Idioot grote boomspiegels en magische rode paaltjes
Tekst en Beeld: Elwira Stuur
Als ik aan de voorzijde van ons huis uit mijn raam kijk, kijk ik uit over een parkje dat één grote bloemenzee is. Fantastisch.
Maar 2 jaar geleden zag ditzelfde parkje er heel anders uit. Toen was er alleen kort gemaaid gras, dat in de zomermaanden direct dor en bruin werd. Er stonden een aantal walnotenbomen te verpieteren in de arme grond, gevormd door het bouwafval dat er gestort was. Er waren wat speeltoestellen aanwezig en een betegeld pad. Dat was het wel. Een ‘groene’ woestijn. Geen bloempje en beestje te vinden. Het gras was altijd megakort door een idioot streng maaibeleid van de gemeente. Om de 2 weken – liefst om 7 uur ’s ochtends – werd alles gemillimeterd. Totaal onnodig. Met ook nog eens heel veel herrie. ‘Dat moet toch anders kunnen’, dacht ik.
Verandering door iets te doen
En nu kan ik genieten van een enorme rijkheid aan bloei en daardoor van allerlei insecten door ‘strijd te leveren’ en vooral te doen.
Meerdere malen, als ik de maaimachines weer hoorde komen, rende ik het huis uit – vaak genoeg nog in een soort van pyjama – en sprong ik letterlijk voor de machine.
Ik vroeg de maaiman (het was altijd een man) waarom hij het gras maaide. Het was immers al heel erg kort. ‘Omdat het moet’, was meestal het antwoord. Nou, die logica ontging mij volkomen.
Na contact met de gemeente sprak ik af dat er ‘op zicht’ gemaaid zou worden. Dus gras van 8 – 10 cm hoefde echt niet gemaaid te worden. Maar dat ‘op zicht’-maaien ging veel te vaak verkeerd. De routine bij de maaimannen zat er goed in en steevast werd er in de blind alsnog om de twee weken gemillimeterd.
Boomspiegels en paaltjes
Gelukkig kwam ik er al snel achter dat je wel heel gemakkelijk direct biodiversiteit kunt realiseren door boomspiegels te adopteren en aan te leggen. Dat liet ik me geen 2x zeggen.
Als een razende heb ik klinkers om de verpieterende walnotenbomen in cirkels gelegd. Gras eruit, wat goede grond erbij, zaaien maar en planten de grond in.
Ik maakte de boomspiegels zo groot dat tussen al die cirkels de maaimachine precies niet meer door kon. ‘Hè wat jammer nou’. Van de gemeente kreeg ik kleine houtenpaaltjes met een rode bovenkant. Die moest ik bij de boomcirkels plaatsen. Die paaltjes waren het teken voor de onderhoudsmannen om die stukken met rust te laten.
Mooi. Als die paaltjes zo goed hun werk doen, dan kon ik daar vast veel meer mee. En zodoende heb ik er wat paaltjes bijgemaakt en heb ik her en der in het parkje stukken grond geclaimd. En dat werkte. Door de grote cirkels en de paaltjes was er minder onderhoud. Minder gemaai. En meer kans voor nieuwe biodiversiteit.
Verzet werkt
Inmiddels heeft de gemeente het ook beter begrepen, is mijn verzet opgepikt en is er door de gemeente inmiddels een nieuwe boom bijgeplaatst (in goede grond). Zijn er bollen en inheemse zaden de grond ingegaan en geniet niet alleen ik, maar de hele buurt van vogelwikke, gewone margrieten, korenbloemen, kaasjeskruid, kamille, duizendblad, knoopkruid, teunisbloemen en vooral de 2,7 meter hoge toortsen (verbascums) stelen de show. Missie geslaagd.
Wat een beetje rebellie en durf al niet te weeg kan brengen. En als iemand nu tegen me zegt: ‘Als ik nu door het parkje loop, krijg ik gewoon kippenvel omdat het zo mooi is’, dan was elke keer voor de maaimachine springen het meer dan waard.
Ook jij kunt dit. De buurt vergroenen. Eigenlijk door gewoon te doen.