Ongetemde ijzige schoonheid
Tekst: Marco Barneveld | Foto’s: North Sailing
IJsbergen zo groot als dorpen drijven majestueus en onverstoorbaar langs. Ongerept ligt het Scoresbysund voor ons. Het driehonderdvijftig kilometer diepe fjordsysteem is slechts drie maanden per jaar bevaarbaar. Nu dus, in de zomer. “Voor de Inuit heeft alles Anirniq, een ziel.”
Een brutale klont ijs glijdt schrapend langs het felgroen geoxideerde koper dat met vooruitziende blik rondom de boeg van de schoener Opal genageld is. De zee is doodstil. Zwart water dat bijna stijf lijkt, maar niet bevroren. Naarmate we dieper de monding van de Scoresbysund in zeilen, worden de ijsbrokjes die als witte spikkels het zwart van het water breken steeds talrijker. Kapitein Heimir Harðarson laat de reeds gereefde zeilen binnenhalen en vaart verder op muisstille elektriciteit. Het ijs ver-meerdert snel: als nieuwsgierige witte zeewezens die van heinde en verre polshoogte komen nemen. Brokjes worden ijsblokken, ijsplaten en daar doemt een helblauwe majestueuze ijsberg aan de horizon op. Het ijs is nu alom. Slush schraapt speels traag langs het koper en duikt weg onder de boeg. Behoedzaam naderen we Solgletscher, een twaalf kilometer lange ijsmassa die met zijn slome vaart van ongeveer tien meter per dag zichzelf een snelle gletsjer mag noemen. De onhoudbaar duwende massa zorgt ervoor dat het vallende ijs een oorverdovend voortdurend schouw-spel levert.
Overdonderende natuur
Groenland is ’s werelds grootste eiland. Je zou denken dat we hier in hartje winter zijn, maar niets is minder waar. Sterker nog, ’s winters zit alles potdicht. Het is mogelijk om hier te varen van juni tot uiterlijk half september. De temperatuur ligt in de zomermaanden rond de tien graden. En om in het voorjaar dan wel zomer omringd te zijn door ijs geeft een magisch gevoel.
Scoresbysund, Kangertittivaq in Inuit, ligt aan de Noordelijke IJszee aan de Oostkust van Groenland. Met coördinaten 70° 32’ Noorderbreedte en 24° 21’ Westerlengte bevinden we ons hier boven de poolcirkel. Het gebied dankt zijn naam aan de Engelse walvisvaarder en ontdek-kingsreiziger William Scoresby die de kust van de fjorden in 1822 in kaart bracht. Scoresbysund gaat zo’n driehonderdvijftig kilometer Groenland in en is daarmee de langste fjord ter wereld. Aangezien er allerhande zijtakken zijn, is het tevens het grootste fjordensysteem ter wereld. Het water kan zo’n vijftienhonderd meter diep gaan en de steile granieten en basalten muren die de fjord afbakenen zijn op sommige plekken meer dan drieduizend meter hoog. Genoeg overdonderende natuur om je heel, heel nietig te voelen.
De Thule
Wij zeilen vanaf Constable Pynt door Hurry fjord richting Ittoqqortoor-miit. Met zo’n 429 inwoners dé metropool van Oost-Groenland. “Tot zo’n beetje 1800 woonde de Thule in dit gebied, een volk waar alle Inuit van afstammen,” vertelt Þórður (Thordur) Ívarsson, de techneut en wizzkid van Opal. “We mogen het nu over global warming hebben, maar tussen 1650 en 1850 hadden ze het vooral over global cooling. Die periode wordt ook wel de Kleine IJstijd genoemd. De Thule, toch best een gehard volkje gewend aan ijzige kou, hield het hier voor gezien en meer dan een eeuw was er geen mens. De Denen en Noren lagen lange tijd in de clinch over van wie Oost-Groenland nu eigenlijk was en de Denen besloten in 1925 dat ze hun activiteiten uit moesten breiden. Dus plaatste het Bureau ter Kolonisatie van Scoresbysund vijfentachtig Inuit uit West-Groenland hier. Juist hier omdat er overblijfselen waren gevonden van een Thule nederzetting.”
