Karl Seglem: ‘Je moet natuur trotseren om er onderdeel van uit te kunnen maken’
Tekst: Angelique van Os | Beeld: Oddleiv Apneseth
Er zijn weinig vergelijkbare landen waar musici zoveel inspiratie putten uit de natuur als Noorwegen. De liefde voor het Noorse landschap past poëet, tenorsaxofonist en geithoornist Karl Seglem al decennia toe in zijn muziek, ook op zijn nieuwe albums Ei aning grønt en Mytevegar.
Vanuit zijn zomerhuis nabij Årdalstangen, is hij omringd door natuurschoon. Met de bergen van Jotunheimen en het lange Sognefjord op een steenworp afstand, komt de muziek van Karl Seglem bijna vanzelf tot leven. De Noorse tenorsaxofonist en geithoornist is hier geboren en getogen. Hij heeft het huisje van zijn grootmoeder opgeknapt toen hij zeventien was en gebruikte het als oefenruimte. Het dient inmiddels al jaren als retraite om nieuwe muziek en poëzie te schrijven. Seglem is net zo dol op de urban jungle van Oslo waar hij woont en een eigen studio heeft, maar hier komt hij tot rust.
Karl Seglem is een gevierd musicus die in 2010 de hoogste Noorse jazzonderscheiding ontving, de Buddy Award. Onder zijn eigen label NorCD heeft hij 240 albums uitgebracht en onder eigen naam is Ei aning grønt (A Sense of Green) zijn 41ste plaat. “Dit album verwijst naar verschillende elementen; van de kleur groen tot de associatie met natuur en het klimaat, waar we zuiniger mee om moeten gaan.”
Krachtige plek
Evenals bij Karl Seglem speelt de natuur een belangrijke rol bij veel Noorse musici. Binnen de jazz is er zelfs sprake van de ‘Nordic Sound’ (hoewel musici dit veelal geen fijne term vinden); waarbij minimalisme, een open geluid met rijke melodieën en avontuurlijke improvisaties de boventoon voeren. Hoe laat Seglem zich beïnvloeden wanneer hij begint met schrijven? “Het ligt een beetje aan het seizoen, maar het zit dieper in me. Het doet iets met je wanneer je opgroeit tussen de bergen en het oneindige gekletter van de rivier hier vlakbij hoort. Het is een krachtige plek die je moet trotseren om er onderdeel vanuit te kunnen maken.
Door veel alleen te zijn en te wandelen tussen de fjorden voel je je compleet als mens; een soortgelijk gevoel ervaar ik regelmatig wanneer ik met mijn musici speel.”
Ragnarok
In de muziek van Seglem speelt traditionele folklore ook een belangrijke rol. Op zijn te nog verschijnen dubbelelpee MYTEVEGAR (Myth.Path.Hope), brengt hij oude Noorse mythen tot leven met nieuwe klanken en poëzie. Het verhaal verwijst naar de klassieke legende van Ragnarok. Balder, de zoon van Odin en de god van natuur, poëzie, liefde en geluk zou onaantastbaar zijn, maar de duivel Loke vond een manier om Balder te laten doden. Balder kwam terecht in de onderwereld (Helheim), waardoor de wereld ten onder ging en Ragnarok zich openbaarde. Met zijn muziek verbindt Seglem deze mythe met de huidige ecologische situatie in de wereld, waarbij hij op spirituele wijze met verschillende muzikale stemmingen verbinding probeert te zoeken met de oerkracht van de natuur.
Oerklank
Qua instrumentatie onderscheidt Seglem zich ook, door bijvoorbeeld de authentieke Hardangerviool een prominente rol te geven. Dit is een Noorse viool die veel in folkmuziek wordt ingezet met vier melodiesnaren en vier of meer resonantiesnaren die extra galm creëren. Hij heeft zich daar qua stijl erg door laten beïnvloeden. Zelf speelt Seglem ook de bijzondere geithoorn. Een geitenboer gaf hem ooit dit instrument, waarmee hij experimenteerde en jarenlang met Terje Insungset een duo vormde. Inmiddels bespeelt Seglem vele hoorns die gemaakt zijn door de vorig jaar overleden instrumentenbouwer Magnar Stormbækken. In 2015 bracht Seglem een speciale boxset uit getiteld Jazzbukk. Een uitgave bestaande uit drie cd’s waar hij verschillende geithoorns bespeelt: trompethoorn, tonghoorn en antilopehoorn.
De geithoorn heeft een typische oerklank, het kan heel wijds en laag klinken waarbij het geluid associeert met folklore en Afrikaanse klanken. Het instrument is ook handzaam. “Ik kan ermee in de sneeuw, regen of aan de rand van een waterval spelen. Het ontstemt niet zo snel als een saxofoon en het voelt natuurlijk om in de buitenlucht dit instrument te spelen. Zo ben ik gevraagd om de nieuwe uitkijkplaats te openen van Vettisfossen, de hoogste (275m) en sinds 1924 beschermde waterval van Noorwegen. Daarvoor moet ik 9 kilometer omhoogklimmen, maar dat doe ik met alle liefde, want zo kom je pas echt dicht bij de natuur.”