Authentiek Alentejo: van ruige stranden tot groene oases
Tekst: Angelique van Os | Foto’s: Henk Bothof
Bij zuid-Portugal denken mensen snel aan de drukke stranden van de Algarve. De hieraan grenzende regio Alentejo heeft wellicht een mooiere en ruigere kustlijn die je slechts deelt met lokale vissers. Je kunt er dagenlang wandelen. En landinwaarts wacht een ongerept Afrikaans aandoend landschap, waar je opgaat in rust en de natuur.
Er staat een stevige wind. Het zoute zeewater beukt tegen de hoge rotsformaties aan. Op het strand liggen grote blokken leisteen die doen denken aan de beroemde Pancake Rocks van Nieuw-Zeeland: dunne laagjes die ontstaan zijn door zand, klei en vulkanische as die zich ruim 300 miljoen jaar geleden op de bodem van de oceaan hebben opgehoopt. In de verte is een verdwaalde visser met een meterslange lijn op een hoge klip geklommen. Verder is hier niemand. De vissers schijnen regelmatig hun leven te wagen door hier hun hengels uit te gooien of de ruige zee op te gaan met kleine bootjes. Het hoort bij de levensstijl van de kleine, authentieke dorpjes rondom de kust van Zambujera do Mar, het Zuidwesten van Alentejo. Visvangst betekent inkomsten voor de hardwerkende arbeiders in deze van oudsher arme regio. En daarbij zoeken sommigen (noodgedwongen) wat extra avontuur op.
Sinds 2012 verbindt de wandelroute Rota Vincentina met 120 kilometer de zuidwestkust van noord tot zuid Alentejo. Deze Vissersroute loopt van Porto Covo tot het zuidelijkste puntje, San Cabo de Vicente. De meerdaagse tocht is alleen toegankelijk voor wandelaars en kronkelt dwars door het beschermde natuurpark Parque Natural do Sudoeste Alentejana e Costa Vincentina. Landinwaarts is er een aftakking met de Historische Tocht die ook geschikt is voor mountainbikers en 231 kilometer telt.
Op deze wat onstuimige dag lopen wij slechts zestien kilometer, maar de schoonheid van de natuur, de rust en soms pittige, smalle paadjes laten een goede indruk achter. Vanaf het strand klauteren we omhoog via de gemarkeerde vlonders, die al snel overgaan in zandpaadjes. Soms is het mulle zand zo zwaar, dat ik baal dat ik wandelschoenen aan heb. De route compenseert dit later weer, want we komen genoeg rotsachtige kruispunten tegen waar je niet op slippers of sneakers wilt lopen.
De metershoge steenformaties geven prachtig uitzicht over de zee en de in de verte liggende dorpjes. En de prachtige begroeiing van allerlei lage struiken, vetplantjes en kleine paarse, witte en gele bloemen geven veel kleur aan de omgeving. Het smalle pad gaat op in het afwisselende landschap door de rotsen en duinen te volgen. Hierdoor nemen we al snel een kijkje buiten het pad. Even de rots op of naar beneden turen door een van de vele doorkijkjes. Dan zien we een paartje ooienvaars op hun nest zitten. Op gepaste afstand dichterbij komen lukt niet, want de kraanvogels broeden op grote rotsblokken die je niet zo maar op kunt. Voor zover bekend, is dit de enige kuststrook ter wereld waar ooienvaars in grote getalen op rotsen komen broeden. Landinwaarts komen we ze ook regelmatig voorbij op hoge masten en in bomen. Er is blijkbaar voldoende voedsel voor de vogels en het milde klimaat is hen aangenaam.
Idyllisch strand
Inmiddes is de wind wat gaan liggen. De kust onder ons wordt steeds ruiger en kleiner; minder prettig voor mensen met hoogtevrees. We zitten ter hoogte van Brejão, waar de beroemde fadozangeres Amália Roderigues een tijd haar onderkomen vond. Het kleine, idyllische strand draagt haar naam. We hebben de fraaie baai voor ons alleen. Het is inmiddels gaan regenen, terwijl deze regio gemiddeld 300 dagen zon telt. Vandaag niet; het valt met bakken uit de hemel. Wanneer we aankomen in het dorpje besluiten we te lunchen en bellen André van Zambuijeira Adventures. Hij biedt sinds dit jaar een transfer aan met een shuttlebusje voor wandelaars en hun bagage die de Vissersroute lopen. Daarnaast organiseert hij activiteiten en verhuurt fietsen. Niets is zo veranderlijk als het weer, want eenmaal terug bij ons mooie verblijf, Monte das Alpenduradas, schijnt de zon. Tijd om de voeten te ontspannen, al wiegend met een wijntje in de hand vanuit de hangmat.