Afgelegen
Om een beeld te schetsen van hoe afgelegen dit gebied is: het dichtst-bijzijnde dorpje op Groenland, met maar liefst negentig inwoners, ligt 800 kilometer richting het zuiden. Daartussen niets. De dichtstbijzijnde bewoonde wereld is Húsavík op IJsland, vijfhonderdvijftig kilometer varen over de Noordelijke IJszee en de thuishaven van Opal. Ittoqqortoormiit betekent ‘plek met grote huizen’. Die huizen liggen als een soort felgekleurde Legoblokjes met puntdaken verspreid tegen de grauwe rotsen. Het geblaf van honden is oorverdovend. Er wonen dan ook drie keer zoveel honden in het plaatsje dan mensen. Om de sledes te trekken. Ik klim een rubberen boot in en we varen over een licht agres-sieve zee naar de aanlegsteiger. Aan de ladder hangen meerdere karkas-sen van zeehonden die deinen in het water. De zee dient als koelkast en de honden van Ittoqqortoormiit zijn gek op zeehondenblubber.
Lekker vettig vlees
Ik word warm verwelkomd door een locale familie. De pot schaft gestoofde muskusos, lekker vettig vlees dat op rund lijkt. De jacht
is belangrijk hier. De monding van Scoresbysund is een polinia in de winter, door stroming en wind ijsvrij en daarom dé plek voor levendig-heid. Vogels, zeehond, sneeuwhaas –en vos, muskusos en de machtige ijsbeer. Alles is vanouds prooi voor de Inuit. “Voor de Inuit heeft alles Anirniq, een ziel,” vertelt local Ingrid Anike. “Samen vormen ze Anirniit, het geestenrijk. De Inuit vereren niet, maar vrezen des te meer. Wat niet verwonderlijk is wanneer de weersomstandigheden zo dodelijk zijn als hier. Zolang de Anirniit tevreden gestemd zijn, is er voorspoed. Maar oh jee, als de geesten zich tegen je keren.” Een Inuit die gedood wordt door een ijsbeer? De wraak van Nanoek, de meester van de ijsberen. De jongen die hier enkele uren voordat wij aanmeerden in zee verdronk? Verzwolgen door Sedna, de meesteres van de zee. Mijn persoonlijke favoriet is Mahaha, een demoon die het gehele arctische gebied terrori-seert en zijn slachtoffers dood kietelt. Mensen die doodvriezen, schijnen vaak gevonden te worden met een glimlach op hun gezicht. Vandaar.
Piteraq
We varen in Fønfjord. Voor het eerst in drie dagen hebben we wind. En flink ook. “Over het algemeen zijn de fjorden van Scoresbysund vrij rus-tig met weinig wind,” vertelt kapitein Heimir terwijl hij de opdracht geeft alle zeilen bij te zetten. “Maar het kan ook spoken zoals het nergens kan spoken wanneer de Piteraq blaast.” De Piteraq is een katabastische wind die vanaf de Groenlandse ijskap afgevoerd wordt via de fjorden. Die ijskap is immens. Negen procent van al het zoetwater dat zich op de aardkloot bevindt, ligt bevroren op de ijskap die op sommige plekken meer dan drie kilometer dik is. Door de radiatie van het ijs, bevindt zich boven die ijskap altijd een hogedrukgebied. Wanneer die botst met lagedrukgebieden bij de kust kunnen bizarre snelle winden met orkaan-kracht door de fjorden jagen. Fønfjord is zo’n afvoerpijp van ijskapwind. Gelukkig blijft het vandaag bij een fikse vijf. Een prachtige strakblauwe lucht. Een overlevingspak dat de vrieskou trotseert. Zwart basalt dat boven ons uittorent en langzaam overgaat in glooiende hellingen begroeit met mos en andere kleine plantjes. Een muskusos graast eenzaam terwijl zijn lange vacht wappert in de pool-wind. Mijn longen vullen zich met ijzige zilte zeelucht. Het tuigage van de schoener staat bol. De wereld om mij heen is de wereld zoals hij er uitziet sinds het begin der tijden. Enkel gevormd door natuurkrachten en de schurende werking van ijs en wind.
