Top

Rob Scholte keert beelden binnenstebuiten

‘Ik behoud graag wat we al vervaardigd hebben omdat ik me stoor aan de wegwerpmaatschappij.’

 

Tekst: Ivonne de Thouars

Na 14 jaar mediastilte is kunstenaar Rob Scholte weer volop in beeld. In zijn voortdurende queeste ‘Nieuwe betekenis te geven aan bestaande beelden’ wil hij met het Rob Scholte Museum het oude postkantoor van Den Helder voor de sloop behoeden. Hiervoor haalt Scholte zelfs de media uit de ban.

Druk telefonerend over de politieke status van ‘zijn’ postkantoor, zoomt kunstenaar Rob Scholte op zijn pc in op de foto die in de komende Esquire zal verschijnen, een zwart/wit portret van de kunstenaar en zijn beeldschone vrouw Lijsje. We spreken Scholte een dag voordat zijn gesprek met Frenk van der Linden op televisie wordt uitgezonden. Hij heeft de gemonteerde versie niet vooraf gezien. “Ik wil de media gewoon weer vertrouwen. Of dat verstandig is, moet blijken.”

 

Uit de luwte

scholte 1

Fotograaf: Sjoerd Venema

Veertien jaar lang heeft Scholte de media gemeden. Geïrriteerd door de wildste speculaties in de media over de motieven achter de nooit opgeloste bomaanslag waardoor Scholte in 1994 beide benen verloor. Zijn museum, zijn wil om zijn omvangrijke kunst- en boekenverzameling en zijn ideeën te delen, hebben hem weer in de schijnwerpers gebracht. “Nee, ik was niet liever in de luwte gebleven, het voelt veel natuurlijker om weer in beeld te zijn. Als je een idee te delen hebt, moet je dat ook doen.”

Rob Scholte veroverde begin jaren tachtig als angry young man een stevige positie in de Nederlandse en internationale kunstwereld. In het Huis Ten Bosch Resort te Japan werkte hij aan een immense wand- en plafondschildering dat hij na het bomincident voltooit in een omhoog getakelde rolstoel. Het volgende jaar verhuizen Lijsje en hij naar Tenerife, waar hij in 2000 tot mediastilte besluit.

In 2003 keren ze terug naar Nederland en woont Scholte in Bergen (N.H.) in zijn atelier, terwijl Lijsje met hun kinderen, zoon Lotus en dochter Anaïs, verderop in de straat woont in een pand dat moeilijk toegankelijk is voor de kunstenaar. In 2013 betrekt het gezin het oude postkantoor van Den Helder, een typisch voorbeeld van wederopbouwarchitectuur van architect Jo Kruger, waar Scholte al sinds 2008 een tweede atelier en opslag heeft. Scholte richt het gebouw verder in met een museum en verblijfsruimte. Vanuit zijn werkkamer kijkt hij uit op station Den Helder. Hij kijkt uit het raam of hij zijn inmiddels 14-jarige zoon al uit de trein van Alkmaar ziet komen. “Mooie leeftijd heeft ie, soms hoor ik hem al zeggen ‘rustig aan, ouwe’”, glimlacht Scholte.

 

Charmeoffensief

Om aandacht voor zijn museum te krijgen, zet Scholte sinds enkele maanden een charmeoffensief in. In uitingen van Koffietijd tot een NTR-documentaire en van de Volkskrant tot de Esquire maakt Nederland opnieuw kennis met een aimabele en toegankelijke Scholte. In de DWDD weet hij Jort Kelder te verbazen met de opmerking ‘je bestaat niet omdat je in de media gezien wordt’. Want tijdens de mediastilte werkte Scholte onverstoorbaar door en exposeerde hij geregeld in binnen- en buitenland. Hij toont in zijn riante atelier zijn meest recente werken; het lichtproject met knikkers, de grote metalen panelen met sigarettenpakjes en tegen de werkmuur (Scholte werkt niet achter een ezel) hangt zijn werk in wording waarmee hij zijn aversie tegen de kleur oranje aanpakt. In het atelier bevindt zich ook een lange tafel met curiosa die hij door de jaren heeft verzameld. “Kijk, dit vind ik nou mooi, zo’n fles met in plaats van een schip erin een kruisigingscène of een dier gevormd van touwtjes….”

 

“Door de onvolmaakte achterkant te tonen, geef ik weer waarde aan deze afdankertjes.”

 

Verzamelwoede

De verzamelwoede van Scholte leidde tot het Rob Scholte Museum en het hergebruik van materialen, tekens en technieken staat in zijn werk centraal. “Ik wil behouden wat we al vervaardigd hebben want ik stoor me aan de wegwerpmaatschappij. Ik gebruik wat anderen letterlijk of figuurlijk weggooien. Ik struin rommelmarkten af om materiaal te vinden en geef er een andere betekenis of functie aan.”

Scholtes oeuvre bevat veel nageschilderde advertenties, covers van magazines en andere hergebruikte beelden met als resultaat zijn vloerkleden met het Mens-erger-je-niet spelbord, schilderijen van het copyright-symbool of de schilderijen van tegeltjes met spreuken. Met als hoogtepunt het minutieus nageschilderd krantenartikel met kritiek op het feit dat Scholte andermans kunst kopieert. Zelfs zijn eigen ongeluk, de bomaanslag, wordt hergebruikt als Scholte de overblijfselen van zijn auto exposeert. Ook het oude postkantoor, dat al voor sloop op de lijst stond, geeft hij met het museum een geheel nieuwe functie. “We zijn snel geneigd iets af te breken dat nog prima functioneert. Ik wil zaken bewaren voor de toekomst, niet als hang naar het verleden, maar als verrijking van het nu.