Het water op
De volgende dag reizen we per auto naar Vila Nova De Milfontes, een middelgrote kustplaats met gezellige restaurantjes en kleine pleintjes. We ontmoeten hier de van origine Duitse Anke Ruschhaupt. Ze leeft al vijfentwintig jaar in Portugal en runt sinds acht jaar Eco-trails. Ze vormt een collectief met een aantal partners, waardoor ze in staat zijn om een breed scala van natuurervaringen aan te bieden, zoals paardrijden, stand-up peddelen en fietsen. We gaan zonder begeleiding drie uur het water op met een kano, tot Casa Branca (13 kilometer). Langere kanotochten, zoals twee dagen varen naar Odemira zijn ook mogelijk. Hierbij kun je halverwege de kronkelende Mira rivier kamperen, waar vaste tenten klaar staan voor gebruik. Wie tijd heeft kan van hieruit of vanaf Odemeira teruglopen of fietsen via het binnenland.
Opvallend is dat het getijde verandert om de zes uur. Anke die van origine geograaf is vertelt: “Tijdens de ijstijd stroomde het zeewater over de gletsjers het binnenland in. Het zeeniveau stond duizenden jaren geleden namelijk heel laag. Op een bepaald moment werden de gletsjers naar beneden geduwd en zorgde een plaatbreuk voor overstroming in de vallei hier vlakbij. Daardoor is er nog steeds zo’n grote wisselwerking tussen eb en vloed. Het zorgt voor veel leven in en aan het water, met vele vogels, vissen en oesters.”
Ondanks dat er wat wind staat en we stroom opwaarts moeten peddelen, is het een kalme rivier. Het is alleen even oppassen wanneer we onder de hoge brug varen van Vila Nova om niet in een stroomkolk terecht te komen. Verder is het eigenlijk kinderspel. Zodra we tussen het heuvelachtige landschap varen komt de rust ons tegemoet. Alleen het gekwetter van watervogels en het kabbelende water doorbreken de stilte. Na drie uur peddelen voel ik me volledig zen door dat prachtige landschap, alleen mijn schouders doen zeer van de inspanning.
Rust
We nemen afscheid van Vila Nova de Milfontes. Al snel wordt het landschap glooiender, groener, ruiger en uitgestrekter. We doorkruisen het dorp St. Luis en volgen na wat zoekwerk het bordje richting Monte da Estrada. Met name dit gebied van Alentejo is zeer dun bevolkt en een ongerepte regio. Steeds meer buitenlandse levensgenieters kopen hier een tweede huis, op zoek naar rust.
De kronkelende wegen leiden ons dieper het binnenland in, ook al zitten we op nog geen vijfentwintig kilometer van de kust af. Wat een pracht aan bomen en glooiende velden; het landschap doet Afrikaans aan. Wanneer we na een kwartier het dorpje Monte da Estrada bereiken, gaan we echt off road: een onverharde weg vol kuilen en plassen versmelt met de natuur. Alles staat in bloei en is mooi groen. Dat verandert zomers: dan lijkt het door de hitte op de savanne. Er is geen ziel meer te bekennen en ondanks dat we de bordjes volgen, vragen we ons af of we wel goed rijden. Na circa drie kilometer zien we het blauwwitte hek van Figueirinha Ecotourismo en komen twee honden ons luid blaffend tegemoet. Met een grote glimlach doet Paula Silva het hek open. “Daar zijn jullie, welkom!”, zegt ze hartelijk.
Omdat het al avond is, zien we alleen de contouren van deze bijzondere plek. De duisternis valt snel, want dit is een van de donkerste gebieden en heeft de minste lichtvervuiling van Portugal. Bij helder weer slaap je hier onder een sterrenregen.
