Spieken bij de natuur
Miljarden aan innovatie gratis beschikbaar
Tekst: Frans van der Beek
De natuur is de uitvinder van de mens. Alles wat we aan technologie willen ontdekken is daar te vinden. Dat is de interessante conclusie van Ylva Poelman, expert in bionica, in haar fascinerende boek ‘De natuur als uitvinder’. Aan het vernuft van de natuur kunnen wij als mens niet tippen, maar we kunnen er wel veel van leren.
Bionica maakt gebruik van biologische techniek (dus uit de natuur) als bron voor onconventionele ideeën voor de techniek die we als mens kunnen gebruiken. De natuur is al bijna vier miljard jaar ‘in bedrijf’ en ligt dus ver op ons voor als uitvinders. Bionica levert daarom aanzienlijke efficiencywinst. Dat levert meer dan vijftig procent energie- en materiaalbesparing op. Innovatie is een kwestie van zoeken, proberen, vallen en weer opstaan. De natuur heeft daar intussen zoveel ervaring mee en past zich voortdurend aan nieuwe omstandigheden aan.
Het boek van Ylva Poelman vertelt hoe de natuur dit doet en is vooral een les in bescheidenheid. Het menselijk ras is geneigd de natuur naar zijn hand te willen zetten, maar het is veel verstandiger te achterhalen wat biologische techniek in huis heeft en hoe we dat kunnen toepassen. ‘De natuur als uitvinder’ presenteert legio voorbeelden. Bionica stroomlijnt dit proces door gericht te zoeken naar bestaande oplossingen in de natuur en deze te vertalen naar menselijke techniek. Poelman: “Steeds meer dringt het besef door dat meer van hetzelfde niet de oplossing gaat brengen voor de aaneenschakeling van de crises in de afgelopen decennia, en voor de crises die nog op de loer liggen.”
Bionica zoekt naar bestaande oplossingen in de natuur en vertaalt ze naar de menselijke techniek.
Op weg naar een kantelpunt
We kunnen het boek dus ook lezen als reddingsboei voor mens een aarde. We zijn hard op weg naar een kantelpunt wat betreft het klimaat en de ecosystemen. “Het oplossen van de huidige uitdagingen en het veiligstellen van een goede toekomst voor de komende generaties zijn vooral een kwestie van mentaliteit: het anders willen doen. Daar de noodzaak van inzien en niet denken ‘het zal mijn tijd wel duren’. Duurzaamheid speelt daar per definitie een rol in. De natuur is daarvoor een geweldige inspiratiebron, want ze is er immers de uitvinder van. De natuur streeft niet naar maximale winst, laat staan roem, rijkdom of macht, voor individuele soorten, maar naar een optimale situatie voor het geheel en een zo groot mogelijke veerkracht om klappen op te vangen,” aldus de auteur.
Eyeopener van jewelste
De hoofdstukken in het boek hebben titels als ‘Het overleven van de energiezuinigste’, ‘Minimalistische bouwmeesters’, ‘Doorbraakinnovaties uit de natuur’, en ‘Dierlijk gedrag als inspiratiebron’. De informatie is een eyeopener van jewelste. In de natuur bestaan heel slimme technieken voor voortbewegen, boren, filteren, pompen, isoleren, vasthechten waarnemen, repareren en beschermen. Kortom alles waar wij als mens mee gediend zijn. Maar we willen het zelf ontdekken, omdat we geneigd zijn onze eigen intelligentie boven die van de natuur te stellen. En dat is dom. Het zou andersom moeten zijn.
Ylva Poelman studeerde theoretische natuurkunde en sterrenkunde, maar de verwondering over en de bewondering voor de natuur liet haar nooit los. “Elk voorjaar verbaas ik me weer over haar veerkracht wanneer alle schijnbaar dode of verdwenen planten en dieren weer tot leven of tevoorschijn komen,” schrijft ze. “Aan de andere kant ben ik gefascineerd door wetenschap, techniek en innovatie, het nieuwe en onconventionele. Bionica bevindt zich op het snijpunt van deze interesses.”
Het tandwiel is geen vinding van de mens: de piepkleine cicade beschikt er al veel langer over.
Bacterie vond wiel uit
Poelman geeft boeiende voorbeelden. De natuur heeft niet alleen tangen, radiateurs, zwemvliezen helikopters uitgevonden, maar ook allerhande auto-onderdelen, zoals motoren, tandwielen, explosies en zelfs het wiel. Voor dat laatste voert ze de bacterie op die zich met zweepstaarten voortbeweegt. Dat zijn minuscule haartjes die op ‘assen’ zijn gemonteerd en worden aangedreven door een motortje, Dat motortje is een complex molecuul dat protonen als brandstof gebruikt en zo kan de zweepstaart tot wel duizend toeren per minuut halen. Bovendien kan de draairichting van de as onmiddellijk veranderen, van linksom naar rechtsom, of andersom. Dat geeft de bacterie een grote beweeglijkheid.
Ook het tandwiel is geen vinding van de mens: de piepkleine cicade beschikt er al veel langer over. De cicade heeft een enorme sprongkracht en kan daarmee tot 140 keer zijn lengte springen. Tandwielen in de achterpoten grijpen vlak voor de sprong in elkaar om de poten te coördineren zodat ze tegelijkertijd afzetten. Of neem de bombardeerkever die explosies gebruikt om vijanden af te schrikken.
Het is verleidelijk om nog meer van die fantastische vindingen in de natuur te citeren. Deze ruimte is te beperkt. Ylva Poelman gebruikt er 227 bladzijden voor. Het boek leert ons minder oppervlakkig naar de natuur te kijken, maar vol respect het hoofd te buigen en te beseffen dat de natuur niet zonder reden onze Moeder wordt genoemd.
De natuur als uitvinder, Ylva Poelman, Uitgeverij Carrera, ISBN 9789048825417 € 19,95