De roerdomp
Onze bruine geheimzinnige reiger
Tekst: Marcel Boer | Beeld: Dreamstime
De roerdomp, Botaurus stellaris is een geelbruine reiger met de kleur van overjarig riet, grillig zwartgevlekt en dwarsgestreept en groene poten. Neemt bij gevaar karakteristieke paal- of dreighouding aan. Vlucht uil/reigerachtig. Is niet echt schuw maar wordt weinig waargenomen vanwege verborgen levenswijze. Gaat door schutkleuren volledig op in de omgeving en wordt zelfs op enkele meters afstand in het riet of in ruig grasland volledig over het hoofd gezien. Man en vrouw hebben zelfde verenkleed, maar mannen zijn groter.
Geluid als een misthoorn
Het roerdomp-mannetje roept in het voorjaar van half maart tot half juni als een misthoorn, vooral ‘s nachts “hoemp- hoemp-hoemp-hoemp”. Deze baltsroep klinkt als het blazen over een lege fles. Meestal 4-6 keer, tot soms wel 9 keer. Hoe fitter de vogel, hoe vaker hij hoempt en dus te aantrekkelijker voor de vrouwtjes. Met computeranalyse van geluidsopnamen is elk individu te herkennen. Afwisselend zachte, harde en weer zachte hoempen met verschillende pauzes. B.v. 2-zacht, 1 luid, 2 zacht of 4 zacht en 1 luid en dat met verschillende pauzelengtes. Elk mannetje heeft dus zijn eigen roep!
De roerdomp heeft een verstevigde luchtpijp met vergrote en versterkte kraakbeenringen er omheen. Hij pompt zijn borstkas vol lucht, laat eerst een zacht oe-oe-oe horen alvorens te hoempen, door de lucht met kracht naar buiten te persen. Daarbij weet hij precies de juiste golflengte te treffen om het geluid te sturen over de scheidslijn tussen warme en koude lucht, die nodig is om het ver tot aan de grenzen van zijn grote territorium te laten klinken.
Het aantal hoempen neemt in de loop van de ochtend en van het seizoen af. Er wordt dan ook wel heel zachtjes gehoempt. Ook s’ nachts te horen. In de herfst kan de roerdomp in vlucht een kwakend geluid voortbrengen.
Door de verborgen levenswijze worden roerdompen vaker gehoord dan gezien. Vrouwtjes hoor je niet, die krijg je meestal alleen te zien tijdens voedselvluchten.
Vroeger algemeen, nu zeldzame broedvogel
De roerdomp was vroeger een algemene, maar is nu een zeldzame broedvogel van rietmoerassen met veel oud nat riet en open water met natuurlijke wisselende waterstanden. In de jaren 70 nog 7.500 broedgevallen. Geschatte broedterritoria nu ca. 1.000. Vooral in Oostvaardersplassen, de Wieden, de Weerribben, Lauwersmeer en de Zaanstreek.
Zenders lichten tipje van hun geheimzinnige levenswijze op
Tussen 2010 en 2012 zijn 4 vrouwen en 4 mannen in het Ilperveld van een zender met GPS-logger voorzien, die 6 x per dag plaatsgegevens heeft opgeleverd over broed-, foerageer-, rust- en winterverblijven. Met dit zenderonderzoek (minuscule lichtgewichtzenders aan elastische tuigjes) in het Ilperveld is inmiddels gebleken, dat roerdompen (mannen) in de zomer vaak van moeras- naar moerasgebied (van Ilperveld naar Wormer- en Jisperveld) zwerven om te foerageren of vrouwen te bezoeken en in de winter een vaste stek hebben dichtbij in b.v. Friesland of verder weg in Zuid-Engeland of Frankrijk.
Blijven deels in de winter hier, maar vooral vrouwtjes, die kleiner zijn, trekken weg richting Engeland en de middellandse zee tot in Afrika/Gambia. De tweemaal zwaardere mannetjes zijn beter in staat koude winters te overleven. Bovendien kunnen ze dan hun territorium blijven verdedigen. In december-januari overwinteren hier 500-1.000 vogels waaronder ook vogels uit Noord- en Oost-Europa. In strenge winters hoge sterfte. Begin maart komen de trekkers terug. In heel Europa zijn er nog ca. 30.000 roerdompen, maar dat aantal neemt overal af door ontginning en verdroging van moerassen.
Veelwijverij
Mannetjes zijn polygaam en kunnen meerdere vrouwtjes hebben en nemen niet deel aan broed- en jongenzorg. Groot plat verhoogd nest in nat riet, soms op zo goed als onbereikbare drijftillen. Liefst met 50 cm water. Bij slechts 10 cm kans op predatie door vossen. Slechts 1 legsel. Alleen vrouwtje bebroedt in april/mei 25 dagen 4-6 olijfbruine eieren en verzorgt de donzige nestblijvers met punkkapsel. Vrouwtje maakt voedselvluchten als er weinig voedsel in de buurt van het nest is. Bij gevaar gaan donsjongen van het nest en duiken onder water. Jongen verlaten na 2-3 weken het nest en zijn met 8 weken zelfstandig.
Vroeger bejaagd en geschilderd o.a. door Rembrandt
Uit historische bronnen blijkt dat tussen 1500 en 1800 de roerdomp zo algemeen was dat er op gejaagd werd o.a. met havik en slechtvalk. Hij werd toen putoir of puttoor genoemd en het roepen ‘pompen’. Zijn oorspronkelijke naam betekent riethoemper. Van Rembrandt zijn er 2 schilderijen waarin onze mysterieuze vogel voorkomt: een zelfportret met roerdomp en een stilleven van een roerdomp, hangend naast een geweer en een weitas.
Uit: Vogelfamilies van Nederland van Marcel Boer, KNNV 2020. ISBN 9789050117500. Verkrijgbaar bij uw boekhandel of tijdens de wekelijkse vaarexcursies in Natuurmonument ‘Het Wormer- en Jisperveld’ met de auteur als gids. Inschrijven voor excursie bij Vogelbescherming Nederland.