Natuur en de Kinderboekenweek
Onder het motto ‘Raar maar waar’ is de Kinderboekenweek dit jaar gewijd aan natuur, wetenschap en techniek. De Krant van de Aarde zocht de leukste boeken uit en liet een aantal auteurs aan het woord. Wat inspireert hen om over natuur te schrijven? En welke natuurweetjes vergeten ze nooit meer?
Tekst: Yvonne Koop
Simon van der Geest
Simon van der Geest schreef het Kinderboekenweekgeschenk Per Ongelukt! Het vertelt het spannende verhaal van een moeder die onschuldig in de gevangenis zit, op een streng bewaakt eilandje in de Waddenzee. Vader zit de hele dag te gamen, dus verzint Ro een onwaarschijnlijk bevrijdingsplan. Samen met zijn vrienden Archie en Lela begint hij in een schuur aan een fantastische uitvinding te werken. Want soms moet je iets doen dat niemand ooit durfde, hoe gevaarlijk en onmogelijk het ook is…
Van der Geest groeide op in een klein dorpje tussen de weilanden. Op de theaterdocentenopleiding ontdekte hij dat zijn hart lag bij het schrijven. Naast toneelstukken ging hij werken aan verhalen en gedichten voor kinderen en in 2009 verscheen zijn debuut Geel gras. Voor zijn Odyssee-bewerking Dissus en zijn jeugdroman Spinder kreeg hij in respectievelijk 2011 en 2013 een Gouden Griffel. In het voorjaar van 2015 verscheen zijn nieuwste boek, Spijkerzwijgen.
“Zeker in Spinder kon ik mijn fascinatie voor insecten goed kwijt. Hij won ermee de Jan Wolkersprijs voor het beste natuurboek van 2013. En in Dissus en Spijkerzwijgen speelt de uitgestrekte polder een grote rol”, een landschap dat Van der Geest goed kent. Maar ook van de bergen kan hij erg genieten. “Die verlatenheid, dat weidse uitzicht!” Zijn favoriete dier is de bidsprinkhaan. En zijn raarste natuurweetje? “Er is een oliekever waarvan de larven met een heleboel tegelijk naar het topje van een bloem klimmen. Daar kruipen ze op elkaar en vormen zo een klont die lijkt op een vrouwtjesbij. Als er dan een mannetjesbij nadert valt deze nep-vrouwtjesbij ineens -pof!- uit elkaar en klimmen alle larven op de rug van het mannetje. Een slimme truc om zo het bijennest binnen te dringen en daar lekker nectar te snoepen!”
Mies van Hout
Mies van Hout tekende en schreef voor de Kinderboekenweek het prentenboek Speeltuin. In dit speelse, kleurrijke boek neemt ze kinderen mee door de wonderlijkste werelden met krokodillenrivieren en bramentuinen. En op iedere pagina sluit een nieuw vrolijk dier zich aan bij de stoet.
Van Hout, illustrator en grafisch vormgever, legde zich steeds meer op prentenboeken toe. Voor Bang Mannetje, met tekst van Mathilde Stein, ontving ze in 2006 de Kinderboekwinkelprijs. Voor haar eigen prentenboek Vrolijk ontving ze in 2012 dezelfde Kinderboekwinkelprijs en Vriendjes werd in 2013 bekroond met een Vlag en Wimpel van de Penseeljury.
Hoe verwerkt ze de natuur in haar boeken? “Ik gebruik veel dieren en vormen uit de natuur om mijn eigen wereld of verhaal te maken.” Inspiratie haalt ze bijvoorbeeld uit het Drentse Aa-gebied waar ze woont en veel rondwandelt. “Het verveelt er nooit.” Maar ze zou ook nog wel eens willen snorkelen tussen de vissen in de Middellandse Zee. Haar lievelingsdier is de eekhoorn en het raarste natuurweetje dat ze ooit heeft gehoord? “Dat sprinkhanen oren in hun knieën hebben.”
Liesbeth van Bogaert
Liesbeth van Bogaert schreef en tekende samen met Joris Thys het boek Een dier bij de boer. Van Bogaert: “Kinderen bijleren over de natuur vind ik erg belangrijk. In mijn leesboekjes over dieren, speciaal voor jonge lezers, stop ik graag veel weetjes. Ik heb ook veel aandacht voor hoe je zorg draagt voor de dieren in de natuur. Bijvoorbeeld geen vlinder aanraken, want dan kan hij niet meer vliegen. Gif spuiten in je tuin om kleine beestjes te doden, maakt ook de vogels in je tuin ziek. Of geen rommel in de natuur gooien, want dat eten koeien en schapen op terwijl ze grazen. Zo wil ik kinderen bewust maken van hun invloed op de natuur en het dierenrijk.”
“Mijn boekjes staan boordevol dierenweetjes. Daarvoor doe ik zelf eerst heel wat opzoekwerk. Eén weetje vergeet ik nooit. Als een schaap op zijn rug ligt, kan het niet zelf opstaan. Als het te lang op zijn rug ligt, gaat het zelfs dood! Zie je een schaap op zijn rug liggen, zoek dan snel hulp.”
“Een heel bijzonder dier vind ik de bij. Voor mijn boekje Een dier bij de boer heb ik daarover heel wat gelezen. Het is ongelooflijk wat die allemaal kunnen en hoe belangrijk ze zijn voor onze Aarde! Door wilde bloemen te zaaien in je tuin en geen gif te spuiten, help je de bij.”