Hybride zeilschip
Zo snel als de wind oppikte toen we Fønfjord indraaiden, zo snel gaat hij weer liggen zodra we Rødefjord invaren. Prachtige sedimentaire bergen met een hoog ijzergehalte strekken zich uit langs het water, vandaar de naam. Maar het zeilen is klaar voor vandaag. De gaffelge-tuigde schoener Opal is gebouwd in Bodemwert, Duitsland in 1951. Van 1970 tot 1983 onderging ze haar transformatie tot de elegante tweemaster die ze nu is met haar ranke lijn van eikenhout en kope-ren beplating. Ze werd liefdevol opgenomen in de North Sailing vloot in 2013. North Sailing is de IJslandse organisatie die deze expedities mogelijk maakt. “Het is een bijzonder schip,” vertelt Þórður. “Het is het eerste zeilschip met een speciaal ontworpen Regenerative Plug-In Hybrid Propulsion System. Kortom, in plaats van ballast heeft ze bat-terijen. Die batterijen kunnen uiteraard aan de wal opgeladen worden door middel van landstroom. Net als bij een hybride auto, zeg maar. Maar ze kan haar batterijen ook opladen terwijl ze onder zeil is omdat de schroef dan dienst doet als dynamo. Hoe sneller het schip gaat ter-wijl het zeilt, hoe sneller de schroef draait en hoe sneller de batterijen weer opgeladen zijn. Een techniek die nog nooit in een ander zeeschip is toegepast. Ik ben aan boord om het systeem te perfectioneren. Idealiter heb je de dieselmotoren nooit meer nodig. Dat probeer ik uit te vogelen.” Het resultaat is dat we wanneer we niet onder zeil zijn de grootse stilte niet verstoren. Alleen het kabbelende water met hier en daar een ijsschotsje tegen de boeg. Opal wordt in IJsland ook gebruikt om wal-vissen te kijken. Door de stilte komen de beesten dichter in de buurt van Opal dan van alle andere schepen.
Discoluchten
De nacht valt. Kraakhelder. De hoeveelheid sterren die zichtbaar zijn tegen de poolnacht, stemmen bijna melancholisch. Een glas IJslandse brennivín, gekoeld door eeuwenoud ijs dat we speciaal voor dit doel van een blauwe ijsklomp hebben gehakt, versterkt dat gevoel. Ik staar naar de met verre sterren gespikkelde hemel wanneer plots met een vage plof een explosie van groen licht zich aftekent tegen de donke-re nacht. De spookachtige kleur verplaatst zich snel door de nacht. Vervaagd en verhelderd. Links vindt er weer een ontploffing plaats. En rechts. En links. Roze en oranje mistvlagen trekken hoog door de lucht. Soms strak als schijnwerpers, soms vlammend. Het is disco in de Groenlandse poolnacht. Dit noorderlicht is zonnewind, die veel energie bevat. Die energie komt vrij wanneer het op zuurstof en stikstof atomen botst in onze atmosfeer en wordt op 80 tot 1000 kilometer hoogte uitgestraald in de vorm van het kleurrijke poollicht. Ik heb wel eerder dit noorderlicht meegemaakt. Maar nooit zoals dit. Nooit zo helder, zo veel, zo vaak en zo lang. Het is ook de eerste keer dat ik het hoor. De nacht duurt lang, want trek je maar eens los van zo’n spek-takel. Wie weet wanneer je zoiets ooit nog eens ziet. In dit geval de dag erna. En de dag daarna. Igaluk, de Inuit God van de maan, blijft spelletjes spelen met zijn broer de zon.
Goud en lichtblauw
Schoonheid. Alom vertegenwoordigde schoonheid. Dat je bijna niet naar rechts durft te kijken omdat je dan mist wat er links gebeurt. Als reisverslaggever ben ik op veel mooie plekken op aarde geweest. Tot en met Antarctica toe. Maar de wateren van dit Oost-Groenland zijn de meest wijde, bruutste en mooiste waar ik ook gevaren heb. Wan-neer we de koers terug inzetten richting Ittoqqortoormiit hebben we de Bjørne Øer, de bereneilanden, in de rug. Dit heet zo omdat de kam lijkt op de klauwen van een beer. Het is kwart voor vijf in de ochtend en de zon komt duizendkleurig op. De slaperige scherpe bergtoppen van Bjørne Øer worden gekust door roze zonnestralen. De zee is vlak maar van goud en lichtblauw. In de verte aan de horizon breekt een ijsberg ter grootte van de binnenstad van Utrecht gedeeltelijk af. De resterende ijs kolos is zijn evenwicht kwijt en rolt traag op zijn kop en weer terug, rollende vloedgolven voortstuwend. Ultra dunne ijspan-nenkoeken hebben zich vannacht gevormd op het water. Een herinne-ring dat we het Scoresbysund moeten verlaten. De Oost-Groenlandse wildernis sluit zich en maakt zich op voor de altijd terugkerende winterse heerschappij van een strenge moeder natuur.