Top
Staatsvrije vrijeschool

Staatsvrije Vrijeschool Een school los van overheidsbemoeienis

Tekst: Geraldina Metselaar | Beeld: De Werfklas

Kunnen vrijeschoolleerlingen nog wel worden wie ze willen worden? Is het huidige vrijeschoolonderwijs zoals Rudolf Steiner het honderd jaar geleden heeft bedoeld? Een groeiende groep ouders en vrijeschoolleraren zoekt verandering. Vol overtuiging beginnen ze nieuwe scholen. Staatsvrije vrijescholen zonder een overheid die betaalt en bepaalt.

Stel, je mag je eigen school vormgeven, hoe zou dat eruit zien? Zeventien jaar geleden legden vrijeschoolleraren Danielle Buijsman en Annemarijke ten Thije elkaar deze vraag voor. Beiden werkten op de Vrijeschool in Gouda. Na zes jaar voelde de tijd rijp voor verandering. Hoe het zou zijn om op een school les te geven, die niet door de staat wordt betaald en bepaald? Waarom beginnen we geen eigen school, een staatsvrije Vrijeschool? Het oprichten van een vrijeschool vergt tijd, energie en een grondige voorbereiding. Een jaar lang kwamen Danielle en Annemarijke wekelijks bij elkaar. Ze bogen zich over vragen als: wat is antroposofie, hoe kunnen we het leerplan vormgeven, wat is essentieel voor kinderen in de leeftijdsfase tussen 7 en 14 jaar, hoeveel kinderen willen we op school? Maar ook praktische vragen als: wat is een reële ouderbijdrage, welke juridische vorm is passend of hoe bouw je een website? Nadat alle vragen waren beantwoord, gingen de twee vrijeschoolleraren van start.

Werken op het land

In januari 2004 opende de gedroomde school officieel. Naast onderbouwkinderen kwamen er ook kleuters bij. Net als een bok genaamd Tobias, een haan, heel veel konijnen en er was een hond. Zijn naam was Pancho. Wekelijks trokken de leraren met hun leerlingen naar stadsboerderij Caetshage. “Daar werkten we op het land en in de winkel”, vertelt Annemarijke. Ondertussen groeide de nieuwe vrijeschool die onderdak had gevonden in Het Werfhuis in de ecologische wijk Eva Lanxmeer in Culemborg – naar een ontwerp van architectenbureau AlOm. Alle grond er omheen lag nog braak. Er was veel ruimte om hutten te bouwen, te zwemmen en mee te helpen op de bouw. “We sloten dat schooljaar af met achttien kinderen van verschillende leeftijden”, aldus Danielle. “Ouders wisten ons te vinden. Zowel uit Culemborg als verder weg.”

Groei en bloei

Ruim zeventien jaar later gaan dagelijks zestig kinderen naar Het Werfhuis. Het lerarenteam is uitgebreid naar zeven. Er wordt onderwijs gegeven aan kinderen van 4 tot 14 jaar.

De kinderen kwamen en komen uit Amsterdam, Rotterdam, Gouda, Tiel, Zeist en uiteraard uit Culemborg. Annemarijke: “We zijn trouw gebleven aan het zingen, elke ochtend het eerste half uur van de dag. Met de hele school!” Daarna gaan de kinderen verder in hun eigen klas. De kleuters draaien een apart programma. Tot elf uur is er periodeonderwijs: vier weken taal, vier weken rekenen, vier weken heemkunde. Dat wisselt zich af door het schooljaar heen. “Elke keer vragen we ons af: wie heb ik voor meí, reageert Danielle, “waar hebben deze kinderen nu behoefte aan, waar loop ik zelf warm voor. Zo kan het zomaar zijn dat je je goed hebt voorbereid op een onderwerp, maar dat dat helemaal niet aan de orde is voor de kinderen op dat moment.” De leerkrachten bereiden voor in mogelijkheden, niet in vaststaande lesprogramma’s. Methodes die zijn gemaakt door een educatieve uitgeverij gebruiken ze niet. Kunstzinnig lesgeven en kunstzinnige verwerking staan hoog in het vaandel. Dat betekent een afwisseling van concentratie en bewegen, van schrijven en schilderen/tekenen, toneelspelen, boetseren, luisteren naar een verhaal, fluit spelen.

