Studeren voor schaapherder
Tekst: Geraldina Metselaar
Als haar moeder een vriend van vroeger tegenkomt die schaapherder is, gaan er radertjes lopen in dat koppie. “Vanaf dat moment wist wat ik later wilde worden”, aldus Yanou Beer Buijs.
Over zo’n tien jaar wil ze in een blokhut in Noorwegen wonen met haar eigen kudde. De in Den Haag geboren en getogen Yanou Beer Buijs (19), een stoere meid met blonde dreadlocks en een pols vol gekleurde bandjes, studeert voor schaapherder. Sinds haar negende stond al vast dat de dochter van twee ondernemende caféhouders dit zou gaan doen. “Vroeger wilde ik er ook nog 35 kinderen bij, maar dat heb ik een beetje bijgesteld. Nu zie ik mezelf met maximaal vier kinderen, een schaapskudde en bordercollie zwerven door de Noorse bergen en langs fjorden.” Als ze het over Noorwegen heeft, gaan haar ogen glinsteren. Maar eerst moet ze aan de bak. In september 2019 startte Yanou met de tweejarige opleiding tot schaapherder aan de mbo Helicon in Velp. “Toen ik mijn gymnasiumdiploma in ontvangst nam, moesten leraren slikken. Een opleiding tot schaapherder? De meesten uit mijn klas gingen naar de universiteit, maar ik wil in de natuur zijn en niet hele dagen tussen vier muren zitten.”
Bestaan ze écht?
Natuurlijk wist Yanou van kleins af aan wat schaapherders waren. Jaarlijks zong ze uit volle borst mee met kerstliedjes als ‘De herdertjes lagen bij nachten…’. Liefdevol werden de beeldjes van de herders rond het kerststalletje geplaatst. Een schaapherder was iets als een maanmannetje, een kaboutertje, een verzonnen personage, nooit had ze erbij stil gestaan dat schaapherders ook écht bestaan. Sterker: je kunt er zelfs één worden! “Toen ik klein was dacht ik dat ze alleen in verhalen bestonden.” Nu moet Yanou grinniken om die gedachte. “Totdat mijn moeder een vriend van vroeger tegenkwam. Ik weet nog precies waar het was en wanneer.” Yanou was negen jaar. Ze fietste met haar moeder van school naar huis. Onderweg op de brug over de Suezkade, hield haar moeder halt en knoopte een gesprek aan met een boomlange man. “Toen we onze weg vervolgden, vroeg ik mijn moeder wie dat was. Ze antwoordde: ‘een vriend van vroeger, hij is schaapherder geworden’. Ik viel zowat van mijn fiets, om nog een glimp op te vangen van de man die met reusachtige stappen weg beende. Zo ziet een echte schaapherder eruit! Vanaf dat moment wist ik wat ik later wilde worden. Een schaapherder met een kudde schapen en een lieve hond.”
Tekortkoming
Voor het zover was, bijna tien jaar later, moest ook
Yanou flink wat stappen zetten. Het idee om schaapherder te worden, zette zich vast in haar gedachten. Nadat ze eerder op drie basisscholen strandde, vindt ze op een vierde school haar draai. “Ik kon moeilijk aansluiting vinden bij mijn leeftijdgenootjes en bij de juffen en meesters. Het liefst bracht ik mijn tijd alleen door. Voor mij betekende dit geen probleem, ik was er oké mee. De mensen om mij heen minder.” Ze herinnert zich dat haar moeder zich soms zorgen maakte. Juist omdat haar kleine meid stilletjes kon opgaan in het tumult van een klas. “Ik was zo iemand die je vergat, ergens in een hoekje.” Op haar vier basisschool werd Yanou wél gezien. De intern begeleider (IB’er) benaderde haar en wilde weten hoe ze haar weg alleen vond, zonder zich er ongelukkig onder te voelen. “Andere kinderen waren er zeer verdrietig over. Ik heb toen een lijst gemaakt met tips: hoe overleef ik alleen het schoolplein? Zoals neem een boek mee of zoek een fijn plekje op het plein.” Yanou gniffelt. “Ineens bleek mijn zogenaamde tekortkoming mijn kracht!” Na de basisschool start ze voortvarend op het gymnasium.
Veel vrienden
“Wat er op mijn middelbare school gebeurde was te bizar voor woorden!”, vervolgt Yanou. “Vanaf de eerste klas had ik ineens heel veel vrienden.” Ze knikt, terwijl ze haar bos blonde dreadlocks in een staart bindt. Tussen de knappe koppen en heldere geesten, bleek de introverte einzelgänger een sociaal wonder. “Op het gymnasium maakte ik kennis met een bijzondere mix van mensen met een hoge intelligentie. Tegelijk waren sommigen, net als ik, op het sociale vlak niet altijd even handig. Zat ik daar tussen allemaal jongeren die het geen probleem vonden om zich alleen op het schoolplein met een boek terug te trekken. We begrepen elkaar.” Nog steeds heeft ze hecht contact met een groep medeleerlingen van toen. Het gymnasium betekende echter hard werken voor Yanou. “Misschien omdat ik op verschillende basisscholen had gezeten en soms de benodigde voorkennis ontbrak. Daarom heb ik de vierde klas overgedaan. Met bijles en werkelijk hard studeren, behaalde ik mijn diploma.” Eindelijk was de weg vrij om haar ideaal te verwezenlijken. “Noorwegen komt steeds dichterbij”, jubelt Yanou. “Hoewel ik het naar mijn zin heb bij Ing en haar schapen. Ze staat bijvoorbeeld op verschillende evenementen zoals middeleeuwse feesten. Ook geeft ze cursussen aan managers: hoe houd ik mijn kudde bij elkaar? Daarnaast onderzoeken we mogelijkheden om vachten te vilten. Schaapherder zijn is meer dan ik ooit had durven dromen.”
Als de lente komt
Samen met nog 21 enthousiaste schaapherders in spe, variërend van 15 tot 65 jaar, zit Yanou één dag per week in de schoolbanken. “Ik moet ongeveer vierhonderd planten- en diersoorten uit mijn hoofd leren. We doen aan mestonderzoek en pas heb ik mijn bosmaaiercursus afgerond. Ik ben een heuse gecertificeerde bosmaaier!” Daarnaast loopt ze gemiddeld twee dagen in de week stage bij de Haagse schaapherder Ing Voskamp. Als de lente komt, trekken ze met een koppel van vijftig schapen waaronder Drentse heideschapen en een enkele Walliser Schwarznasenschaf, naar het Westduinpark aan de rand van Den Haag. In de winter bivakkeren ze in Maassluis. Yanou: “Geen schaap gaat naar de slacht. Van de tachtig schaapherders in Nederland, zijn er maar drie die op dezelfde manier als Ing werken. Schapen zijn slim en herkennen de mensen die voor ze zorgen. Wist je dat ze bijvoorbeeld geen giftige planten eten en op zoek gaan naar geneeskrachtige kruiden als ze zich brak voelen?”