Arooj Aftab verliest zichzelf graag in de donkere nacht
Tekst: Angelique van Os | Beeld: Kate Sterlin
De donkere uren van middernacht bestaan uit zoveel meer dan plezier en uitgaan. Voor zangeres Arooj Afab vormt de nacht haar grootste inspiratiebron. Dan komt ze écht tot leven. Op haar nieuwe album Night Reign (Verve Records) brengt ze een ode aan de nacht in al haar gedaanten.
Sinds het succes van Vulture Prince (2021), dat bekroond werd met een Grammy, gaat het zangeres Arooj Aftab (1985) voor de wind. Aftab is geboren in het Saoedi-Arabische Riyad, opgegroeid in Pakistan en ruim tien jaar wonend in New York City. De vocaliste weet met haar warme, mystieke en dromerige stem een breed publiek te roeren dankzij haar emotionele sufi-voordrachten, gemixt met moderne ambient- en jazzinvloeden. En dat terwijl ze voornamelijk in haar moedertaal, het Urdu, zingt. Aftab gaf ruim 200 concerten in één jaar en ontving in 2023 twee Grammy nominaties en won een Edison Jazz Award voor het album Love in Exile met pianist Vijay Iyer en multi-instrumentalist Shahzad Ismaily. Met de release van haar nieuwe plaat Night Reign en een uitgebreide tournee voor de deur, staat haar wederom een drukke periode te wachten.
Arooj, Night Reign gaat over jouw liefde voor de nacht in al haar gedaanten. Laten we beginnen bij jouw stad New York; hoe belangrijk is het nachtleven van de ‘city that never sleeps’ voor jou op dit album?
“New York heeft een heel eigen karakter. Het is een plek die wreed en hard kan zijn, maar ook inspirerend en uitbundig tegelijk. Ik woon er lang genoeg om te kunnen constateren dat veel van de nachtelijke kleuren van de stad terug te horen zijn op het album en in mijn muziek in het algemeen. De metropool heeft vele gezichten en is onlosmakelijk verbonden met de gewoonten en cultuur van zijn inwoners. Natuurlijk staat het bekend als uitgaansstad, maar New York heeft ook een gevoelige, verstilde kant. Het is een plek die je ’s nachts uitdaagt.”
Je vorige eigen album, Vulture Prince, ging over verdriet en heling na het verlies van je broertje. Met deze plaat lijk je een nieuw hoofdstuk te zijn begonnen en je schreef Night Reign in minder dan een jaar. Waardoor ontwikkelde dit project zich zo snel?
“Het succes van Vulture Prince en Love in Exile gaven me zoveel inspiratie, dat het schrijven in een stroomversnelling raakte. Vulture Prince heeft me enorm veel tijd gekost naast ander werk en omdat ik geen groot label achter me had staan zoals nu. Ik was ook op zoek naar een ander geluid, dus het is goed geweest dat ik me heb kunnen ontwikkelen daarin. Tijdens dat succes dacht ik: ik heb nog veel meer te vertellen. En omdat we met de band zoveel onderweg waren, veel boeiende mensen ontmoetten en inspirerende steden aandeden, schreef ik veel nieuwe muziek tijdens de tour in hotelkamers. Maar ik doe geen 200 shows meer, dat is gekkenwerk.”
Je bent dus een avondmens. Hoe komt dat voor jou tot uitdrukking?
“De laatste jaren zijn heel interessant geweest voor mij. Het is me duidelijk geworden dat het leven overdag minder leuk is. Belangrijk weliswaar, vooral om serieuze zaken te regelen. Echter, zodra de avond valt dan verwerk ik de dag en wordt de omgeving rustiger. Mensen trekken naar binnen en gaan het donker tegemoet. De duisternis omhult de omgeving en daarbij zijn niet alle contouren zichtbaar. Die vaagheid, dat vind ik een mooi gegeven. Daarin verlies ik mezelf graag.”
Op het album staat het nummer Raat Ki Rani, dat in het Urdu ‘koningin van de nacht’ betekent. Het verwijst naar een bloem uit de Jasmijnfamilie die ’s nachts bloeit in Pakistan. Is deze bloem een metafoor voor jezelf of verwijst het naar een jeugdherinnering?