Doorzetten tot je iets echt kunt

Na elf uur ís ochtend krijgen de kinderen tijd om te spelen. Op en om het water, ze bouwen hutten, varen met het bootje, zwemmen, knikkeren, schaatsen. Een deel van de schooldag wordt bovendien ingevuld met het vreemdetalenonderwijs: Duits, Frans en Engels. “Met de nadruk op voordracht, toneel en zang, waardoor de kinderen als het ware spelenderwijs zich de vreemde taal eigen maken.” Ook hebben de kinderen een aantal kunstvakken, variërend van schilderen, handwerken en (vorm)tekenen tot boetseren, houtbewerking, fluitenbouw en smeden. Uitgangspunt van het Werfklas is dat een kind leert begrijpen door de dingen zelf te doen, zelf te ervaren en te beleven met alle zintuigen. Daniella: “Hoe bewegelijker de handen en de voeten, des te bewegelijker het denken. Ook leren ze doorzetten tot je iets echt kunt: een moeilijk lied fluiten, breien, de verf beheersen, een lepel snijden, onkruid wieden, een pookje smeden. Dat maakt dat je wordt geschoold. Zo spreken we kinderen aan in het doen Èn in het denken. Omdat iets wat wordt gemaakt ook een zekere schoonheid moet hebben, streelt dat het gevoel.”

Woon-, werk- en leergemeenschap

Ondertussen broeden Annemarijke en Daniella op een nieuw plan. “We willen uitbreiden tot en met de 12e, zodat we een doorlopende leerlijn kunnen garanderen. Helaas paste dat niet in ons vertrouwde pand.” Unaniem waren leraren en ouders het er over eens dat de school eigenlijk thuishoort op een biologisch- dynamische boerderij. Dat er water en natuur moeten zijn. Dat er mensen aan het werk moeten zijn met “zichtbare” arbeid, zoals een smid, een timmerman, mandenvlechter, pottenbakker. En, omdat werken met de kinderen voor de leraren hun leven is en niet hun werk, dat ze zelf zouden moeten kunnen wonen in de omgeving van de school. Annemarijke: “Sinds mei 2019 werkt een initiatiefgroep de plannen uit.” In de tussentijd is een boer gevonden die zijn land wil verkopen. Daarnaast liggen de plannen bij de gemeente en is een stichting opgericht. “We bestuderen bovendien samen het boek Economie van Rudolf Steiner”, vervolgt Daniella, “waarin hij de sociale driegeleding beschrijft. We noemen ons ideaal: Het Werfgoed – een woon-, werk- en leergemeenschap. Een school waar kinderen zonder prestatiedruk kunnen opgroeien tot mensen die verantwoordelijkheid dragen voor hun medemensen en de aarde waarop we leven. Mensen die in staat zijn hun eigen toekomst vorm te geven.”

werfklas.nl

Goed voorbeeld doet volgen

Al langer klinkt in Nederland een roep om meer vrijescholen. Veelvuldig moeten leraren ouders nee verkopen, omdat er voor hun kindje geen plek is op een vrijeschool. Ook de roep om meer staatsvrije (niet-gesubsidieerde) vrijescholen groeit. De staatsvrije vrijescholen zijn “vrij” van overheidsbemoeienis zoals Rudolf Steiner het had bedoeld. Honderd jaar geleden kreeg hij de opdracht een nieuwe onderwijsvorm te ontwikkelen. De vraag kwam van de arbeiders die werkten in de Waldorf Astoria Sigarettenfabriek van Emil Molt. Na de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog zochten ze voor hun kinderen een plek waar het allemaal anders werd. Op school konden hun kinderen worden wie ze zijn, zonder bemoeienis van een overheid die allerlei eisen stelde aan het onderwijs. Leraren wisten veel beter hoe ze dat moesten doen en konden op die manier hun werk naar eigen inzicht volbrengen. Leraar zijn was in die tijd een roeping. Molt volgde Steiner al langere tijd en was geraakt door zijn vernieuwende blik op de wereld. In 1919 opende de Erste Freie Waldorfshule in Stuttgart, een school vrij van overheidsinmenging, vandaar dat Freie, of een Onderwijsinspectie die controleert. Na die eerste school volgden er vele.

