Ziekteprocessen en geneesmiddelen voldoende aandacht geven
Tekst: Majella van Maaren
Antroposofische geneesmiddelen zijn middelen op natuurlijke basis. Ze worden al zo’n honderd jaar gebruikt, hetzij voorgeschreven door artsen, hetzij als zelfzorgmiddel. De middelen maken deel uit van het arsenaal van de antroposofisch arts. Maar wat is er nu ‘anders’ aan antroposofische middelen in vergelijking met reguliere geneesmiddelen, of homeopathie? In dit deel van de serie over antroposofische geneeskunde praten we hierover met Florian Bonte (28), tweede apotheker bij Weleda Benelux, en specialist in de bereiding van deze geneesmiddelen.
Wat houdt je functie precies in?
“We hebben hier in Zoetermeer een landelijk werkende apotheek waar alle recepten van artsen voor antroposofische geneesmiddelen binnenkomen, besteld door apotheken of rechtstreeks door de patiënt, zoals via onze Weleda-app. Ik ben verantwoordelijk voor de uitlevering van die middelen. Dat zijn er zo’n achthonderd, en nog eens circa tweehonderd middelen die in onze apotheek voor de individuele patiënt combineerbaar zijn als de arts dat voorschrijft. Verder ben ik medeverantwoordelijk voor de productie van een aantal zelfzorgmiddelen.”
Wat zijn antroposofische geneesmiddelen eigenlijk?
“Antroposofische geneesmiddelen worden bereid uit grondstoffen van metallische, minerale, plantaardige of dierlijke herkomst. We gebruiken voornamelijk plantaardige grondstoffen, van biologisch dynamische of tenminste biologische herkomst. Veel planten worden door Weleda in eigen BD-tuinen geteeld. Soms kopen we ze in, en dan gaan we in nauw overleg met de teler. De teelt mag niet schadelijk of uitputtend zijn voor bodem of omgeving, en de teler krijgt van ons een eerlijke prijs voor het product. Die zorgzaamheid is bij Weleda een basisprincipe. Ook aan de bereidingsprocessen wordt bijzonder veel aandacht besteed.
Er zijn enkelvoudige en samengestelde middelen, deels in homeopathische verdunningen, deels in substantiële vorm, voor in- en uitwendig gebruik. Het zorgvuldig volgen van de stappen van de bereidingsprocessen is bij ons erg belangrijk. De meeste middelen worden door antroposofisch gecertificeerde artsen voorgeschreven. Een deel van het assortiment is ook als zelfzorgmiddel verkrijgbaar. Het assortiment is ontwikkeld door artsen en apothekers, waarbij op basis van het antroposofische mensbeeld gekeken wordt naar ziekteprocessen, en gezocht wordt naar passende grondstoffen die vergelijkbare processen als het ware in gezonde vorm in zich dragen. De calendulaplant bijvoorbeeld, laat in de bladeren weelderige groeikracht zien. Tegelijkertijd is de bloem juist heel gestructureerd gevormd. Beide processen zijn bij wondheling van belang.”
Je hebt een bijzondere richting gekozen in je vak. Hoe komt een farmaciestudent ertoe om zich te specialiseren in antroposofische geneesmiddelen?
“Ik was al bekend met het antroposofische mensbeeld, mijn ouders hebben mij als kind al naar de vrijeschool laten gaan. Na mijn farmacieopleiding koos ik bewust voor deze richting, omdat ik mij wil inzetten juist voor deze vorm van geneeskunde. Niet dat ik de klassieke farmacie afwijs, integendeel, we kunnen niet zonder en ik vind de gangbare farmacie ook heel interessant. Wat mij in het bijzonder aanspreekt bij antroposofische geneesmiddelen, is dat zij beter aansluiten bij hoe ik zelf tegen ziekte en genezingsprocessen aankijk, en bij mijn mensbeeld. Voor mij zijn ze een aanvulling op de bestaande farmacie.”
Kan je dat uitleggen?
“Omdat ik al bekend was met het mensbeeld, was ik ook al gewend om naar processen te kijken. Als je ziek wordt, is dat het gevolg van een proces in je lichaam, een reactie op iets. Voor mij ligt het voor de hand om dan niet meteen dat ziekteproces wat in je lichaam is ontstaan te onderdrukken of weg te werken, tenminste als het niet om een ernstige of bedreigende ziekte gaat. Ik snap natuurlijk wel dat het soms fijn is om even een pilletje te nemen wanneer je hoofdpijn voelt opkomen en vindt dat je door moet. Maar ook dan is het volgens mij belangrijk om me bij ziekte af te vragen wat er nu eigenlijk gebeurt, of die ziekte of klacht je ook iets duidelijk maakt, over mijn levenshouding of gewoontes. Net als koorts: dat is lastig, maar het is vooral een reactie van het lichaam, heeft een functie, en hoeft eigenlijk maar zelden onderdrukt te worden.”
