Top

Het helen van Trauma, het kan

Tekst: Lenneke van Hastenberg | Beeld: Dreamstime

In gesprek met Ingeborg Bosch, over de film Thriving over Trauma; Healing Journeys en over Past Reality Integration (PRI).

Kun je kort iets vertellen over jezelf en je werk?

Ik ben afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam (1986) in de psychologie. Na organisatieadvieswerk ben ik geswitched naar therapie geven en ontwikkelde ik in 2000 Past Reality Integration (PRI). Deze methode is een zogenoemde meta-therapie. Dat wil zeggen dat het een specifieke combinatie van elementen uit meerdere therapieën is. Past Reality Integration helpt om enerzijds van emotionele blokkades af te komen, en anderzijds helpt het je om in je kracht te komen, bij je hart. Het doel van deze benadering is om vanuit authenticiteit en autonomie, met compassie in verbinding te zijn met anderen. Past Reality Integration is op diverse problemen toepasbaar, zoals depressie en angsten, stress en burn-out, relatieproblemen, eetproblemen en verslavingen, etc.  Mijn eerste boek verscheen in 2000, en het laatste (7e) boek kwam vorig jaar uit. De boeken zijn in diverse talen vertaald. Daarnaast is er een netwerk van therapeuten opgeleid en opgericht, verspreid over het hele land.

‘Thriving over Trauma; Healing Journeys’, is de titel van de film die gemaakt is. Waar gaat dit over, wat is dit voor film?

Het is een film waarin een aantal mensen vertellen over de klachten die ze hadden en hoe ze daarvan af zijn gekomen. Ontroerend. Er zitten oudere en jongere mensen bij. Iemand die aan migraine leed, een vrouw die niet zwanger kon raken. Iemand met anorexia. Een jongen met depressie en verslaving, iemand die vaak boos werd op haar partner, een stel met relatieproblemen, en zelf vertel ik over mijn problemen met angst. Deze mensen die in hun dagelijkse leven nog wel functioneerden, beschrijven hoe ze leden, dag in dag uit, door hun klacht.

trauma

Ze vertellen hoe hun genezingsproces is verlopen. Wat ze hebben ontdekt, welke invloed dat op hun leven heeft gehad en hoe ze vervolgens in hun dagelijkse leven concreet aan de slag zijn gegaan en blijvend konden genezen. Ook komen drie professionals aan het woord in de film. Een hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, een huisarts en een Dr. in de psychologie uit Australië met als specialisatie eetstoornissen.

De mensen die hun klachten delen in de film ontdekten dat de oorsprong van hun klachten in het verleden lag, in de eerste levensjaren. In deze periode heeft iedereen ervaringen die onvoldoende kunnen worden verwerkt. Niet alleen misbruik of geweld, maar ook het als baby alleen zijn gelaten bij huilen. Of een ouder die opeens heel boos werd.

Dingen die we als maatschappij, vanuit het perspectief van de volwassene zien als ‘dat valt allemaal wel mee’. Maar voor een klein kind dat geen tijdsperspectief heeft en volledig afhankelijk is, kan dit heel stressvol zijn.

Helen van trauma, het kan. Je hoeft er niet mee te leren leven, je neer te leggen bij het feit dat je bijvoorbeeld bang bent om met openbaar vervoer te gaan. Of dat je zo nu en dan heel boos wordt op je partner. Of lijdt aan sociale angsten en allerlei sociale situaties uit de weg gaat. Het zijn traumasporen. En die kunnen geheeld worden. Dat is goed nieuws. En het kan nu. Je hoeft niet op een ellenlange wachtlijst te staan. Dat is een drama in Nederland. Er staan nu geloof ik 80.000 mensen, met ernstige problemen, op een wachtlijst. Nergens terecht kunnen terwijl je flinke klachten hebt. Dat is vreselijk.

