Mooie materialen in de duurzame mode
In de winkels is volop nieuwe herfst- en wintermode te vinden. Wie een verantwoorde outfit wil scoren, moet echter toch nog goed zoeken in het grote aanbod. Toch is er wel enige vernieuwing in de kledingindustrie te bespeuren. Wat daarbij opvalt is de hoeveelheid nieuwe materialen die wordt ontwikkeld. Wat weer leidt tot nieuwe mode waarmee je zeker gezien mag worden.
Oplossingen
Maar liefst 21,5 miljoen kledingstukken. Hiermee blijven winkels, groothandels en producenten jaarlijks opgescheept zitten. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van MVO Nederland. Maar liefst 6,5 procent van alle nieuw geproduceerde kleding blijkt onverkoopbaar. Bijvoorbeeld omdat de kleding de verkeerde maat, pasvorm of kleur heeft.
Niet alle onverkochte kleding komt op de afvalberg terecht. Een groot deel wordt per kilo verkocht aan opkopers of geschonken aan goede doelen. Deze partijen proberen de kleding vervolgens via outlets of tweedehands markten, met name in Oost-Europa, Afrika en Azië, kwijt te raken. Naar schatting 1,23 miljoen nieuwe, maar onverkochte kledingstukken worden jaarlijks vernietigd in de verbrandingsoven.
De overproductie van kleding is een enorme schadepost voor winkeliers. En het is ook een flinke belasting voor het milieu. Om al die kleding te maken, zijn schaarse grondstoffen en chemicaliÎn gebruikt. En dan is er ook nog de gestaag groeiende afvalberg. Bovendien: jaarlijks worden 330 miljoen kledingstukken wÈl verkocht, wat neerkomt op een gemiddelde van twintig nieuwe kledingstukken per persoon per jaar.
Oceaanbodems
Ook andere modemerken werken steeds vaker samen met innovatieve bedrijven om de ecologische voetafdruk te verminderen. Zo is Parley for the Oceans al jarenlang bezig met upcycling van plastic afval, zoals de 640.000 ton afgedankte visnetten die onze oceanen vervuilen. Adidas heeft daar inmiddels wel oren naar. Oude netten, die Sea Shephard van de oceaanbodem opvist, worden omgetoverd tot garens, die Adidas gebruikt in de kleding- en schoenencollecties. Dit jaar werd een eerste limited edition oplage gepresenteerd van sneakers waarin het materiaal is verwerkt. De belofte is dat de garens van Parley for the Oceans in de toekomst ook in de reguliere collecties van Adidas te vinden zijn.
De aanpak van Parley for the Oceans is zeker niet uniek. Het Italiaanse bedrijf Aquafil brengt onder de merknaam Econyl een vezel op de markt die ook van oude visnetten is gemaakt. Het materiaal is in trek bij bijvoorbeeld La Perla en Finisterre, die er zwemkleding van maken. Samen met de NGO Healthy Seas worden er ook sokken van gemaakt. Bovendien is Econyl toepasbaar als grondstof voor interieurmateriaal, zoals voor vaste vloerbedekking en tapijten.
Synthetische zijde
De initiatieven om plastic afval een tweede leven te geven als garen creëren een win-winsituatie: afval wordt opgeruimd en wij krijgen duurzame stoffen in handen. Met het oog op dierenwelzijn wordt er ook geëxperimenteerd met compleet nieuwe materialen, zoals synthetische zijde. Start-up Bolt Threads trekt miljoeneninvesteerders met een synthetisch alternatief voor zijde van spinnen. In een vergistingsproces ontstaan vloeibare proteïnen, die vervolgens – met een methode die ook wordt gebruikt voor de productie van acryl en rayon – worden gesponnen tot textielvezels. Het resultaat is een textiel dat ijzersterk is, maar toch zacht en soepel aanvoelt. Ideaal voor interieurstoffen en voor kleding.