Positieve energie
We kunnen gelijk aanschuiven in de gezellige leefkeuken van Paula en haar man Alexander. Gasten kunnen mee eten en genieten van zelfgemaakte streekgerechten uit eigen tuin. Figueirinha is volledig zelfvoorzienend. Alexander vertelt dat ze tweeëntwintig jaar geleden na een lange zoektocht dit huis kochten en er een familieproject van maakten. “We woonden in Lissabon en kwamen in de weekenden naar de vallei om het lemen huis te bouwen. Dat nam drie jaar in beslag. Los van de prachtige omgeving, is deze plek ideaal omdat er twee diepe natuurlijke waterbronnen zijn en er een riviertje achter het huis stroomt in de wintermaanden. Zo hebben we tijdens de droge zomermaanden altijd voldoende water. We wekken energie en licht op met zonnepanelen. Paula’s vader heeft al het timmerwerk gedaan, zoals de heerlijke dagbedden. Om ecotoerisme op te zetten, moesten we hier permanent gaan wonen. Dat lukte destijds niet met ons werk en duurde tot 2012.”
Het echtpaar had direct een band met de locatie. Paula voegt toe: “Dit is een plek met een ziel. Het straalt positieve energie uit en we zijn blij dat we het erfgoed van de families die hier ooit leefden kunnen voortzetten.”
Na een goede nachtrust in ons authentieke appartement, ontbijten we de volgende ochtend onder het overdekte terras. Vanaf een typisch Portugese witte stenen bank met blauwe kaders die opgaat in het huis, staar ik naar de groene oase die ons omringd. Kikkers brengen een kakofonie aan lokroepen. Het paarseizoen is begonnen en daarom dagen ze elkaar uit. Soms beginnen ze al rond middernacht en gaan, zoals nu, door tot in de ochtend. Twee crèmekleurige hangmatten zwieren zachtjes in de ochtendzon. Ik wandel het groene terrein over, met overal (fruit)bomen, een biologische moestuin, een gemeenschappelijke buiten (pizza)oven en achteraan de fraaie natuurvijver die dient als zwembad. Hier staan ook een ruime safaritent en een yurt, ideaal voor families.
Groen paradijsje
Naast relaxen, valt er vanuit Figueirinha genoeg te doen. Zo zijn er twee nieuwe wandelpaden uitgezet die dwars door de vallei lopen en er zijn diverse fietstochten. Samen met Alexander en zijn hond pakken we de korte route van zes kilometer. De langere variant is twaalf kilometer en voor wie er met kinderen op uitgaat is het ook mogelijk om een ezeltje mee te nemen.
We lopen over heuvelachtige en glooiende brede zandpaden, tussen de schapen en hun pasgeboren lammetjes, langs olijfbomen, de veelvoorkomende Azinheira boom en de befaamde montado kurkbomen. Portugal voorziet met ruim 52 procent de wereldwijde kurkproductie en is daarmee koploper. “Alentejo staat bekend om haar goede kwaliteit van kurk. Je moet geduld hebben met deze bomen, want slechts om de negen jaar is de schors rijp om te oogsten. En het schillen is een zeer precies en arbeidsintensief werkje. Deze ‘naakte’ bomen zijn dus niet zo lang geleden geoogst. Dat zie je aan de rode kleur. Voor zover ik weet heeft dat geen negatief effect op de boom”, vertelt Alexander. Ondertussen komen we via een steile weg omhoog uit bij Angel Man, een sculptuur van de geliefde Esmeralda Sobral. “Jaarlijks komen lokale pelgrims en gelovigen hiernaar toe om het beeld te eren, maar vooral om veel te eten. Want er wordt dan uitgebreid getafeld.” Na de top te hebben bereikt, worden we beloond met een prachtig panorama van het uitgestrekte landschap. Er is een picknickplek en er staat een barbecue. Wij vervolgen het pad over de smalle heuvels, uitkomend bij brede lanen met hoge begroeiing van varens en struiken. We komen niemand tegen, en zelfs de vogels laten zich niet meer horen. Niets dan groene velden met gele bloemen, die glinsteren in de late namiddagzon. Terug bij de ecotourismo voelen we ons rijk bedeeld in dit ware paradijsje. De kennismaking met Alentejo heeft ons overdonderd en we gaan met tegenzin terug naar huis.