Biodiversiteit op Mariënwaerdt?
Tekst: Nathalie van Verschuer
Biodiversiteit staat tegenwoordig veel in de belangstelling. Maar wat is het eigenlijk, waarom is het belangrijk? En hoe is het gesteld met de biodiversiteit op Mariënwaerdt?
Wat is biodiversiteit?
Biodiversiteit is de verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied. Het omvat alle soorten planten, dieren en micro-organismen, maar ook de enorme variatie binnen die soorten en de ecosystemen waar ze deel van uitmaken. Het gaat dus niet alleen over bloemen, bomen en beesten, maar omvat alle levende organismen en systemen en de interacties daartussen.
Waarom is biodiversiteit belangrijk?
Vrijwel alles wat we eten, is direct of indirect te herleiden tot biodiversiteit. Bovendien betrekken we het gros van onze bouwmaterialen, medicijnen en industriële grondstoffen van biologische hulpbronnen. Veel vormen van toerisme draaien voornamelijk om natuur en mensen voelen zich beter in een groene omgeving.
Als biodiversiteit onder druk komt, ontstaan er allerlei problemen. Ontbossing veroorzaakt bijvoorbeeld erosie, waardoor vruchtbare grond wegspoelt en landbouwgrond op de lange duur onbruikbaar wordt. Monocultuur in de landbouw maakt gewassen kwetsbaarder voor plagen, plantenziekten en natuurrampen.
Hoe is het met de biodiversiteit op Mariënwaerdt?
Op Mariënwaerdt wordt sinds jaar en dag landbouw bedreven. De kloosterlingen die in de 12e eeuw het landgoed stichtten hadden al boerderijen. Later werden deze boerderijen verpacht aan boeren met gemengde bedrijven. Dat wil zeggen dat zij zowel veeteelt, als fruitteelt en akkerbouw bedreven.
In de jaren 60 vond, na de mechanisatie in de landbouw van de jaren 50, op Mariënwaerdt vrijwillige ruilverkaveling plaats. De kleine boertjes op de historische boerderijen maakten plaats voor een aantal grotere pachters die met name veeteelt gingen drijven, op de lager gelegen graslanden van het landgoed. Op de hogere komgronden startte de familie een eigen akkerbouwbedrijf.
In de jaren 90 kwam de vraag naar producten van de boerderij op gang met de start van de Landgoedwinkel. Klanten kwamen in de winkel om aardappels te kopen, omdat ze biologisch zouden zijn. Dat was echter niet het geval…
Om aan het verwachtingspatroon van onze klanten te voldoen en omdat wij ook zelf steeds meer ervan doordrongen waren dat het beter zou zijn om geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken, hebben wij in 1999 besloten om met ons agrarische bedrijf van 300 hectare om te schakelen naar biologische landbouw. Dat was een hele stap. Sinds 2001 zijn wij nu biologisch gecertificeerd en we hebben er geen dag spijt van gehad.
Met de biodiversiteit op het landgoed zit het sindsdien maar ook eigenlijk van oudsher wel goed. Alleen al de natuur is zeer gevarieerd. Landgoedeigenaren hebben de neiging om origineel te willen zijn in hun keuze voor bomen en planten. Gevolg is dat wij een grote variatie aan boom-
soorten hebben in het parkbos en rondom de huizen en boerderijen. Daarin huizen vele soorten vogels, wilde dieren en insecten.We hebben alleen al een populatie van ongeveer 200 reeën.
Op onze akkers vindt wisselteelt plaats. Hetzelfde gewas komt er maar een keer per zes jaar terug. Omdat op de akkers die naast elkaar liggen verschillende gewassen groeien, die op verschillende momenten geoogst worden, kunnen roofinsecten goed overleven. Bij monoculturen is dat niet het geval, want daar wordt alles in 1 keer geoogst en verdwijnen de insecten omdat ze geen veilig heenkomen kunnen vinden.
De gewassen die wij telen zijn zeer divers. We telen voer voor ons melkvee, zoals klaver en graan, maar ook pompoenen, haver en emmertarwe om te verwerken in onze eigen producten, zoals pompoensoep en granola’s.
Ook in onze veeteelt hebben we het principe van biodiversiteit toegepast met de introductie van de Lakenvelders naast ons melkvee. Dit oude ras werd met uitsterven bedreigd, omdat het een gemengd ras is dat niet uitblinkt in ofwel productie van melk of vlees. Wij hebben er inmiddels zo’n honderd die de hele lente en zomer buiten grazen en daar hun kalveren werpen.
Biologische landbouw betekent ook dat je niet mag spuiten en geen kunstmest mag gebruiken. Gevolg is dat wij veel (on)kruiden hebben in onze graslanden, wat weer goed is voor de insectenstand en de smaak van onze melk.
Voor insecten, zoals bijen en als schuilplaats voor andere dieren, zaaien wij ieder jaar bloemenranden langs de akkers. Dat is niet alleen goed voor hen, ook onze wandelaars en fietsers genieten ervan, plukken de bloemen en maken er foto’s.
We leven met de natuur en niet van de natuur. Dat is een principe dat wij al generaties lang toepassen op Mariënwaerdt. Op een landgoed is het altijd zoeken naar de balans tussen natuur, cultuur en een verdienmodel. Vroeger waren dat de inkomsten uit pacht, later werd het de landbouw en nu is het de combinatie van landbouw, productie van kaas en delicatessen en een groeiend aantal bezoekers dat geniet van een bezoek aan het landgoed, terwijl zij een bijdrage leveren aan het voortbestaan door iets te nuttigen in ons pannenkoekenhuis de Stapelbakker, of iets meer naar huis te nemen uit de Landgoedwinkel.
Kortom, biodiversiteit is belangrijk en op Mariënwaerdt zit het wel goed. We zijn blij dat vorige generaties op het landgoed de bodem niet hebben uitgeput, zodat wij daar nog steeds op een verantwoorde manier de vruchten van mogen plukken. Met respect voor de natuur en de biodiversiteit!