De natuur als één grote speeltuin
‘Alle kinderen naar buiten’, het is een inspirerende boektitel en zo is ook de ontmoeting met natuur-illustrator Jasper de Ruiter. Alhoewel het woord illustrator al lang niet meer de lading dekt. Langzamerhand groeide naast het tekenen de drang om meer met de natuur te doen, om mensen breder hiervoor te enthousiasmeren. Op alle mogelijke manieren, en dat zijn er veel.
Tekst: Yvonne Koop/Beeld: Jasper de Ruiter
Wie de website bekijkt waarop Jasper al zijn activiteiten heeft uitgestald, duizelt het haast van de mogelijkheden. Er is een webshop waarin speurpakketten, herkenningskaarten en zelfs raamstickers wordt verkocht (die voorkomen dat vogels tegen de ruiten vliegen), er kunnen natuurfeestjes worden besteld, er kan hulp worden aangevraagd bij het inrichten van groene schoolpleinen en nog veel meer. Alles hard nodig, volgens Jasper, want kinderen gaan nog lang niet genoeg naar buiten. “De natuur is een grote speeltuin, waar nog veel te weinig gebruik van wordt gemaakt.”
Hij is niet de eerste of enige die zoiets zegt. De afgelopen jaren komen er met de regelmaat van de klok onderzoeken naar buiten waaruit blijkt kinderen niet of nauwelijks meer buiten spelen, te dik worden mede hierdoor, en – recentelijk – eigenlijk valcursussen zouden moeten krijgen om het groeiende aantal ongelukken bij het weinige buiten spelen terug te dringen. Om het nog maar niet te hebben over de basale kennis die vaak ontbreekt over bomen, bloemen en planten en de schrik die kinderen hebben voor viezigheid, of het nu modder op hun nieuwe schoenen of kriebelbeestjes op hun schone handen is.
Groen klaslokaal
Om hier iets aan te doen zijn met name kinderdagverblijven voorzichtig bezig te ‘vergroenen’ en staat bij steeds meer scholen het aanleggen van groene schoolpleinen hoog op de agenda. Zo moeilijk is het eigenlijk ook niet om een moestuintje aan te leggen, muren te laten begroeien met klimplanten, wilgentunnels en ander groen speelmateriaal aan te schaffen en de kinderen eens wat vaker naar buiten te jagen, desnoods in regenpak en met regenlaarzen aan.
Organisaties als Natuurwijs, Springzaad en stichting Veldwerk ondersteunen dit soort initiatieven. Natuurwijs (met als beschermvrouwe prinses Irene) doet dit onder meer door excursies met boswachter of natuurgids, Springzaad door het samen met ouders natuurrijker maken van schooltuinen, speelterreinen en andere plekken waar kinderen kunnen leren en recreëren en Veldwerk door werkweken, natuuractiviteiten en natuuronderwijslessen te ontwikkelen waarmee scholen letterlijk en figuurlijk op pad kunnen. Allemaal nog heel voorzichtig en beschermd maar het begin is er.
“Geweldig!”, vindt Jasper deze ontwikkelingen, maar wat hem opvalt is dat er nog niet zo wordt nagedacht over de natuur als klaslokaal. “Wat dacht je van rekenlessen met bijvoorbeeld zaden, noten of bladeren. Of appelmoes maken met appels uit de tuin. Groentes verbouwen in de moestuin, en woorden leren met de kinderen door alles wat ze buiten zien te benoemen. Kinderen leren een woord veel eerder kennen als ze het zelf gezien hebben of in de hand hebben gehad. Mijn volgende project wordt dan ook het aanbieden van educatieve materialen waarmee scholen dit soort lessen in de natuur kunnen verzorgen.”
Natuur om de hoek
Maar eerst moet het boek af. Het wordt volgens Jasper het eerste (bijna) complete doe-en leerboek over de natuur. Die dichterbij is dan we denken, lees ik in een voorpublicatie. “ Soms zou je het bijna vergeten, maar natuur is óók de Aarde waar we over heen lopen, de regendruppels op ons hoofd en het slootje om de hoek. Ga op ontdekking door te woelen in de grond, te vissen in de vijver en de regen en zon te vangen.”
Het boek geeft daarvoor aansprekende tips en knutsels waardoor je inderdaad gelijk zin krijgt om lekker naar buiten te gaan. Of je nu 5 bent of 12, maakt daarbij eigenlijk niet uit, aldus Jasper. “Er staan tips in die iedereen kan doen: onder een tak kijken wat daar leeft, spullen verzamelen uit de natuur om mee te gaan knutselen, slootje springen. Andere dingen zijn iets diepgaander, de waterkwaliteit bepalen bijvoorbeeld door temperatuur en doorzichtigheid te meten. Maar met de meeste ideeën kan iedereen zo aan de slag.”
Oerinstinct
Een kniesoor zou zelfs kunnen zeggen dat sommige tips wel erg voor de hand liggen. Toch is het volgens Jasper broodnodig om zo overduidelijk te benoemen wat er allemaal met en in de natuur kan. “We zijn allemaal steeds verder afgedreven van de natuur, ik ook. Waar nu mijn woning staat was vroeger weiland. Dat is dus helemaal volgebouwd. En zo is het in heel veel gebieden gegaan. Er zijn grote steden ontstaan, met drukke straten en speeltuinen waarvan we vinden dat, ook al liggen ze maar een paar straten verderop, het te gevaarlijk is om de kinderen er alleen naar toe te laten gaan. Ouders hebben het steeds drukker, en dan is het makkelijker om de kinderen maar binnen te houden in plaats van ze buiten te laten spelen, waar je toch het gevoel hebt dat je steeds op ze moet letten. En waar je dan zelf ook eigenlijk niet meer goed weet wat je samen met ze kunt doen.”
Of dit te veranderen is, weet Jasper niet. “Hopelijk wel. Zoveel generaties is het nou ook weer niet geleden dat we opgroeiden in en nabij de natuur. Dat merk ik als ik met kinderen de natuur inga. In het begin zijn ze bang voor bijvoorbeeld allemaal in hun ogen enge beestjes, na een uur laten ze ze op hun hand lopen. Het oerinstinct is er nog wel. Maar je moet ze de faciliteiten bieden. En ook als volwassene weer veel vaker de natuur in gaan, weer of geen weer. Als je maar een half uur in de natuur bent, vergeet je alles om je heen en word je helemaal één met de natuur. Daardoor ruik, voel en zie je zo veel meer buiten. Die ervaring gun je toch ieder kind!”
Meer info
www.despeurzoekers.nl