Johan Reekers, handbiker
Johan Reekers, handbiker
Negen keer ging hij naar de Paralympics en kwam thuis met twee keer goud, een keer zilver en een keer brons. Een paar dagen na Kerstmis is hij 59 jaar geworden en nog altijd is hij fulltime handbiker. Aan stoppen denkt hij voorlopig niet.
Auteur: Eric Schoones | Foto’s: Mathilde Dusol en Tonzon
Je wordt geboren zonder benen en je doet dingen die onmogelijk lijken. Is dat een karakterkwestie?
‘Doorzettingsvermogen, je krijgt het mee. Vanaf mijn vierde moest ik elke twee jaar opnieuw leren lopen met protheses, omdat ze niet meegroeien. Dat was niet de leukste tijd, die dingen waren zo zwaar. En ik zat op een mytylschool bij gehandicapte leerlingen, tegenwoordig zou dat anders gaan.’
Je voelt je niet gehandicapt?
‘Nee, ik noem het liever een beperking. Op mijn twaalfde zei een maatschappelijk werkster: “je moet op een sportvereniging”. Toen is het begonnen en de sport heeft me ontzettend geholpen met de acceptatie.’
‘Niets is onmogelijk, al blijft traplopen moeilijk’
Je krijgt zelfvertrouwen?
‘Ja, dat zeg je wel goed. Zitvolleybal leek de aangewezen sport en dat paste heel goed bij mij. Ik had geluk en kwam direct bij De Tubanten uit Enschede, het Ajax van het zitvolleybal, gewoon het beste team in Nederland. En met zestien jaar debuteerde ik in het Nederlands team.’
Hielp die teamsport je bij de acceptatie?
‘Deels, het meeste komt uit jezelf. Ik ben een nuchtere Twent, dan denk je “niks is onmogelijk.” Al blijf ik traplopen bijvoorbeeld moeilijk vinden. En wat ik ook mis is fietsen op een gewone fiets. Als ik even naar de stad wil, heb ik altijd de auto nodig. Ik neem niet graag de rolstoel want ik ben best een beetje ijdel. Ik heb liever dat mensen het niet zien, maar ik kijk zelf ook als iemand anders is of zich anders gedraagt.’
Negen keer Paralympische Spelen, dat is toch uniek?
‘Zeker in Nederland, internationaal ook wel. Ik doe het kennelijk nog steeds goed, want je moet je wel kwalificeren, en mijn collega’s de laatste keer waren 25 en 38 jaar. Dat zijn geen pannenkoeken.’
Pannenkoeken?
‘Zo noemen ze iemand die minder goed is. Ik heb er ook veel aan gedaan, veel getraind en veel voor gelaten. Het is ook een beetje aanleg en hoe langer de wedstrijd hoe beter voor mij. De laatste keer bij het WK in Zwitserland in 2015 was ik nog derde, en in Rio vijfde bij de wegwedstrijd van 60 kilometer en negende bij de tijdrit. Dat laatste was iets minder.’
Sporters kunnen ongelooflijk in de put zitten met zilveren medaille?
‘Ik begrijp dat, je baalt natuurlijk op dat moment, maar later, in het juiste perspectief, zie je toch dat je het heel erg goed was. Sommigen leggen de lat gewoon te hoog. Gelukkig hadden wij geen loosersvlucht.’
‘Pannenkoeken, zo noemen ze iemand die minder goed is’
Je hebt je baan opgezegd om fulltime sporter te worden.
‘Ik had het al eerder gewild, maar mijn jongste dochter woonde nog thuis en er was nog een hypotheek. Dan kies je toch een beetje Hollands voor zekerheid.’
Nooit met tegenzin op de fiets?
‘Bijna nooit. Met Kerst was het weer slecht en de sportschool dicht, nou dat is niet leuk hoor. Ik kan het niet missen al ben ik wel een mooiweer fietser. Je zit dicht bij de grond, als het regent is het niet fijn. En het ergste is nog de fiets schoonmaken.’
Wedstrijden in 2017?
‘Ja, ik wil me kwalificeren voor het WK in Zuid-Afrika en een wereldbekerwedstrijd in België. Tien keer naar de spelen zou mooi zijn, maar als ik geen podiumkansen meer zie, dan stop ik.’
Daarna terug naar je baan als grafisch vormgever?
‘Nee, ik heb nu iets veel leukers. Ik geef elk seizoen vele interactieve clinics op scholen met Sport4Every1, op uitnodiging van het Fonds Gehandicaptensport. Ik doe dat samen met Geert Henk Wessels, die op z’n vijftiende van de ene dag op de andere een dwarslaesie kreeg. Na een uurtje in de klas gaan we naar de sportzaal, rolstoelbasketballen. Na vijf minuten zien de kinderen je beperking niet meer en het is altijd mooi als je o.a. hoort “dit was leukste gymles ooit”.’
Nog iets vergeten?
‘Ik heb een fantastische sponsor! Ton Willemsen van Tonzon. Een jaar of vijf geleden ontmoet op de schaatsbaan in Enschede en twee weken later was hij mijn sponsor. Hij is zo bescheiden, het is niet altijd eenvoudig om iets terug te doen. Ik ben heel blij met hem.’
Je bent niet ongelukkig?
‘Absoluut niet, ik heb een nieuwe liefde en die kleine beperking, die kom je soms tegen, dat wordt niet anders, al was eens dansen wel leuk geweest.’