de trainingsuren van de overige doordeweekse dagen opvangen.”
Het resultaat van de inspanningen van de stichting mag er wezen. “Die vijftien procent hebben we omhoog gekregen naar 95%. Dus we leveren nu topsporters af die in sommige gevallen prof worden, maar ook een goede basis hebben voor een maatschappelijke carrière”, zegt Leenders. “Het geheim daarachter? Het sentiment dat de scholieren die topsporter willen worden
zelf hebben.” De voormalig coördinator legt uit: “Een kind met ambitie wil altijd sporten. Als de studieresultaten achter blijven, dan kijken we hoe wie die kunnen verbeteren. In de meeste gevallen grijpen we dan in door het aantal trainingsuren te verminderen. Dat wil geen enkel kind, want dan komt hun topsportdroom in gevaar. Het is als een eigen stok achter de deur”
Vier weken
Volgens Leenders heeft dat in het merendeel van de gevallen resultaat. “Meestal is het een planningsprobleem en hebben scholieren aan vier weken voldoende de tijd om achterstanden in te halen.”
Daarbij is kennis van het kind, communicatie met de ouders, contact met de trainers en feedback van de docenten belangrijk. “We moeten te allen tijde voorkomen dat een scholier alles geeft voor school en dan ook nog gestraft wordt voor zijn studieproblemen. Als na die vier weken blijkt dat de schoolresultaten nog steeds achterblijven, dan kijken we met alle betrokkenen wat de juiste oplossing is.”
Amerikaans model
Volgens Leenders komt het systeem van de stichting niet in de buurt van het Amerikaanse model van het combineren van sport en school. “Nee, want in de Verenigde Staten gaan ze nog veel verder. Daar hebben
scholen en universiteiten hun eigen collegeteams, met studiebeurzen voor scholieren. Dat hebben wij niet. Wij werken samen met bestaande sportverenigingen zoals de Tilburg Trappers, Willem II en de KNSB.”
Leenders is zelf geen voorstander van een Amerikaans model in Nederland. “Het gaat daar vaak om zoveel mogelijk toppers klaar te stomen, zonder daarbij ook op de gevolgen van het ontbreken van een diploma te letten op het moment dat een scholier het hoogste niveau niet haalt.”
Ander Nederlands systeem
Toch is Leenders niet tevreden met het huidige Nederlandse systeem. Er trainen teveel kinderen teveel uren op te late uren bij sportclubs die met vrijwilligers werken. “Als wij willen dat we meer sporters naar het profniveau loodsen, dan moeten we de jeugd meer begeleiding bieden. Er zijn namelijk voldoende vrijwilligers bij sportverenigingen, maar de meeste van hen hebben geen trainingsdiploma.” “We zouden moeten inzetten om die vrijwilligers te begeleiden bij het behalen van een diploma. Zo leert de jeugd sporten en worden ze niet alleen beziggehouden.”
Regionaal en particulier
Daarnaast zou sportkoepel NOC*NSF hun doel als talentontwikkelaar beter moeten invullen, volgens Leenders. “Momenteel richten zij zich alleen op de top-acht van iedere sport. Iedereen die daar net buiten valt, krijgt nauwelijks ondersteuning. Dat terwijl 75% van de olympische medailles die Nederland haalt voortkomen uit particuliere initiatieven uit de regio, zoals wij.”
Omdat regionale initiatieven zoveel succes hebben en Stichting Topsportopleiding Tilburg inmiddels een flinke reputatie opgebouwd heeft, blijft de oud-coördinator op de achtergrond zich inzetten voor scholieren. “Oud-volleyballer Geert Toemen en oud-hockeyer Arjen Lodewijks zijn tegenwoordig de coördinatoren”, aldus Leenders. “Ze zijn nu verantwoordelijk voor de nauwe samenwerking met de sportverenigingen.”
Virgil van Dijk
En dat aantal sportverenigingen is groot. De stichting heeft namelijk in allerlei takken van sport profs helpen doorbreken. Zo hebben verschillende profwielrenners gebruik gemaakt van de verrichtingen van de stichting, zijn er verschillende golfers, synchroonzwemmers, tennissers en hockeyers die in Tilburg school en sport gecombineerd hebben.
De afgelopen tijd kwam het initiatief van oud-coördinator Leenders in het nieuws dankzij de verrichtingen van Virgil van Dijk, de EUFA voetballer van het jaar, voor Messi en Ronaldo… En ook hebben voetballers Frenkie de Jong, Daniëlle van de Donk en Jackie Groenen ook hun studie- en sportachtergrond in Tilburg.
Tilburg Trappers is het Nederlandse ijshockey ontgroeid
Het opvallendste voorbeeld is de succesvolle samenwerking met IJshockeyvereniging Tilburg Trappers. Zo goed als het voltallige team, evenals de nationale ijshockeyselectie, heeft sport en school gecombineerd bij de stichting in Tilburg.
Leenders: “De Tilburg Trappers zijn door de jaren heen het Nederlandse ijshockeyniveau ontgroeid. Ze spelen nu in de Duitse competitie. Ons doel met hen is om jong talent door te laten stromen naar het eerste team.”
Brabantse shorttrack binnen acht jaar van nul naar nationaal team.
Tilburg Trappers is een erkende topclub. Maar hoe kan de stichting ook kleinere sporten wat bieden? De schaatssport bewijst dat ook daar mogelijkheden liggen zegt Willem Fabel, coördinator schaatssport in Tilburg. “Het draait gewoon om trainingsuren maken”.
“In Noord-Brabant was het shorttrack tot 2010 vrijwel afwezig. Alle toppers kwamen uit Zuid-Holland en Friesland. Na de bouw van de Ireen Wüst-ijsbaan namen we heel snel het initiatief om samen te gaan werken met de Topsportopleiding. Chris Witty, Olympisch kampioen, werd aangetrokken en later werkten we met de huidige USA bondscoach Wilma Boomstra. Onze filosofie is altijd geweest om breed op te leiden, en zowel langebaan als
shorttrack aan te bieden. Inmiddels doen de Brabanders niet onder voor de Friezen en Zuid-Hollanders”, aldus Fabel.
Fabel: “Net als de andere sporten bieden we de trainingen overdag tijdens of meteen na schooltijd aan. Die uren moet je gewoon investeren om de basistechniek onder de knie te krijgen. Friso Emons (21) is de eerste rijder die de nationale shorttrack ploeg bereikte. Hij kwam als brugklasser bij ons binnen. Inmiddels rijden er sinds dit seizoen al drie Brabanders in Team NL en er volgen er snel meer”, voorspelt Fabel.
Sportsucces van de pupillen die hij vroeger begeleidde doet Leenders nog steeds vreugd. “Ik ben zo trots op die meiden en jongens dat ze die successen bereiken. Ik ken ze allemaal persoonlijk en ze weten dat ik hen blijf volgen. Sommigen waarderen dat en zijn ook bereid soms terug naar school te komen. Ze zijn echte rolmodellen voor de scholieren van nu.”