Bio nee! Bio ja!
Tekst: Albert Poutsma
Brandstof gemaakt van biomassa als tegenhanger van fossiele brandstof blijkt een gevaarlijke en lastig terug te draaien ontwikkeling. Omdat de hoeveelheid fossiele brandstof eindig is moesten we van Brussel langzaam overgaan op brandstof gemaakt van biomassa. Deze brandstof is in tegenstelling tot fossiele brandstof hernieuwbaar. Daarom bedachten politici jaren geleden deze overgang. Echter, om biobrandstof te produceren, moeten bossen gekapt worden, landbouw grond opgeofferd worden en is heel veel water en kunstmest nodig. Deze kunstmest veroorzaakt uitstoot van lachgas oftewel N2O. Dit gas heeft een 310 (!) keer sterkere broeikaswerking dan de uitstoot van CO2.
Kortom, het blijkt, in ieder geval voor het milieu een verkeerde keuze en veel politici vinden het inmiddels ook niet meer verstandig om ermee door te gaan. Waarom zijn er dan steeds meer tankstations met biobrandstof? Dat komt omdat de belangen van de industrie zwaar wegen. Het is, sinds de faux pas uit Brussel, razendsnel een winstgevende industrie geworden. En bijna iedere winstgevende bedrijfstak zit met een lobbyist in Brussel. Dat weet ik uit eigen ervaring begin jaren 90 in Brussel. Als lobbyisten eenmaal hun werk doen krijg je ze daar niet meer weg en de regelgeving ook bijna niet meer terug gedraaid. Een ééns zo goed idee blijkt bij nader onderzoek niet meer zo goed. Het winstmodel draait inmiddels op volle toeren en nu is er geen weg meer terug. Het kappen van het regenwoud en de hierop volgende noodkreet van het WNF over het leefgebied van de Orang Oetang vindt ook deels zijn oorsprong in Brussel.
Waarom zeg ik dit? Omdat er op dit moment discussie is over de uitvoering van het klimaatakkoord. De overheid praat met allerlei belanghebbenden die oplossingen aandragen om onze nationale doelstellingen te halen. Aan tafel zitten ook bedrijven die winst gaan maken als er voor bepaalde oplossingen is gekozen. Ik ben van mening dat deze partijen er in een wel heel vroeg stadium bij zijn gehaald. Laten we nog eens goed naar de verschillende andere oplossingen kijken voordat Nederland straks niet meer terug kan. En laten we ook kijken naar de aanpalende gevolgen zoals gezondheid en de financiële impact voor de toekomstige generaties.
Met inzichten die eens NIET uitgaan van economische groei en bevolkingsgroei kunnen we een grote stap zetten. Minder is meer. Een stap in de richting van een “kleiner” mooier en schoner Nederland met meer natuur en minder industrie, minder broeikas, minder vervuiling, minder plastic door minder mensen. Dan kunnen we natuurgebieden en wilde dieren laten terugkeren en daar ook ruimte voor maken, kunstmest terugdringen, landbouw verduurzamen, kiezen voor kwaliteit.
Bio zo ja!
Veel leesplezier.
Albert Poutsma
voorzitter stichting Dag van de Aarde