Top
bolus

Zeeuwse Bolus uit Spanje

Tekst: Renske de Zwart

Onze zoektocht naar bekende en minder bekende streekgerechten en Hollandse delicatessen voert ons kriskras door het hele land. We hebben even pas op de plaats gemaakt maar nu zijn we weer terug met een klassieker uit Zeeland: de Zeeuwse Bolus. Toegegeven; de bolus heeft zijn naam, zijn bruine kleur en zijn gedraaide vorm niet mee. Maar als je je over deze associatie heen zet en je een eerste hap neemt, is direct duidelijk dat dit smeuïge zoete suikerbroodje met kaneel, besmeerd met een dikke laag boter, terecht een Hollandse delicatesse wordt genoemd.

De herkomst van dit zoete broodje ligt niet in Zeeland maar veel verder naar het Zuiden, namelijk Spanje en Portugal. In de zestiende eeuw werden daar de Sefardische joden vervolgd en verdreven door het Katholieke bewind. De diaspora (volksverhuizing) die hier uit volgde bracht de Spaans-Portugese joden over de hele wereld. Van Rusland tot Amerika, en zo ook naar Zeeland. Zij namen uiteraard hun cultuur en eetgewoonten mee, en ook in steden als Parijs, Moskou en New York zijn varianten van dit kaneelbroodje te vinden.

Voor zover bekend werd in Zeeland de bolus voor het eerst gebakken in het begin van de 17de eeuw. Het eerste recept voor bolussen stamt uit 1841 en daarmee werd het fundament voor deze traditie gelegd. De populaire lekkernij werd in de loop der jaren over heel Zeeland verspreid en lokale bakkers ontwikkelden hun eigen recept met kaneel-en suikermengsel. 

De naam bolus is ontleend aan de taal van de Sefardische Joden, het Ladino dat nauw verwant is aan het Spaans. De Van Dale vermeldt dat bolus het meervoud is van ‘bole’, wat een afgeleide is van het Spaanse woord bollo, dat fijn broodje betekent.

De Zeeuwse bolus heeft in verschillende streken van Zeeland een andere benaming meegekregen. In Zeeuws-Vlaanderen noemen ze de bolus een ‘draaikoek’ of ‘drolle(n)’, op Walcheren spreekt men van een ‘draoier’ of ‘stroopedraoier’. In Noord- en Zuid-Beveland hebben ze het over een ‘jikkemiene’. En in Middelburg, Veere en Arnemuiden heet de lekkernij ‘koekedraoiomme’, naar de manier waarop de Zeeuwse bolus gemaakt wordt.

Recept

Het lijkt een simpel te maken broodje, maar een speurtocht langs diverse recepten leert ons dat het niet eenvoudig is om de juiste klefheid, zoetheid en stevigheid te bereiken. Na enig vergelijken en uitproberen vond ik dit recept van zelfbenoemd ‘baknerd’ met Zeeuwse roots Myrthe op haar website Kleinstukjedan?! www.kleinstukjedan.nl

De tip die zij geeft is om een bakje water in de oven te zetten tijdens het bakken om te voorkomen dat het broodje droog wordt. Dit blijkt een gouden regel te zijn, ik volg haar recept hieronder en  inderdaad: het is een perfecte mix van klef, stevig en zoet.

Ingrediënten

• 210 ml handwarme melk

• 35 gram ongezouten roomboter

• 1 klein ei op kamertemperatuur

• 350 gram tarwebloem van goede kwaliteit

• 1 zakje droge gist (7 gram)

• 4 gram zout

• 500 gram bruine basterdsuiker

• klein theelepeltje kaneel

• keukenmachine of mixer met deeghaken

Meng bloem, zout en gist door elkaar in je mengkom. Maak een kuiltje waar je melk en ei in schenkt. De boter verdeel je in kleine stukjes over de bloemrand. Mix op de zachtste stand tot de ingrediënten gemengd zijn en mix daarna op middelmatige stand ca. 8 minuten verder. Het deeg is goed als het plakt als een Post-it en je er voorzichtig een dun vliesje van kunt trekken.

Zet een bakje heet water onderin je koude oven en zet je beslagkom daarboven op het bakrooster voor 15 minuten. Meng ondertussen de bruine suiker met de kaneel op een grote plaat, of schaal van minimaal 35 cm breed.

Haal het deeg na de 15 minuten uit de oven en maak er 10 bolletjes van ca. 55 gram van. Rol de bolletjes 1 voor 1 door de suiker tot worstjes van 15 cm. Hoe meer suiker je eraan rolt hoe plakkeriger straks. Zet de rolletjes weer terug in de oven met daar onderin een nieuw bakje heet water en laat 15 minuten staan.

Rol de nu wat dikkere, nattige rolletjes opnieuw door de suiker tot ca 35 cm. lang. Draai ze daarna op tot een bolus, het begin draai je om je duim en het geheel draai je niet te strak op zodat de bolus nog ruimte heeft om te rijzen. Leg de bolussen op een met bakpapier beklede bakplaat en dek af met een vochtige theedoek. Laat 45 minuten rusten op een warme, liefst iets vochtige plek. Verwarm de oven naar 250 graden.

Bak de bolussen 6 minuten met onderin je oven een bakje koud water. Dit zorgt voor stoom zodat je bolussen niet uitdrogen. Keer ze daarna gelijk om op een bord en laat afkoelen. Evt. schep je wat nat suikermengsel van je bakplaat over de bolussen. Als de bolussen grotendeels afgekoeld zijn, dek je ze af met huishoudfolie. Ze zweten dan verder en worden nog plakkeriger.

Eet met een dikke laag boter en een kop koffie: Zeeuws genot!

Wat vindt u van dit artikel?

Media en communicatie professional, (eind)redactie, en journalisme. Ervaring bij non-profit organisaties zoals Greenpeace. Interesses: sustainable development, corporate social responsibility en food. Alma mater: Universiteit van Amsterdam.