Paling is zwemkampioen en delicatesse
Tekst: Frans van der Beek | Beeld: Pixabay
De intens geliefde vissoort paling kwam onlangs weer even in de belangstelling toen op Schiphol een grote lading glasaal werd onderschept. Drie Maleisiërs hadden tijdens hun reis van Portugal naar Maleisië 300 duizend levende babypalingen in hun bagage verstopt. De lading van 105 kilo werd vervoerd in waterzakken, verdeeld over acht koffers. Wat is toch de magie van deze gladde lekkernij waar je ongeveer 30 euro per kilo voor betaalt?
De paling staat als ernstig bedreigde vissoort op de Rode Lijst van de IUCN. In Noordwest-Europa is het palingbestand sinds de jaren 1960 met meer dan 90% achteruitgegaan. De intrek van glasaal (jonge paling) is nog maar een klein deel van wat het was. Belangrijke factoren zijn de visserij en consumptie, het verdwijnen van leefgebied, barrières op de trekroutes (dijken, sluizen, gemalen) en vervuiling van de Europese wateren. Herstel is misschien nog mogelijk, maar zal door de lange generatieduur en de geringe populatiegrootte nog lange tijd vergen, zelfs met een totaal verbod op de visserij.
Schuilplaatsen
De paling is te vinden in alle denkbare watertypes van sloten en kleine beekjes tot de grote rivieren en meren wegens een grote voorkeur voor beschutte plaatsen. De paling is vaak in grote aantallen te vinden achter stuwen en andere waterinlaten waar het water zuurstofrijk is en veel voedsel wordt aangevoerd. Hij verschuilt zich achter schoeiingen of tussen rietwortels, of graaft zich in de bodem in. Ook in zee levende paling zoekt plaatsen op om zich te verschuilen, zoals mosselbanken of scheepswrakken. De paling mijdt wateren waarbij op de bodem zuurstofloze omstandigheden voor kunnen komen. Ook sterk vervuilde delen worden gemeden.
De meeste palingen bereiken bij voldoende voedselaanbod tussen vijf en vijftien jaar verblijf in het zoete water: het schieraalstadium, en trekken zich dan terug naar de paaigronden. De paling is een vis die opgroeit in zoet of brak water en zich voortplant in de Sargassozee op grote diepte. De larven trekken, geholpen door de Golfstroom, naar Europa.
De reis
Als de onvolwassen paling een bepaalde hoeveelheid vet in zijn vlees heeft opgeslagen wordt hij schieraal genoemd. Hij wordt vet, de ogen worden groter en hij krijgt een lichtgrijze kleur met een witte buik, de vinnen worden groter en de huid wordt dikker. Op dit moment is de paling nog niet volledig geslachtsrijp. Verdere geslachtsontwikkeling vindt plaats tijdens de reis naar de Sargassozee door de bovenste waterlagen van de Atlantische Oceaan. Universiteit Leiden ontdekte dat palingen in staat zijn om 6000 kilometer af te leggen. Ook is hier ontdekt dat palingen zeer weinig energie gebruiken om te zwemmen. Zij verbranden een zeer kleine hoeveelheid energie om zich te verplaatsen. Voor de zwemmarathon gebruiken ze maar 120 gram per kilo lichaamsgewicht, overeenkomend met 40% van de vetreserves.
Experimenten met palingen voorzien van externe meetsondes hebben aangetoond dat de schieralen tot 45 kilometer per dag afleggen en daarbij overdag kouder water opzoeken en ‘s nachts warmer water. Daartoe voeren ze verticale bewegingen uit van 300 tot 1200 meter diepte. Over de functie van deze bewegingen wordt nog gespeculeerd. Volwassen palingen paaien hoogstwaarschijnlijk in de Sargassozee. Dit is in 1923 door de Deense onderzoeker Johannes Schmidt verondersteld, omdat hij de kleinste palinglarven in deze regio aantrof. Het paaiproces zelf is echter nog nooit door mensen waargenomen. De zeer lange trekroute van en naar de Sargassozee is te verklaren door de continentverschuiving waardoor de Atlantische Oceaan in de miljoenen jaren dat de soort bestaat, steeds breder is geworden. De soort heeft zich geleidelijk kunnen aanpassen aan de steeds langere route.
HET GROTE PALINGBOEK
Dit prachtige boek is een lofzang op een voorwereldlijk dier, dat van onschatbare waarde is voor onze cultuur, welvaart en tradities. Aan de hand van schitterende foto’s van Marco Bakker en teksten van Robert van der Broek wordt een beeld geschetst van de ambachtelijke palingsector en van campagnes voor een duurzame toekomst, zoals uitzet en kweek.
De Europese aal heeft er een fabelachtige zwemmarathon opzitten, als we hem in onze rivieren, plassen en meren tegenkomen. De migratie van zout naar zoet water, en de terugkeer naar de Sargassozee, is een van de grootste geheimen van de natuur. Al eeuwenlang proberen biologen en wetenschappers die wonderlijke levensloop te doorgronden. Er is al veel bekend over herkomst en bestemming, maar er circuleren nog evenzoveel mythes en fabels. Dit boek zet de feiten op een rij. (LM Publishers).