trauma

Trauma is dus niet wat we hebben meegemaakt, maar hoe we er mee om hebben kunnen gaan. Je bent bijvoorbeeld geslagen door een buurjongen, maar met je vader of moeder kan je erover praten en uithuilen. Ze begrijpen hoe naar het was en hoe bang je bent, en nemen actie om herhaling te voorkomen en jou te beschermen door bijvoorbeeld met die buurjongen te gaan praten. Dan heb je je angst en verdriet kunnen uiten, het kunnen voelen, een empathische reactie gekregen van degene waar je als kind van afhankelijk bent, je ouder, die er bovendien iets aan gaat doen en je hiermee beschermt voor herhaling. Dan kan een jong kind een ervaring, hoe afschuwelijk ook, verwerken en ontstaat er geen trauma.

Een trauma daarentegen is een ervaring die je niet hebt kunnen verwerken, waardoor het trauma reacties blijft genereren. Bijvoorbeeld niet durven auto te rijden, te spreken in het openbaar of niet durven te eten. Dat zijn allemaal voorbeelden van traumareacties.

Trauma Informed Care vraagt ‘wat is je overkomen?, in plaats van ‘wat is er mis met je?’

Zie ook het werk van Bessel van der Kolk, Gabor Mate, Bruce Perry en Oprah Winfrey en

https://en.wikipedia.org/wiki/Adverse_childhood_experiences

Welke plek heeft je werk binnen Trauma Informed Care en hoe onderscheidt het zich?

Er is een nieuwe stroming binnen de geestelijke gezondheidszorg op gang. Voorheen was er iets mis met je als je bijvoorbeeld veel angst had, kreeg je misschien angstremmers of je leerde ander gedrag aan. Er is nu een paradigmashift die emotionele klachten ziet als traumareacties. Een trauma komt meestal uit ons verre verleden. We hebben daar allemaal last van, niemand uitgezonderd. Iemand die snel boos of bang wordt, depressief, suïcidaal of gestrest is, verslaafd is. Er is niet inherent iets mis met deze mensen. Het zijn echter, meestal onbewuste, reacties op een trauma dat we als kind hebben meegemaakt.

Ik wil graag het bewustzijn over deze link bevorderen in onze maatschappij, op alle niveaus, of het nou gaat om onderwijzers, artsen, verloskundigen, politieagenten, etc., het maakt niet uit in welke discipline. Steeds meer mensen worden zich bewust dat we allemaal last hebben van traumareacties, en dat die voortkomen uit wat we als kind hebben meegemaakt. Dat hoeven niet altijd heel ernstige ervaringen te zijn geweest vanuit het perspectief van een volwassene. Te lang alleen huilen in je wiegje, niet getroost worden als je bang bent, uitgelachen of beschimpt worden als je een vergissing begaat, etc. Steeds meer hulpverleners denken niet meer ‘deze client is depressief door een tekort aan serotonine, die krijgt een pil en we leren hem te zien dat achter de wolken de zon schijnt’, even heel simpel gezegd. Er zijn steeds meer hulpverleners die weten dat achter een depressie en andere psychische klachten iets uit het verleden van de client ligt. Daar sluit Past Reality Integration bij aan.

Ik ben nu 25 jaar bezig met dit werk. In 2000 toen m’n eerste boek uitkwam was dit nog geen gangbaar idee. Sterker nog, er werd behoorlijk tegen geageerd: ‘Ga niet in je jeugd wroeten, het verleden is voorbij, ga kijken naar je cognities, je gedrag’. Nu is het gelukkig steeds uitzonderlijker professionals tegen te komen die zeggen ‘we kijken niet naar trauma of ervaringen uit de vroege jeugd’. Deze ontwikkeling is, zoals vaker, opgekomen vanuit Amerika. Gabor Mate, Canadees arts, wordt bijvoorbeeld steeds bekender met zijn stelling dat zowel fysieke als mentale ziektes hun wortels hebben in stress en trauma.

Ook in de Krant van de Aarde stond er laatst een groot artikel over zijn bezoek aan Nederland en zijn werk. In Nederland zaten 4500 mensen in de zaal van het Ahoy bij de lezing die hij gaf.