“Het laatste; ik heb in de jaren 90 een prachtige botanische tuin bezocht waar deze bloem bloeide. Zelf ben ik geen charmeur ’s nachts; eerder degene die wordt verleid. De bloem is degene die aantrekkelijk en mooi is. En toen ik het stuk schreef, kwam die herinnering boven en kreeg ik heimwee naar huis. Het is een ode aan het Pakistan van mijn jeugd, dat er nu niet meer is.”
Je hebt ook de klassieker Autumn Leaves opgenomen, en wel op geheel eigen wijze. Waarom eigenlijk?
“De standard staat al op mijn repertoire sinds ik mijn auditie bij Berklee (School of Music, red.) heb gedaan. Niemand zingt het eigenlijk nog en ik dacht met deze groove kan het goed werken. Met de bijdragen van Linda May Han Oh en James Francies is het erg mooi geworden. En de donkere dagen van de herfst sluiten goed aan bij het thema.”
Op het album staan ook twee songs, Na Gul en Saaqi, die geïnspireerd zijn op teksten van Urdu poëet Mah Laqa Bai Chanda (1768-1824) en op de Indische krijger Chand Bibi (1550-1599). Kun je wat meer over de achtergrond hiervan vertellen?
“Zes jaar geleden werd ik door een bevriende journaliste gewezen op de gedichten in Urdu van Bai Chanda. Ik kende haar werk niet. Ze bleek de eerste Indische vrouw te zijn die ooit literatuur had gepubliceerd in Urdu. Ze was ook een courtisane, beschermer van de kunsten, dansers én ze diende het koninklijke hof. Niemand had haar werk vertaald naar muziek, dus dat leek me een uitdaging. En dat was het ook, want ik begreep geen enkel woord van wat ze had geschreven!”
“Het duurde lang voordat ik – dankzij vele vertalingen – haar teksten en betekenissen kon begrijpen. Ik wilde eerst een heel album aan haar werk wijden, maar hell no, dat is gekkenwerk!”
“Ik heb het bij twee stukken gehouden. Het toeval wil dat Chand Bibi een vergelijkbaar verhaal heeft maar twee eeuwen eerder leefde. Zij was ook een feminist, een krijger en eveneens verbonden aan het hof. In de songs creëer ik een soort liefdesverhaal tussen deze vrouwen.”
Je werkte samen met diverse nieuwe gasten, zoals Cautious Clay, Kaki King, Joel Ross, Maeve Gilchrist en Marc Anthony Thompson. Waarom vroeg je specifiek hen voor deze plaat?
“Ik ben altijd verbaasd als muzikanten met mij willen samenwerken, het is een groot voorrecht. Kaki King’s muziek ken ik al sinds de jaren 90 en vind ik fantastisch. Bij Cautious Clay heb een song op een van zijn Blue Note platen mogen zingen. Toen hoorde ik dat hij ook fluit speelde. Ik vind zijn speelbenadering te gek en wilde dat graag op deze plaat een plek geven. Maeve is een van mijn favoriete personen, dus zij moest sowieso ergens een feature krijgen. En Marc Anthony Thompson is een legende, een genie. Voor mij is het van grote betekenis dat hij wilde meewerken.”
Opnieuw werk je met pianist Vijay Iyer; in het nummer Saaqi. Met al deze collaboraties schep je wederom hoge verwachtingen, nietwaar?
“Dat klopt. Vijay speelt mee op een stuk waarin ik een beetje vastliep. Ik ben blij dat hij het wilde doen, want hij is denk ik de enige die het zo mooi kan invullen. Zelf heb ik in dit nummer voor het eerst mijn adem als tool ingezet en mijn stem als vocalese gebruikt. Ondanks dat ik heel blij ben met het resultaat, ben ik tegelijkertijd doodsbang en gestrest. De verwachtingen zijn hooggespannen na de voorgaande successen, dus het moet nog beter dan wel minstens hetzelfde resultaat opleveren. Spannend is ook dat er zo ontzettend veel goede muziek uitgebracht wordt. Maar ik vind het tof, dus dan komt het vast wel goed.”
Arooj Aftab geeft in Nederland concerten tijdens Lowlands (17 augustus) en November Music (8 november).