De impact van internaatscholen
Tekst: Lenneke van Hastenberg
Lenneke van Hastenberg is psychologe. In haar praktijk behandelt ze jongeren en volwassenen met PRI (Past Reality Integration). Een methode ontwikkeld door de Nederlandse psychologe Ingeborg Bosch. In deze therapie staat centraal hoe trauma’s uit het verleden doorwerken in het heden. Ze is gespecialiseerd in de behandeling van (ernstige) Anorexia Nervosa en multi-problematiek.
Aanleidingen voor het sturen van kinderen naar kostscholen en internaten zijn divers. Zo zijn de bekende aanleidingen bijvoorbeeld status, traditie, discipline, vorming, betere opvoeding (en toekomstkansen), onhandelbaarheid thuis, afwezigheid ouders. Interessant is dat regels, structuur en discipline van oudsher een hoofdrol spelen in de internaatperiode. Met pedagogische uitgangspunten die mijns inziens achterhaald zijn, maar logisch worden gevonden binnen een instituut van een internaat of kostschool.
Wegsturen op een té jonge leeftijd is traumatisch
Echter tijdens zwangerschap, geboorte en daarna in (vroege) jeugd en adolescentie is de afwezigheid van een of beide liefhebbende ouder(s), gedurende langere tijd op een té jonge leeftijd, ‘traumatisch’ te noemen. In die zin dat een kind tot die leeftijd nog onvoldoende emotionele rijping heeft om op die manier zelfstandig te kunnen ‘leven’.
Het ontbreken van ouderlijke liefde, veiligheid, geborgenheid en (fysiek) contact is té pijnlijk om te uiten en te verwerken. De manier voor een kind om hier mee om te gaan is ontkenning en verdringing, veelal zonder zich hiervan bewust te zijn.
Sir Winston Churchill noemt in zijn autobiografie ‘mijn jonge jaren’, de jaren die hij als 8-jarig jongetje doorbracht op de St. George kostschool structureel niet: “…Wellicht uit tact, maar waarschijnlijk heeft Churchill deze periode van lijfstraffen op St. George en zelfs zijn verminkte achterwerk daardoor, gedurende een halve eeuw uit zijn gedachten weten te bannen….” (Churchill, De biografie, Andrew Roberts, pagina 52).
Herinneringen worden verdrongen
Dit verklaart waarom sommigen geen of beperkte negatieve herinneringen hebben en zelfs positief over hun kostschooltijd kunnen praten. Net zoals veel cliënten aan het begin van hun therapietraject vaak aangeven overtuigd te zijn dat ze een heel gelukkige jeugd hebben gehad.
De kans op hechtingsproblematiek (op latere leeftijd) wordt versterkt doordat de ouders gedurende langere tijd en op een cruciale leeftijd afwezig waren en deze rol nimmer door ‘schoolleiding, regels en structuur’ kan worden vervangen en daarom schadelijk kan zijn.
In de kostschoolsetting kan het kind nog niet omgaan met de pijn van de eenzaamheid, het gemis aan liefde, troost en contact, (soms) het onderling pesten en de machteloosheid om zich nog niet voldoende emotioneel te kunnen uiten. En dus moet dit worden weggestopt en ontkend, als overlevingsstrategie*. Onder meer door zich te conformeren aan het regime dat nodig is om hen op te voeden en te verzorgen. Maar tegen welke emotionele prijs en met welke effecten op de latere volwassen leeftijd?
*Vanuit PRI bezien, bestaat deze overlevingsstrategie uit vijf ‘afweermechanismen’ (angst, primaire afweer, valse hoop, valse macht en ontkenning van behoeften). Als reactie op trauma’s in onze jeugd, ontwikkelen we (onbewust) mechanismen waarmee we de pijn weg kunnen houden. Echter in ons volwassen leven zorgt die afweer voor problemen. En kunnen we hierdoor bijvoorbeeld angstig of depressief worden, last van stress krijgen of verslavingen of eetproblematiek ontwikkelen.
Ervaringen op een internaatschool
Veel succesvolle mensen zaten op een internaat. Wat vonden zij van hun tijd daar? Was het dat waard?