Bessel van der Kolk, Amerikaans psychiater, onderzoeker van trauma en auteur van boeken over trauma en heling, is een paar jaar geleden bij Zomergasten geweest. Toen werd er in de krant negatief over hem geschreven. Het zou gevaarlijk zijn voor de Nederlandse burger als deze man met zijn boodschap over de ernst en impact van trauma, zendtijd zou krijgen. Er is anno 2024 hier en daar nog steeds enige weerstand tegen deze wetenschap, maar de paradigmaverandering zet stevig door en is niet te stoppen. Er is de laatste dertig jaar een overvloed aan onderzoek die laat zien dat het zo werkt.

Als je het trauma niet aanpakt, kan je wel een symptoom behandelen (bijvoorbeeld de angst om auto te rijden), en de client leren dat hij niet bang hoeft te zijn, maar de bron van de angst haal je hiermee niet weg. Die bron zal zich hoogstwaarschijnlijk uiten in een andere klacht. Bijvoorbeeld opeens bang worden om door tunnels te rijden of om bepaalde gesprekken te voeren. Het trauma dat er zit zal, als het niet aan wordt gepakt, zich uiten in andere traumareacties. Dan moeten die vervolgens behandeld worden, etc., etc. Ondertussen gaat het lijden verder.

Waarin onderscheidt Past Reality Integration zich?

Past Reality Integration (PRI) is een zogenoemde meta-therapie. Dat is een therapie die bestaat uit elementen uit meerdere therapieën, in een specifieke combinatie. In Past Reality Integration zijn elementen aanwezig uit de cognitieve gedragstherapie (cognitie en gedrag), traumatherapie (exposure, dwz het toelaten van emoties) en dat binnen een schemagerichte benadering (de constructen die iemand maakt om om te gaan met zijn traumaresponses – bijvoorbeeld iemand met een fobie om auto te rijden zegt tegen zichzelf: ik vind het fijn om met de trein te gaan i.p.v. auto te rijden).

Daarnaast ontleden we iemands perceptie. Dit is een centraal element in Past Reality Integration. We werken zowel met het lichaam, de gevoelens, het gedrag als de gedachtes. Daarin leggen we heel sterk de nadruk op de perceptie van de client. Wat neemt hij/zij waar, via de zintuigen, wat ziet hij/zij, wat hoort hij/zij en wat betekent dat (onbewust) voor hem/haar? In onze waarneming zit namelijk een detail dat identiek is aan het trauma dat we als kind niet konden verwerken en daardoor hebben moet verdringen in ons onbewuste. Dit weten we niet, maar op het moment dat ik bijvoorbeeld hoor dat iemand bozig praat, gaat er een alarm af omdat de waarneming van de boze stem raakt aan de boze stem van mijn moeder die vroeger net zo tegen mij praatte en tegen mij tekeerging. Mijn onbewuste denkt op zo’n moment ‘Oh help, er is weer gevaar’. En dan begint de traumaresponse. Op dat moment worden we geleefd door wat we in PRI de afweren noemen. Dat praten we dan goed door bijvoorbeeld te zeggen: ‘als je zo tegen me praat, dan ga ik nu weg’.  In plaats van dat we doorhebben, ho stop, ik raak in paniek of wordt zelf boos vanuit mijn eigen traumaresponse.

