Top
kostscholen met internaat

Particulier onderwijs is van alle tijden: Instituut Poutsma, tot 1920 een fameuze kostschool in Leeuwarden

Tekst: Leeuwarder Courant, 30 januari 1965, F.H. Pasma.

Foto’s beschikbaar gesteld door Historisch Centrum Leeuwarden.

Al voordat de leerplicht in haar huidige vorm bestond en er dus veel minder reguliere scholen waren, ontstonden er particuliere initiatieven voor onderwijs. Hieronder een artikel uit de Leeuwarder Courant van 1965 waarin de geschiedenis van een rond 1900 bekende particuliere school in Leeuwarden is beschreven.

Uit de Leeuwarder courant, Zaterdag 30 Januari 1965, door F.H. Pasma:

Kostscholen met internaat voor jongens speelden vroeger een belangrijker rol in de opvoeding der jeugd dan tegenwoordig. Althans in ons land. In Engeland bijvoorbeeld tellen kostscholen nog altijd mee. Men denke slechts aan de Public Schools, de gangbare opleidingsscholen voor jongelui uit de beter gesitueerde kringen, waarvan Eton wel de bekendste is. Volgens de bekende, veelzijdig geleerde prof. dr. Ph. Kohnstamm, bij leven een erkend autoriteit op pedagogisch gebied, heeft naast het veelvuldiger worden van onderwijsgelegenheden en het hier te lande sterker vasthouden aan de gezinsopvoeding, er toe bijgedragen, dat na de tweede helft van de negentiende eeuw de jongenskostscholen geleidelijk verdwenen, terwijl de meisjeskostscholen iets langer bleven bestaan.

Omstreeks de vorige eeuwwisseling (1900) waren bekende kostscholen met internaat o.a. Wullings te Voorschoten, Wegerif te Nijmegen, Rozenburg te Assen, Admiraal van Kinsbergen te Elburg en last but not least Poutsma te Leeuwarden. Wat het Instituut Poutsma te Leeuwarden betreft, dit is in 1888 opgericht door de heer Jacob Poutsma. Begonnen werd met dertig leerlingen, één onderwijzer en één onderwijzeres. Reeds het volgende jaar achtte Poutsma het wenselijk naar een ruimere localiteit om te zien. Het lukte hem de hand te leggen op het grote herenhuis Weerd 18 in Leeuwarden.

Drilschool

Toen Poutsma zijn school opende, kreeg hij als leerlingen eerst jongelui, die op de gewone middelbare school niet mee konden komen of bij hun studie onder streng toezicht moesten staan. Echter, hoe langer hoe meer werd de school bezocht daar jongelui, die het niet aan verstandelijke vermogens ontbrak en die geenszins inactief waren. Omstreeks de eeuwwisseling trof men onder de internen naast h.b.s. en Gymnasium leerlingen ook leerlingen aan, die het eindexamen reeds behaald hadden. Enkelen wilden na de h.b.s. doorlopen te hebben zich nog voorbereiden voor het Staatsexamen Bêtha om te kunnen doorstuderen in scheikunde of biologie, wat toen zonder klassieke opleiding niet mogelijk was. Andere examens waar Poutsma voor opleidde waren o.a. die voor toelating voor de militaire academie te Breda of de cadettenschool voor adelborst bij de Marine.

Landelijke faam

De examenresultaten waren gewoonlijk zeer bevredigend en werden door de directeur ijverig gepubliceerd in de nieuwsbladen en prospectussen, die hij uitgaf. Het gevolg bleef niet uit. Dit Instituut kreeg een goede klank in den lande en trok leerlingen uit het gehele land, zelfs uit Zeeland en Limburg. In zijn bloeitijd telde de school ruim 30 interne (kostschool) en plusminus 90 externe (dagschool) leerlingen. Het instituut Poutsma was echt een opleiding voor examens. Door rechtstreeks op het examendoel af te stevenen werden soms opmerkelijke resultaten geboekt. Zo slaagde een jongmens er in om zonder vooropleiding in drie jaar tijds het Staatsexamen Gymnasium Alpha met succes af te leggen. Een andere jongeman gelukte het later, toen Poutsma al niet meer leefde, dit record met een jaar te verbeteren. Hij was al niet jong meer en had, omdat hij enkel lager onderwijs had genoten en later enkele privaatlessen in de moderne talen, als kantoorbediende het niet verder kunnen brengen dan een salaris van f 600. Om verder te komen, leende hij bij zijn weinig gespaarde geld nog zoveel, dat hij de lessen aan het Instituut Poutsma kon bekostigen, Vijf jaar later was hij kandidaat-notaris en kreeg een betrekking, waardoor hij ongeveer even vele malen duizend gulden verdiende als vroeger honderd.

Opkomst regulier onderwijs en opheffing in 1920

“Ik ben de heer Poutsma daar altijd dankbaar voor gebleven te meer daar ik nu nog als lid van het Klassiek Verbond deel neem aan de leesclub voor de oude talen,” schrijft een ex-leerling die bij Poutsma het Gymnasium doorliep. In 1908 overleed de heer Poutsma in zijn buitenhuis te Nunspeet, nog slechts 47 jaar oud. Toen deze energieke man overleden was, is van de inrichting een N.V. gemaakt met als directeuren de heren D. van der Craats en L.L. van Keyzerswaard, terwijl mevrouw Poutsma zich nog enige tijd met de leiding van het internaat belastte.

 

Tot 1920 heeft dit geduurd. Het instituut had geen gebrek aan leerlingen. Hun aantal bedroeg bij de opheffing nog steeds 120. Maar het kostte de directie steeds meer moeite geschikte leerkrachten aan te trekken. Het sterk toegenomen aantal reguliere scholen bevorderde dit; bovendien waren de vooruitzichten voor de docenten aan de nieuw opgerichte scholen beter, zodat het voor de inspecteur van het m.o. geen moeilijke taak was sollicitanten te bewegen bij de rijks- en confessionele scholen naar een betrekking te dingen en hij zelfs Poutsma-docenten naar deze scholen weglokte.

Het 1e voetbalteam van Instituut Poutsma

kostscholen met internaat

Wat vindt u van dit artikel?