Outdoorlabels, voor wie sterke maar comfortabele en goed wasbare kleding natuurlijk een must is, hebben al interesse getoond in de uitvinding van Bolt Threads. Zo heeft Patagonia, dat te boek staat als een van de meest duurzame kledingmerken, aangekondigd te gaan samenwerken met de Amerikaanse start-up. Overigens presenteerde The North Face al eerder een parka van QMONOS, een uitvinding van het Japanse Spiber. Dit alternatief voor natuurlijke zijde en polyester wordt gemaakt van bacteriÎn. Dat klinkt misschien niet fris, maar het productieproces is veel minder milieubelastend dan dat van bestaande materialen.
Nieuwe systemen
Terwijl de kledingindustrie druk bezig is met nieuwe materialen, maakt een aantal pioniers zich sterk voor een heuse transformatie van het modesysteem. Want de wegwerpcultuur van de fast fashion is een jonge generatie ontwerpers een doorn in het oog. De productie van goedkope, trendgevoelige kleding in lagelonenlanden is oneerlijk – en vanwege de vele transportkilometers milieubelastend. Bovendien creëert de industrie veel afval, zoals stofresten.
Karin Vlug, die in 2014 de Frans Molenaar Couture Award won, is daarom gestart met Smart Fashion Production. Het idee: kleding die precies op maat wordt gemaakt, zonder dat er arbeid in lagelonenlanden of een ingewikkelde logistieke keten voor nodig is. KarinVlug bedacht een proces om met 3D-bodyscans de exacte maten van een consument op te meten. Daarmee wordt een flexibele vorm gevuld met een vloeibare stof. Zodra die is gestold, is het kledingstuk klaar. Volgens Vlug zal het over vijftien jaar voor elke consument mogelijk zijn om zoín item op maat te bestellen ñ en het ontwerp zelf te downloaden, printen en in elkaar zetten. En dat alles zonder dat er afvalstoffen bij vrij komen.
Iets minder futuristisch maar net zo tegendraads als Karin Vlug is Tom Cridland. Het Britse label afficheert zich met het motto: koop minder, koop beter. In 2013 startte de toen 23-jarige Tom Cridland zijn gelijknamige label met de ambitie om de perfecte pantalon te produceren. In 2015 raakte hij wereldwijd bekend met zijn project om de perfecte sweater te maken: een eerlijk kledingstuk van hoogwaardige, milieuvriendelijke materialen. Alle kopers van The Thirty Year Sweatshirt krijgen dan ook een garantie van dertig jaar. Inmiddels zijn er ook t-shirts, jacks en broeken met deze insteek. Dit alles vanuit Cridlands overtuiging dat er een behoefte bestaat aan duurzame, betaalbare kleding die lang meegaat. En als dat waar is, dan zullen die miljoenen onverkochte kledingstukken binnenkort vast tot het verleden behoren.
Innovaties voor iedereen
Het Nederlandse juwelenhuis House of Eléonore, is pleitbezorger van verantwoorde luxe. De handgemaakte sieraden zijn uitgevoerd in fairtrade goud en bezet met laboratory-created diamonds. Deze edelstenen worden in een laboratorium ontwikkeld, waardoor de ecologische voetafdruk minimaal is en de productiemethode gegarandeerd eerlijk. Dat er internationale belangstelling is voor dit soort duurzame luxe, blijkt wel uit het feit dat House of Eléonore sinds deze zomer een eigen winkel heeft op Amazon.com. De juweeltjes zijn er trouwens niet voor iedereen. Want voor een ring, armband of ketting betaal je al snel een half miljoen euro.
Een compleet andere markt bedient Sheltersuit, het initiatief waarmee Alexander de Groot en Bas Timmer daklozen van een ‘slaapzakjas’ voorzien. Ze ontwerpen warme, waterafstotende en winddichte jassen die mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats aan een slaapzak kunnen ritsen. Om zelfs onder extreme weersomstandigheden warm te zijn. De slaapzak kan overdag in de bijbehorende rugzak worden opgeborgen. Dankzij sponsoren en crowdfundingacties kunnen Sheltersuits gratis worden uitgedeeld aan mensen die noodgedwongen op straat leven. Extra mooi: de jassen zijn gemaakt van oude festivaltenten.