Meetbaar en transparant

Wereldwijd zijn er nu bijna 1200 vrijescholen in iets meer dan 70 landen en de teller staat niet stil. Van Tokyo tot Tirohanga en van Oosterwold tot hartje New York City. Alleen al in Europa gaan bijna 200.000 leerlingen naar de vrijeschool. In de loop der jaren moesten echter veel vrijescholen flink wat van hun grondbeginselen prijsgeven op last van de overheid. Er is een eisenpakket voor wat betreft zogenoemd “goed” onderwijs. Denk aan regelmatig toetsen en een leerlingvolgsysteem. Onderwijs is goed als het meetbaar en transparant is, vindt de overheid. Met het idee dat ieder kind verschillend is en het in zijn of haar eigen tempo doet, wordt weinig rekening gehouden. Een gegeven waar juist het vrijeschoolonderwijs in excelleert. Naast vernieuwende initiatieven, zoals Iederwijs of de Vrije Ruimte, groeit zowel bij leraren als ouders de roep om staatsvrije vrijescholen. Particuliere scholen die zonder subsidie en vrij van overheidsbemoeienis het onderwijsbeleid bepalen. In Nederland zijn er tussen de tien tot dertien staatsvrije vrijescholen. Vaak zijn het vrij kleine initiatieven met tien tot vijftien leerlingen. De Werfklas in Culemborg met zestig leerlingen zal een van de grootste zijn. Samen zijn de staatsvrije vrijescholen goed voor zo’n honderdvijftig leerlingen. Maar dit fluctueert ieder jaar, aldus de Vereniging van vrijescholen.

Passend onderwijs

Een nieuwe staatsvrije vrijeschool starten is niet iets wat je zomaar doet. Het vergt doorzettingsvermogen. Toch ontstaan bijna dagelijks ideeën en initiatieven. Er zijn altijd ouders en leraren die daadwerkelijk de stap willen zetten om een nieuwe school op te richten. Soms lukt dat, soms niet – of wordt een idee uitgesteld naar een volgend schooljaar. Bijvoorbeeld omdat zich te weinig leerlingen hebben aangemeld. Maar het kan zijn, dat nu de tijd meer dan ooit rijp is. De kleinschaligheid van een staatsvrije vrijeschool opent nieuwe perspectieven. Bijvoorbeeld op het gebied van passend onderwijs. Initiatiefnemers gaan graag op bezoek bij Danielle Buijsman en Annemarijke ten Thije van De Werfklas. Ze zijn gul in het delen van de kennis die ze de afgelopen jaren hebben opgedaan. Iedere ouder gunt zijn of haar kind het allerbeste. Wie zijn zoon of dochter naar een staatsvrije vrijeschool laat gaan, moet wel bereid zijn iets dieper in de buidel te tasten. Feitelijk betaal je dubbelop. De bijdrage waarmee de overheid scholen subsidieert door middel van belasting Èn de bijdrage om de school te betalen. Vaak is het mogelijk om te betalen naar draagkracht.

