Stoere vlinder
Tekst: Frans van der Beek | Beeld: Bigstock
Met gehavende vleugels trof de Spaanse entomoloog Gerard Talavera de distelvlinders aan op het strand van Frans-Guyana. Ze waren duidelijk nog aan het uitpuffen van hun ongelooflijke reis.
Talavera had nog geen idee hoeveel kilometers die vlinders net hadden afgelegd. In eerste instantie was hij verrast dat hij daar distelvlinders zag. Hij had wel gehoord dat mensen ze daar hadden gezien, maar kon dat bijna niet geloven. Deze oranje vlinders met zwarte vlekjes komen bijna overal ter wereld voor, maar niet in Zuid-Amerika. Toch telde hij er tien op dit strand.
Zonder pitstops
Gerard was vastbesloten uit te zoeken hoe zij na een extreem lange vlucht over de oceaan hier waren terecht gekomen. Dat de vlinders voldoende energie hadden om die vlucht zonder pitstops vol te houden, is een resultaat van efficiënt gebruik maken van de wind. Ze zweven een belangrijk deel van hun vlucht, en proberen niet te veel te fladderen. Zonder de wind hadden de vlinders niet meer dan 780 kilometer kunnen vliegen zonder op te branden, schrijven de onderzoekers. Rugwind of niet, het blijven super stoere vlinders!