Top
textielindustrie

Hoe het ‘eilandgevoel’ duurzame mode inspireert

Tekst: Lynsey Dubbeld

Schone en eerlijke werkomstandigheden in de textielindustrie vormen wereldwijd anno 2018 nog altijd een prob-leem, zo blijkt uit een rapport van de Schone Kleren Campagne. Gelukkig zijn er voldoende plekken waar wel verantwoorde kleding vandaan komt, zoals de prachtige eilanden IJsland, Nieuw-Zeeland, Indonesië, Taiwan, Madagaskar en de Filippijnen.

Een kledingstuk met het etiket ‘Made in Europe’ klinkt eerlijk. Maar daar valt wel iets op af te dingen, blijkt uit een rapport van de Schone Kleren Campagne. De Nederlandse ngo die strijdt voor goede arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie onderzocht de situatie in kledingfabrieken in twaalf landen in Oost-Europa. Van Bulgarije
en Kroatië tot Polen en Roemenië. In veel van de landen ligt het wettelijk minimumloon onder de armoedegrens. Soms krijgen textielarbeiders niet eens het wettelijk minimumloon uitbetaald en een groot deel van hen verdient dan ook onvoldoende om van te leven. Ook in andere opzichten doen de omstandigheden in Oost-Europese textielfabrieken denken aan sweatshops. In Bulgarije maken werknemers soms werkweken van meer dan honderd uur. In Hongarije wordt het in de fabrieken op zomerdagen gerust 35 tot 42 graden. En in een fabriek in Servië wordt het personeel geïnstrueerd een luier aan te doen, zodat ze het werk niet hoeven te onderbreken voor een plaspauze.

Van IJsland tot Nieuw-Zeeland

Met een beetje speurwerk is mode ook te vinden op uiteenlopende eilanden. Zo produceert het IJslandse bedrijf Atlantic Leather een speciale leersoort waarvoor zalmhuiden worden gebruikt die anders zouden worden weggegooid. De Nederlandse ontwerpster Map Renes maakt onder de merknaam Rokk on Roll mode-items van dit zalmleer, dat door de natuurlijke looimethoden minder milieubelastend is dan traditioneel leer. En ken je het Nieuw-Zeelandse modemerk Kowtow al? Gosia Piatek startte haar onderneming in 2007 met de missie om alle collecties volledig van fairtrade en biologische stoffen te maken. Voor de productie werkt Patek samen met katoenboeren en fabrieken in India, die ze dankzij een langdurige samenwerking een eerlijk loon en goede werkomstandigheden kan garanderen.

Lagelonenlanden

Niet alleen in Europa bestaan zorgen over schone en eerlijke werkomstandigheden in de textielindustrie. Lagelonenlanden in Azië en Afrika staan al langere tijd bekend als risicovol. Dat geldt niet alleen voor het vasteland, maar ook voor eilanden zoals Indonesië, de Filippijnen en Sri Lanka. De kledingindustrie is er een belangrijke economische sector, maar eerlijke werkomstandigheden staan regelmatig onder druk. In Indonesië zijn zo’n 1,3 miljoen mensen, vooral vrouwen, werkzaam in textielfabrieken. Het grootste deel van de bijna drieduizend kledingfabrieken bevindt zich op Java. Het wettelijke minimumloon ligt er gemiddeld hoger dan in andere Aziatische landen. Toch verdienen veel textielarbeiders volgens de Schone Kleren Campagne onvoldoende om van rond te komen. Bijvoorbeeld omdat een fabriek minder betaalt dan het officiële minimumloon. Daarnaast worden overuren niet altijd uitbetaald en zijn tijdelijke arbeidscontracten eerder regel dan uitzondering. Bovendien zijn er regelmatig ongelukken op de werkvloer: een kwart van de arbeidsongevallen in Indonesië vindt plaats in de kledingindustrie.

Filippijns ananasleer

Lagelonenlanden fungeren – met dank aan hun veelal prachtige natuur – niet alleen als produc-tielocatie maar ook als inspiratiebron voor de modewereld. Zo mag Carmen Hijosa van het Lon-dens modemerk Ananas Anam gerust de uitvinder worden genoemd van Piñatex, een materiaal dat lijkt op leer maar is gemaakt van de vezels van ananasbladeren. Hijosa werkte in de leerindustrie en ontdekte tijdens een reis naar de Filippijnen dat daar ananasvezels worden gebruikt voor tassen en stoffen. Na jarenlang onderzoek wist Hijosa restproducten uit de ananasteelt om te toveren tot textiel met de uitstraling van leer. Ananas Anam exporteert inmiddels over de hele wereld. Het materiaal sterk, licht, soepel en zacht is en prettig draagt. Daarnaast is het ook nog eens biologisch afbreekbaar. Piñatex is verwerkt in de schoenencollecties van onder andere Bourgeois Boheme en NAE, een Portugees merk dat volledig diervriendelijk produceert.

