Aardig
Maurits Groen, ondernemer en oa trotse mede-oprichter van Kipster
Met zeer agressieve acties hebben afgelopen jaar boeren met kolossale tractoren geprotesteerd tegen met name het stikstofbeleid.
Daarmee kwam virulente, onder het oppervlak sluimerende onvrede naar boven, die voortkomt uit de onverenigbaarheid van de -aanvankelijk door de overheid gestimuleerde en van harte ondersteunde- agrarische ontwikkeling van de Tweede Wereldoorlog en de ecologische en maatschappelijke grenzen waarbinnen die ontwikkeling onvermijdelijk moet plaatsvinden.
Na de Tweede Wereldoorlog, en met name met de Hongerwinter in gedachten, werd van de agrarische sector gevraagd om voedselzekerheid. Doordat voor de wederopbouw van het verwoeste land veel arbeidskrachten nodig waren, moest de agrarische sector die opgave bovendien zien te rooien met veel minder mensen. De oplossing daarvoor werd gezocht in mechanisatie, ruilverkaveling, schaalvergroting, efficiency en de inzet van steeds meer kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen.
Die aanpak was zeer succesvol: de productie groeide spectaculair en de kosten voor levensmiddelen daalden flink. Door de opkomst van supermarkten, die door consolidatie steeds grootschaliger werkten, bijna oligopolisch werden en daardoor een zeer krachtige onderhandelingspositie verwierven ten opzichte van producenten, onder wie boeren, profiteerden die boeren echter nauwelijks van hun indrukwekkende prestaties. In tegendeel. Ze werden door deze ontwikkelingen gedwongen tot schaalvergroting en steeds kapitaalintensiever werken. Ze kwamen steeds meer klem te zetten tussen machtige kredietvertrekkende banken en de supermarktketens die hun amper marge en daardoor inkomen lieten. De prijs die boeren voor hun producten is in veel gevallen afgelopen decennia nauwelijks gestegen, terwijl hun kosten juist sterk gestegen zijn.
Ondertussen begonnen de ecologische nadelen, de schadelijke gezondheidseffecten en zeker ook de erbarmelijke dier(on)welzijnssituatie van deze grootschalige kapitaal- en input-intensieve agrarische ontwikkeling steeds duidelijker te worden. Er kwam daardoor steeds meer wet- en regelgeving die boeren tot nog grotere investeringen dwong en hun speelruimte verder inperkten. Hun onvrede is dus zeer begrijpelijk. Ze voelen zich misbruikt door de overheid (eerst aanmoedigen, nu beperken), klemgezet door banken en supermarkten en in de steek gelaten door consumenten die in grote meerderheid uiteindelijk toch vaak kiezen voor de goedkoopste producten. Dierwelzijn, natuur, gezondheid en de boer betalen die prijs voor ‘voordelig’. De geschetste ontwikkeling is dus inderdaad in elk opzicht een morsdood spoor.
Maar gelukkig is zijn er uitwegen -zoals de ‘Caring Farmers’ die laten zien door die uitwegen zelf met succes te bewandelen (zie: caringfarmers.nl). Ondersteunen van die ontwikkeling, samen met het bieden van een waarachtig en royaal helpende hand aan die andere boeren die nu klem zitten, dat is de weg die we als samenleving moeten inslaan. Zodat werken met de aarde weer echt aardig kan worden.