Dit mechanisme speelt overal in door. In ons werk, in onze relaties, in hoe we onze kinderen opvoeden. Als kind zijn we op het moment van onze geboorte in principe een tabula rasa. Die wordt in de eerste jaren van ons leven geprogrammeerd aan de hand van de ervaringen die het kind heeft. Dan wordt het programma geschreven ‘dit is hoe het leven in elkaar zit en hoe ik dat het beste kan overleven’. Bijvoorbeeld: ‘ik word meestal alleen gelaten en dat kan ik het beste overleven door te denken dat ik alles alleen kan en niemand nodig heb’. Dat is dan het programma waarmee wij overleven en opgroeien en van waaruit we vervolgens de rest van ons leven onbewust in het leven staan. We blijven denken dat ons programma normaal is in het hier en nu. Dus ook al heb je bijvoorbeeld 100 vrienden, als dit je imprint is, dan ga je denken dat het eigenlijk helemaal geen vrienden zijn en spookt het door je hoofd: ‘ze zijn met zichzelf bezig en ach wie is er nu in mij geïnteresseerd’. Dan zal je geen toenadering tot anderen zoeken en dit goed praten door te denken: ‘ik ben nu eenmaal introvert, dat is prima, etc’. We voelen niet eens meer dat er iets veel diepers, en pijnlijks, onder deze overtuiging schuilgaat.

Voor wie is Past Reality Integration interessant?

PRI is interessant voor mensen die rondlopen met psychische klachten of het nou depressie, angst, verslaving, anorexia, stress, burn-out etc. betreft en daar geen passende hulp voor vinden. Dat wil zeggen dat ze geen hulp krijgen die afdoend is. Niet alleen op korte termijn maar ook op de lange duur. PRI leert cliënten de methode zelf toe te passen, waardoor de resultaten van de therapie beklijven en er geen afhankelijkheid van een therapeut ontstaat. PRI is ook interessant voor professionals die graag een effectief therapeutisch instrument leren hanteren. Dat kan in de opleiding tot Past Reality therapeut. Een opleiding die diep gaat omdat je ook als therapeut je eigen trauma’s leert opsporen en je traumaresponse leert helen. Dan kan je als therapeut de methode goed toepassen bij je cliënten.

Tot slot, de film, wanneer is deze te zien en waar?

Wat: De filmpremière is op 24 januari 2025 om 19.30 uur

Waar: de Bilt

Wie: Voor iedereen die graag meer wil weten over trauma en hoe de effecten daarvan op het huidige leven te helen. Mogelijk m.b.t. klachten die zij zelf ervaren of klachten van mensen in hun omgeving.

Maar ook voor mensen die op een wachtlijst staan kan deze avond interessant zijn. Tot slot kan deze avond ook professionals boeien die meer willen weten over trauma en deze vorm van Trauma Informed Care (TIC).

Leuk detail is dat dr. Gabor Maté ons initiatief om met deze film meer bewustzijn te brengen bij zowel het grotere publiek als bij professionals over de link tussen medische en psychische klachten enerzijds, en stress en trauma anderzijds, waardeert en ondersteunt. Alle discussie daargelaten, stelt hij zonder enige twijfel: ‘één ding is duidelijk: vanuit onderzoekoogpunt is er de laatste dertig jaar een overvloed aan bewijs voor de link tussen mentale en fysieke ziekten en stress en trauma’.

In deze documentaire komen 8 mensen en deskundigen aan het woord die hun ervaringen delen over hun pad naar heling. Ze leden aan respectievelijk boosheid, migraine, anorexia, onverklaard niet zwanger kunnen raken, angst, verslaving en relatieproblemen. Ze delen hun reis over hoe ze ontdekten dat hun klachten in het hier en nu, een oorzaak hadden in hun verleden en hoe ze zich daaruit los hebben kunnen maken en blijvend konden genezen. Hoe hoopgevend. Het belooft een interactieve avond te worden. We zullen de meeste deelnemers aan de film verwelkomen op het podium en ook de deskundigen aan het woord laten over hun ervaringen. Daarnaast is er livemuziek van Anne & Janneke met trauma en heling als thema. Na de vertoning van de film zal een discussie met de zaal plaatsvinden waarin ruime aandacht is voor persoonlijke en professionele vragen. Ook zal een boek over een persoonlijke healingjourney kort door de schrijfster gepresenteerd worden. Zelf zal ik natuurlijk ook deelnemen aan deze bijzondere avond en de discussie met de zaal faciliteren.

Wat vindt u van dit artikel?