Levendige textielindustrie

Op Madagaskar leven onder meer lemuren (bijzondere maki’s), vanga’s (vogelsoort) en gouden kikkers die nergens anders ter wereld voorkomen. De fauna en biodiversiteit van het eiland ten oosten van Afrika trekken dan ook veel toeristen en natuuronderzoekers. Maar dit eiland kent – overigens net als veel andere landen in Oost-Afrika – ook een levendige textielindustrie. Met de stijgende lonen in Azië zijn de relatief goedkope Afrikaanse arbeidskrachten steeds meer in trek. Aandacht voor eerlijke mode is er ook op Madagaskar. Zo laat Edun, het duurzame modelabel van Ali Hewson (de vrouw van U2’s Bono), op het eiland knitwear en accessoires maken door lokale ambachtslieden. Mar Y Sol verkoopt collecties vrolijk gekleurde tassen en hoedjes die hier eerlijk worden gemaakt en Art Land produceert samen met lokale gemeenschappen verpakkingsmateriaal voor sieraden, kleding, accessoires en cosmetica. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van lokale en milieuvriendelijke materialen, zoals sisal, bamboe, raffia en boomschors. En wist je dat Madagaskar duurzame zijde produceert? De Amerikaanse ngo CPALI werkt daarvoor samen met lokale arbeiders, die een productiemethode leren die het regenwoud beschermt én de zijderupsen doet overleven. Onder de noemer Wild Silk Markets wordt de zijde verwerkt tot textiel dat bruikbaar is voor kleding, tassen en accessoires.

Taiwanees modetalent

Taiwan stond jarenlang vooral bekend als producent van goedkope rommel, maar duurzame mode staat tegenwoordig ook in de belangstelling op het eiland in de Oost-Chinese Zee. Zo behoorden twee jonge ontwerptalenten uit Taiwan in 2017 tot de finalisten van de EcoChic Design Award. Deze internationale competitie, die inmiddels is omgedoopt tot The Redress Design Award, daagt jonge ontwerpers uit om een duurzame collectie te maken. De winnaar krijgt de kans om de collectie ook daadwerkelijk te produceren en te verkopen via warenhuizen in Hong Kong. Ook voor finalisten liggen mooie prijzen in het verschiet, waaronder coaching bij de kickstart van een eigen duurzaam modelabel. Dus wie weet welk Taiwanees modetalent met een hart voor duurzaamheid we in 2018 nog gaan ontdekken.

Kleding uit de oceanen

In onze zeeën en oceanen komt steeds meer afval terecht. De plastic soep – een eiland van afval dat ronddrijft in de Grote Oceaan – is daarvan het bekendste voorbeeld. Dat afvalprobleem wordt veroorzaakt door het plastic dat we op straat weggooien, maar ook door bijvoorbeeld de synthetische kledingstukken die we wassen. Niet alleen plastic vervuilt het water. Volgens de Verenigde Naties blijft er jaarlijks ongeveer 640.000 ton aan oude netten uit de visserij achter in de oceanen. Alleen al in de Noordzee zouden honderden van deze zogenoemde spooknetten liggen. In de visnetten verstrikken onder meer vissen en krabben. Vanuit innovatieve start-ups zoals The Ocean Cleanup wordt hard gewerkt aan het opruimen van plastic afval. Ook modemerken helpen mee. Zo maakt het Amerikaanse textielbedrijf Bionic Yarn nieuwe stoffen van plastic afval dat wordt opgevist uit de oceanen. Het materiaal is bruikbaar voor onder andere meubels, koffers en kleding. In samenwerking met Pharrell Williams, die mede-eigenaar is van Bionic Yarn, ontwikkelde G-Star RAW al een jeanscollectie met garen van dit gerecyclede plastic. Ook voor de problematiek van oude visnetten wordt een oplossing gezocht. De Nederlandse ngo Healthy Seas zet zich in om visnetten uit de bodem van de Noordzee en Middellandse Zee op te vissen. De oude netten worden gerecycled tot nieuwe nylon garens – en Healthy Seas maakt er vervolgens sokken van.

Wat vindt u van dit artikel?

Lynsey Dubbeld is communicatieadviseur met een specialisatie in contentstrategie, contentmarketing en storytelling. Ze weet precies hoe je ingewikkelde onderwerpen vertaalt in verhalen die de doelgroepen informeren, inspireren en activeren. Met een scherp oog voor actuele ontwikkelingen, een gezonde dosis pragmatisme en een feilloos gevoel voor taal zorgt Lynsey dat verhalen de aandacht krijgen die ze verdienen.