 

Kopiëren als strategie

De N8W8

De N8W8 in de Mergelgroeve van Geulhem

Volgens Scholte is het aanbod op rommelmarkten tegenwoordig een stuk minder. “Producten worden nu meer gemaakt voor de korte termijn. Je kunt beter zo’n oude Amerikaanse koelkast kopen die vijftig jaar meegaat dan de geavanceerde apparaten van nu die zijn ontworpen om binnen een paar jaar vervangen te worden. Het gaat mij om de perceptie, dat mensen de waarde van dingen weer zien. Een belangrijke functie van kunst in crisistijd.” Hij wijst in zijn atelier op de grote verzameling borduurwerken. “Voor een euro kocht je in de Kringloopwinkel borduurwerkjes waar ooit een vrouw avondenlang aan heeft gewerkt. Aan de achterkant, aan de knoopjes en de losse eindjes draad, zie je het werk en de liefde waarmee er is gewerkt. Ik zie het drama erachter; de familie die het werk van zo’n vrouw na haar overlijden wegdoet.

Door de onvolmaakte achterkant te tonen, geef ik weer waarde aan deze afdankertjes.” Een voorbeeld hiervan, een levensgrote afbeelding van een geborduurde Nachtwacht, hangt nu als de N8W8 in de onderaardse Mergelgroeve van Geulhem vanwege de stille oorlog die, volgens Scholte, in de wereld plaatsheeft.

Scholte denkt dat de drang om beelden en materialen te hergebruiken al uit zijn kindertijd komt. “Ik tekende altijd alles na en heb oog voor de dubbele betekenis van beelden en symbolen. Natuurlijk krijg je kritiek als je bestaande beelden opnieuw gebruikt en wordt er geroepen dat ik alleen kopieerkunst maak en plagiaat pleeg. Maar moet kunst altijd uit je allerbinnenste emotie komen? Heeft het meer waarde als het geïnspireerd is op een gemoedstoestand? Ik zoek met bestaande beelden aansluiting bij mijn toeschouwers en verras hen door symbolen en beelden, soms letterlijk, binnenstebuiten te keren.”

 

Omvangrijke verzameling

Scholte rolt naar de lift in zijn atelier om het museum op de begane grond te laten zien. In het ruime museum hangt een deel van zijn omvangrijke verzameling 20e eeuwse, Japanse en moderne kunst en een bescheiden greep uit zijn eigen werk. De muren hangen vol, de kunst is dichtbij. Hij gaat met vaart door het gebouw en wijst onderweg op werken waar hij een speciale band mee heeft. Een portret van Scholte met Ramses Shaffy, een poster van de Duitse Grünen-partij door Andy Warhol, schetsen uit het befaamde Ronde Huis uit Nunspeet, werk van Jan Toorop en Anton Pieck. Bij het zelfportret van fotograaf Paul Blanca – door Rob Scholte indertijd als eerste aangewezen als verdacht persoon achter de bomaanslag – draait hij even in zijn stoel. Het portret toont Blanca als een Lord of the Flies met vliegen op zijn gezicht. “Heel treffend, vind ik zelf”, grinnikt Scholte terwijl hij verder door het museum snelt. Behendig bewegen zijn sterke armen de wielen van de rolstoel door de smalle gangen om plots stil te staan bij een geprojecteerd schaduwbeeld van een danseresje. “Prachtig vind ik dit, vooral als dat kleinste meisje met die twee staartjes haar pirouette draait.” Het beeld van de kunstenaar in zijn rolstoel en het dansende meisje verstilt even in de lichte ruimte.

 

Belangrijke impuls

scholte 2

Fotograaf: Nico Koster

Het Rob Scholte Museum is drie dagen per week open en verwelkomt dagelijks 20 tot 30 bezoekers. “De symbolische toegangsprijs is 2,50 euro waarbij de bezoekers gratis een dichtbundel krijgen. We gebruiken voornamelijk social media en dat werkt prima; bezoekers vanuit het hele land weten me te vinden, maar toch kan ik niet wachten tot ik helemaal ‘los’ kan gaan met dit project.” De krantenberichten over het museum volgden elkaar de afgelopen maanden in rap tempo op: ‘Scholte mag blijven’, ‘Scholte moet er op 1 juli uit’.

De ambtelijke molen draait op volle toeren, maar Scholte blijft positief en wil de komende 25 jaar in het pand blijven wonen en werken – hoewel een uitwijkplan al klaar ligt. “Ik wil mijn 800 m2 expositieruimte uitbreiden met 3200 m2. Dan kan ik meer mijn eigen werk exposeren, mijn bibliotheek inrichten en grote werken en installaties van andere kunstenaars plaatsen. Ik krijg veel werk van grote namen om te exposeren als gift of langdurige bruikleen en er zijn financiële toezeggingen zodat ik het pand kan restaureren. Het kost de gemeente niets. Uiteindelijk wil ik mijn museum en atelier gratis openstellen voor het publiek, zodat men kan zien hoe het werk wordt gemaakt. Dit moet een museum van allure worden, dat een belangrijke economische en sociale impuls kan geven aan een krimpende stad als Den Helder.”

Update: Scholte heeft inmiddels gehoord dat zijn museum in Den Helder mag blijven en uitbreiden.

Wat vindt u van dit artikel?