Museum Sieboldhuis – Het mooiste van Japan
Tekst: Jane Sauer | Beeld: Japanmuseum SieboldHuis
Na bijna een half jaar hebben de Nederlandse musea begin juni hun deuren weer geopend. In het Japanmuseum SieboldHuis in Leiden zijn naast de verzameling van Siebold, de komende maanden twee exposities te zien.
Von Siebold
Het SieboldHuis heeft een vaste tentoonstelling met o.a. fossielen, munten, kleding, landkaarten, prenten, lakwerk en geprepareerde dieren, bijeengebracht door Philipp Franz Balthazar von Siebold (1796 – 1866).
Geboren in het Beierse Würzburg, kwam hij uit een familie van artsen en na zijn studie geneeskunde werd hij in 1822 geneesheermajoor in het Nederlands Oost-Indische leger in Batavia (Indonesië).
De gouverneur-generaal stuurde Siebold naar Japan. Destijds een land met een centrale plaats in de veranderende wereldpolitiek, maar totaal onbekend, want de grenzen waren gesloten.
Handel werd alleen toegestaan op het kunstmatige eiland Deshima. In 1823 kwam Siebold hier terecht. Hij kreeg de opdracht om informatie te verzamelen over Japan, over de cultuur, natuur, de handel en het politieke systeem. Buitenlanders mochten Deshima niet verlaten.
Na het genezen van een invloedrijke lokale ambtenaar mocht Siebold een kleine kliniek buiten de handelspost openen en legde hij huisbezoeken af. Zo kreeg hij contact met Japanse medici en natuurwetenschappers.
Collectie
Kris Schiermeier, directeur van het museum, vertelt: “Siebold heeft een belangrijke rol gespeeld op natuurhistorisch gebied in Europa. Zijn collectie was in 1830 in Nederland de eerste grote verzameling van Japanse flora en fauna, zaden en gebruiksvoorwerpen met veel tot dan toe onbekende dier- en plantensoorten.
In die tijd was de opleiding tot arts veel breder dan tegenwoordig. Zo leerde hij ook over biologie en hij stopte stiekem zaadjes in een geheim vakje in zijn wandelstok. Toen hij in Nederland woonde, legde hij met de meegebrachte zaden, bij zijn buitenhuis ‘Nippon’, een tuin aan. De hortensia, camelia, wisteria, Japanse anemoon en nog vele andere planten- en bloemensoorten zijn zo in de Nederlandse tuin geïntroduceerd.”
De meeste voorwerpen nu te zien in het museum verzamelde hij tijdens een maandenlange hofreis naar Edo (het huidige Tokyo). Na die reis zou Siebold naar Java vertrekken. Tussen zijn bezittingen werden landkaarten ontdekt en werd hij beschuldigd van spionage voor de Russische staat. Het was streng verboden om landkaarten in bezit te hebben, want dit was politiek gevoelig materiaal. Zo werd Siebold in oktober 1829 uit Japan verbannen.
Ogata Gekkō
Op de eerste verdieping van het Sieboldhuis wordt momenteel voor het eerst buiten Japan een podium geboden aan kunstenaar Ogata Gekkō (1859 – 1920). Er zijn ruim honderd werken van Gekkō en veertig van zijn tijdgenoten te zien. De tentoonstelling geeft een nieuwe kijk op de prentkunst uit de Meiji-periode (1868 – 1912). In deze periode onderging Japan sociale, culturele en politieke veranderingen toen het zich ontwikkelde tot een moderne staat.
Gekkō, geboren als Nakagami Masanosuke was als autodidact een buitenstaander in de schaduw van zijn tijdgenoten Tsukioka Yoshitoshi (1839 – 1892) en Toyohara Kumichika (1835 – 1900). Pas in deze eeuw kreeg Gekkō erkenning in Japan. Zijn prenten wijken af van de standaard van vaste compositieregels, strakke lijnen en heldere kleurvlakken. Gekkō’s stijl ligt met het gebruik van subtiele kleurovergangen meer bij de schilderkunst. De tentoonstelling laat bekende thema’s zien uit de Japanse prentkunst; geschiedenis, schoonheden, natuur, literatuur en oorlogen.
Prenten werden gebruikt als verpakkingsmateriaal voor goederen die naar het buitenland gingen. Zo kwamen ze in Europa terecht, waar de prenten werden gezien als kunst. Kris Schiermeier: “Prentkunst was in die tijd in Japan zoiets als posters in de huidige tijd. Ze werden gedrukt in een hoge oplage en tijdelijk aan de muur gehangen. Als je het zat was, kocht je weer een andere prent. Daarnaast werden er ook prenten gemaakt voor bijzondere gelegenheden.”
Japans lakwerk
Na de tentoonstelling van Gekkō, toont het museum de eeuwenoude traditie van het Japans lakwerk, dat zich met de komst van het boeddhisme in Japan, ontwikkelde tot een kunstvorm. Sinds het einde van de 16e eeuw maakte Europa kennis met deze verfijnde en duurzame artikelen.
In de tentoonstelling worden vijftig lakwerk-objecten getoond, zoals dienbladen, voorwerpen voor de theeceremonie, vazen en schrijfgerei, gemaakt met urushi, een natuurlijke hars die, door het inkerven van de bast wordt getapt uit de lakboom.
De hars ondergaat vervolgens verschillende bewerkingen. Het materiaal wordt laag voor laag opgebouwd en gepolijst, zodat er een egaal oppervlak overblijft. Er worden decoratietechnieken toegevoegd, zoals het gebruik van zilver- en goudpoeder. Al met al een precisiewerkje dat maanden tot jaren in beslag kan nemen.
Ogata Gekkō en zijn tijdgenoten, 5 juni t/m 5 september 2021
Schoonheid in detail. 20ste-eeuws Japans lakwerk, 17 september t/m 5 december 2021
Japanmuseum SieboldHuis
Rapenburg 19
2311 GE Leiden