Ook Den Haag krijgt een staatsvrije vrijeschool

In 1923 begon Daan van Bemmelen in een huiskamer aan de Haagse Riouwstraat met de eerste vrijeschool van Nederland, die uitgroeide tot de Vrije School Den Haag. Een school met bijna achthonderd leerlingen. Maar nu krijgt ook Den Haag zijn eerste staatsvrije vrijeschool, genaamd Waldorfschool Zeevonk. “Laatst sprak ik een vader. Hij was helemaal in tranen”, vertelt kleuterjuf Eefje Helleman, een van de vijf oprichters van Waldorfschool Zeevonk en voorheen werkzaam op vrijeschool Wonnebald. “Voor zijn dochter hebben ze geen plek op Wonnebald. Nu moet hij ergens anders naartoe, terwijl zijn zoon wel hier op school zit. Dat is wrang.” Als Eefje voor de zoveelste keer ouders moeten teleurstellen dat er op school geen plek is, wordt er een idee wakker geschud. Waarom zouden ze niet zelf een vrijeschool beginnen? In Den Haag zitten aan de randen van de stad twee vrijescholen. Voor nog een school is meer dan voldoende ruimte, meenden de twee juffen die niet alleen stonden in hun idee. Uit gesprekken met juffen van de andere vrijeschool in Den Haag, bleek dat zij met exact hetzelfde idee rondliepen. Nadat de vier juffen en een euritmiste een paar keer om de tafel hadden gezeten, blijkt er een klik. Eefje: “Allemaal wilden we een extra vrijeschool erbij. Maar hoe begin je zoiets?” Gewoon doen, realiseert de moeder van vijf kinderen zich nu. Daarnaast is ze al twintig jaar kleuterjuf. “Ik geniet ervan om kinderen te zien groeien van net peuter af tot schoolrijpe kleuter.”

Een gezonde school

Wekelijks vergaderen de ondernemers over hun nieuwe school. Eefje: “Het zijn inspirerende en levendige bijeenkomsten waar we telkens een aspect van de antroposofie doorgronden.” De vijf herkennen elkaar in hun ideaal. De wens om tot een gezonde school op antroposofische basis te komen. “Wij vullen elkaar aan met onze verschillende kwaliteiten en vaardigheden”, vertelt de enthousiaste Mariëlle Grootwassink, voorheen kleuterjuf op de Vrije School Den Haag. “Op deze manier kunnen we een school neerzetten tot in de meest praktische zin. Van contacten met de gemeente tot de inkoop van schoolspullen.” Mariëlle is een doener, ze werkt graag met haar handen: hout bewerken, tuinieren, muziek maken.

Het opzetten van deze school is een geweldig avontuur, vindt ze. “Ik houd van ondernemen en pionieren, een ideaal dat ik al lang bij me droeg mag er nu komen. De uitwerking is vele malen verrassender dan ik mij ooit voor had kunnen stellen.”

In het nieuwe schooljaar 2020/2021 opent het team de deuren van Waldorfschool Zeevonk in het Elizabeth Vreedehuis – in de Haagse Riouwstraat. Er wordt gestart met een peuter- kleutergroep en een onderbouwgroep van gemengde leeftijden. De ambitie is om uit te groeien tot een school waar kinderen vanaf 2,5 tot 18 jaar welkom zijn.

waldorfschoolzeevonk.nl

Wat vindt u van dit artikel?

Laat mij maar schrijven, struinen in de natuur of een onbekende stad. Mijn naam is Geraldina Metselaar. Ik ben dichter/zelfstandig journalist. Verzot op man, drie grote kinderen, rake woorden en rauwe kunst in de buitenruimte. Voor het AD schrijf ik menselijke verhalen en reportages over kunst en cultuur. Ook heb ik een rubriek: Haagse Nieuwe. Hiervoor interview ik 17-jarigen. Voor Straatnieuws Den Haag/Rotterdam maak ik grote interviews. Ik sprak onder meer met burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb, schrijfster Yvonne Keuls en voormalig Dichter des Vaderlands Ester Naomi Perquin. Voor Seizoener, de glossy met inhoud, maak ik (internationale) reportages en interview ik ex-vrijeschoolleerlingen. In de Vrije Opvoedkunst heb ik een column Liefde voor het Leven. Voor de Krant van de Aarde schrijf ik artikelen over kinderen, kunst en vrijescholen. Naast het journalistieke verhaal ben ik directeur/eigenaar van gmtekst, hét bureau met een frisse blik. Ik adviseer organisaties in het publieke domein en kleine festivals rond de publiciteit en programmering. Meer lezen of weten? Check mijn socials of mail gmvoorgmtekst@gmail.com.