“In de antroposofische geneeskunde wordt een mens gezien als een zich ontwikkelend individu. Ziekte kan ook worden gezien als een gelegenheid voor ontwikkeling, zoals een kind na het doormaken van een koortsende ziekte levenslang beschermd is tegen die ziekte. Het is belangrijk dat je een ziekteproces genoeg aandacht geeft, en het niet alleen maar afdoet als een ongemak dat van buitenaf komt. Met antroposofische geneesmiddelen probeer je juist om met die processen in het lichaam mee te werken, zonder te dwingen. Mij spreekt dat meer aan, maar dat is een keuze. Niet iedereen denkt zo over ziekte, dat realiseer ik me ook wel.”
Hoe zit het met de veiligheid en werkzaamheid van antroposofische middelen?
“Een recent groot onderzoek liet opnieuw zien, dat de middelen veilig zijn. Het onderzoek naar de werkzaamheid per middel is, hoewel niet onmogelijk, wel lastiger.
In de klassieke farmacie wordt in de regel één stofje geïsoleerd, dat op één plek in het lichaam moet ingrijpen, vaak blokkerend of remmend. Dat kan ook echt nodig zijn. Antroposofische middelen echter worden door artsen voorgeschreven –net als in de homeopathie– met het oog op ‘de hele mens’. Ook is antroposofische geneeskunde niet gemakkelijk in protocollen weer te geven, het is een ‘totaalaanpak’ waar de middelen deel van uitmaken.
De arts stelt een diagnose op basis van het antroposofische mensbeeld [zie kader], praat met de patiënt, geeft leefstijladviezen, schrijft aanvullende therapieën voor én antroposofische medicijnen. Daardoor zijn de middelen niet eenvoudig voor onderzoek uit hun context te halen. Dat maakt het een uitdaging om met onderzoeksmethodes uit de klassieke farmacie die middelen te evalueren, omdat die methodes bedoeld zijn voor het onderzoek van één stofje met één doel in het lichaam, bij één diagnose. Die totaalaanpak is overigens bewezen effectief, veilig en waarschijnlijk kosteneffectief, volgens een groot onderzoek uit 2006. De individuele middelen die we hebben kunnen laten onderzoeken, zoals een middel bij allergie, blijken werkzaam.”
“Je kan het misschien vergelijken met het onderzoek naar gezonde voeding. Eerst werd vooral gekeken naar geïsoleerde stoffen in onze voeding, zoals vitamine C en fructose in een appel. Nu komt er steeds meer wetenschappelijke onderbouwing voor de opvatting, dat wanneer je die vitamine C en fructose binnenkrijgt in de vorm van een pil, dus wanneer je die stoffen uit hun context haalt, dat een heel ander effect heeft op je lichaam dan wanneer je die binnenkrijgt als je een hele appel eet. Dus dan zijn die vitamine C en fructose ingebed in het geheel van de appel, met talloze andere substanties in die appel. Maar om wetenschappelijk helemaal te doorgronden hoe die verschillen, door de wisselwerking tussen al die verschillende stoffen in de appel tegelijkertijd, verklaarbaar zijn is minder makkelijk. Je kan dan soms beter naar de samenhangen, naar het geheel en naar de processen kijken als je meer wil begrijpen. Een voorbeeld uit de farmacie is extract van de wilgenbast, dat tegen koorts werd gebruikt, en wat iets anders is dan de aspirine die er nu uit geïsoleerd is en in een pil te krijgen is. Maar hóe precies is niet eenvoudig om te ontdekken.
Zo is het volgens mij ook met veel antroposofische geneesmiddelen, die van zichzelf ook veelal complex zijn.”
Wat motiveert je nu het meest om je werk hier te doen?
“Ik ben blij dat ik een bijdrage kan leveren aan deze aanvullende vorm van geneeskunde, die aansluit bij hoe ik zelf denk over ziekte en genezing. Zorgvuldigheid en aandacht zijn daarbij sleutelbegrippen.
En hoewel we een verzendapotheek zijn, hebben we toch regelmatig telefonisch contact met patiënten. Als ik dan weer iemand spreek en hoor hoe blij hij of zij is met een bepaald middel, daar doe ik het voor.”