Koning Willem Alexander “Alex heeft zeker genoten van zijn tijd hier”
Koning Willem Alexander was 16 toen hij naar het UWC Atlantic College in Wales ging. Thuis was het een lastige situatie vanwege de ziekte van Prins Claus. Eén van de klasgenoten is daar nu leraar. “Hij heeft zeker genoten van zijn tijd hier”, herinnert hij zich over Willem-Alexander, die bekend stond als Alex. “Het was waarschijnlijk de eerste keer van zijn leven dat hij naar buiten kon gaan en ervan kon genieten, zonder te worden herkend.” Evenals andere leerlingen deed Willem-Alexander mee aan vrijwilligerswerk. Zo voer hij op een reddingsboot en leerde hij een groep blinden zwemmen en kanoën. Alex ging verder bij de marine alvorens in Leiden geschiedenis te gaan studeren.
Mark Zuckerberg “Ik heb alles te danken aan Exeter”
Phillips Exeter Academy, New Hampshire, VS is de absolute top van de van Amerikaanse Boarding Schools. Mark Zuckerberg ging naar de school waar senatoren, zakenmensen en een president werden opgeleid. De school hanteert een bijzonder vrije opleidingsstrategie die veel initiatief en verantwoordelijkheid bij de leerlingen legt. Mark leerde er vijf talen, won prijzen in de wis- en natuurkunde en zat in het schermsportteam. “Ik heb werkelijk alles wat ik bereikt heb te danken aan Exeter” zou hij later zeggen. Mark werd een drop-out op Harvard.
Prins Charles “Ik ben gelukkiger thuis dan waar ook”
Charles was 13 toen hij door zijn vader naar Gordonstoun in Schotland werd gestuurd. De Britse troonopvolger heeft volgens de berichten slechte herinneringen aan zijn tijd daar. Terwijl zijn vader op diezelfde school juist tot bloei kwam. “Ik ben gelukkiger thuis dan waar dan ook”. Later nuanceerde hij deze beeldvorming. Tijdelijk verbleef hij ook op een internaatschool in Australië. Daar had hij “de mooiste tijd van zijn schoolleven”. Charles vervolgde zijn opleiding in Cambridge en het University College in Wales.
Ruud Lubbers, ex-premier “Op een internaat ben je vaak eenzaam”
Lubbers was elf toen hij naar het Canisiuscollege in Nijmegen ging. Daar, op de Jezuïetenschool waar o.a. ook Hans van Mierlo op zat, werd zijn interesse voor de samenleving aangewakkerd. “Op een internaat ben je vaak eenzaam. Ik las veel, over geschiedenis, theologie, de samenleving.” Ook ontdekte hij zijn leiderschapskwaliteiten. “Als het fout ging, en niemand deed iets, nam ik het voortouw.” Lubbers studeerde vervolgens economie in Rotterdam.
Barry Hay, ex-zanger van de Golden Earring “Ik was helemaal gedrild”
Barry Hay zat op een Engelse kostschool. De zanger heeft over zijn tijd op het internaat weinig uitspraken gedaan. Hay is een kind van gescheiden ouders. “Mijn moeder nam me uit India mee naar Nederland op kerstvakantie, ontvoerd, ook ontnam ze mij de contacten met mijn vader, wat misdadig is. Ze stuurde me daarna naar een internaat omdat ze het te druk had met haar eigen leventje en al haar minnaars, ik kwam niet goed uit. Toen ik van kostschool kwam was ik zelfvoorzienend, ik kon eieren bakken, knopen aannaaien, ik was helemaal gedrild. Ik had mijn moeder niet meer nodig”. Nadien volgde Hay een opleiding aan de kunstacademie.
John van Lottum, ex-toptennisser “Voor mij werkte het absoluut niet”
Toen tennisser John van Lottum 12 was stuurde zijn vader hem naar een Frans tennisinternaat. Volgens John was dit een zwarte bladzijde: “Het kan voor heel veel kinderen wel werken, maar voor mij absoluut niet. Ik was het gelukkigst in mijn thuisomgeving. Het was elke dag trainen en discipline had ik zeker, maar in een ander land, ver weg van familie en vrienden, dat vond ik moeilijk, een kind moet zich altijd veilig voelen bij zijn ouders”. Van Lottum sloeg hierna meer dan een miljoen dollar aan prijzengeld bij elkaar als professioneel tennisser.