Stokstaartje – een schattige, vertederende en ruige hartendief
Tekst: Frans van der Beek | Beeld: Bigstock
We leven in gevaarlijke tijden en dan is het opletten geblazen. Er is dreiging alom. Het is daarom raadzaam om waakzaam te zijn. We kunnen een voorbeeld aan het stokstaartje, een rank, wijsneuzerig en uiterst alert diertje. Dat moet wel uitkijken, want het is een geliefde prooi voor een roofvogel of een slang. Toch is dat lieve imago maar schijn. Het kan er thuis ruig aan toe gaan.
We kennen het beeld. Het stokstaartje staat rechtop op een hoog punt en de angstige ogen speuren nerveus de horizon af. Het kleine kopje flitst van links naar rechts. De oren gespitst op verdachte geluiden. Het doet denken aan mensen die een drukke weg moeten oversteken. Of op een bankje in het park zitten en gluren naar alles wat beweegt. Het stokstaartje scoort hoog op de lijst van favoriete diersoorten. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de weerspiegeling van ons eigen gedrag. Onzin natuurlijk, want die projectie van de grotemensenwereld op het dierenrijk gaat natuurlijk een beetje mank. In dat rijk geldt de wet van de sterkste. Eten of gegeten worden. De meesten van ons gaan daar gelukkig wat relaxter mee om. Toch is het interessant om de focus op de leefwereld van het stokstaartje scherper te stellen. Wat weten we van dat aandoenlijke diertje?
Alarm slaan
Je zou denken dat het nieuwsgierigheid is, maar dat is het zeker niet. Het is een veiligheidsmaatregel om te voorkomen en te beschermen. Ieder verdacht geluid of beweging in de Zuid-Afrikaanse woestijn of het struikgewas is voor de schildwacht op de uitkijkpost een reden om alarm te slaan. Dan vlucht de horde soortgenoten onmiddellijk terug naar het hol. Als een stokstaartje een vijand ziet, slaat hij alarm door hard te gillen. Voor iedere vijand is een ander geluid bedacht. Zo laat hij de anderen weten of er een jakhals of een havik op de loer ligt. Als ze worden aangevallen, graven ze met hun pootjes in het zand en maken grote stofwolken waarmee ze zich aan het oog van de aanvaller onttrekken.
Kortom, een benauwd, onrustig bestaan van deze zenuwlijders. De rol van de schildwacht is noodzakelijk. De rest kan veilig naar voedsel zoeken. Na verloop van tijd wordt die afgelost door een ander. Een soort ploegendienst om ieder maagje gevuld te houden. En dan het gedrag van de jonkies. Mensenouders hebben de handen vol aan stoeiende kinderen die elkaar en het meubilair slopen. Haal ze maar eens uit elkaar voordat het echt uit de hand loopt. In een stokstaartjesgezin is dat ruziemaken heel normaal. De rivaliteit is een leerschool, want als ze opgroeien zullen ze opgewassen zijn tegen een andere agressieve groep stokstaartjes. Dat kunnen gevechten op leven en dood zijn, waarbij het er heftig en ruig aan toe kan gaan. Ook hier geldt het recht van de sterkste.
Lieve woordjes
Weg is opeens dat lieve imago. Het is oorlog en daarvan kennen we helaas te veel beelden in ons huidig tijdsbestek. Toch duikt dan weer een weekmakend verschijnsel op: de aanblik van een stokstaartbaby. Een groot hoofd, een mollig lijfje en grote, vragende ogen emotioneren ons onmiddellijk. Ook dat heeft een praktische reden. Het is noodzakelijk verliefd te worden op een baby om de overleving van het hulpeloze wezentje te kunnen garanderen.
Kijk maar eens wat mensen doen als ze hun hoofd in een kinderwagen steken. De lieve woordjes en kreten van verrukking zijn niet van de lucht. Die aanblik lokt immers zorgzaamheid uit, en dat is precies wat de kleine nodig heeft om op te groeien. Vinden ze een schorpioen een lekkere snack? Dan hakt moeder eerst de giftige staart van het insect af.
De overeenkomsten tussen stokstaart en mens zijn evident. Soms ecologisch noodzakelijk en soms ook dezelfde bloeddorst, zij het in een sociale en waakzame setting.
Taakverdeling
Stokstaartjes gebruiken hun staart als steuntje als ze rechtop staan. Het lijkt dan net een stokje. Vandaar hun naam. Ze zijn ongeveer 30 centimeter groot, hebben een kleine neus en zwarte kringen onder hun ogen. Op hun rug, schouders en staart lopen zwarte strepen. De onderbuik is wit. Een stokstaartje kan zichzelf ermee opwarmen. Via hun buik komen ze op temperatuur. Hun oren zijn afsluitbaar, zodat er geen zand in kan komen. Ze eten spinnen, insecten, wormen en andere kleine dieren en wisselen dat af met wortels en knollen.
De gemiddelde leeftijd van deze diertjes is dertien jaar. Stokstaartjes leven in de woestijn van Zuid-Afrika. Het liefst wonen ze in de oude holen van andere dieren, zoals grondeekhoorntjes. Waarom zelf een huisje bouwen als je in het huisje van een ander kunt wonen? Maar lui zijn stokstaartjes niet. Ze maken zelf ook holen maken en graven er soms wel vijftig in één ochtend. Ze leven in groepen met zo’n dertigtal bij elkaar. Ieder heeft een eigen taak in zo’n groep. Sommige stokstaartjes passen op de baby’s en blijven bij de holen. Andere gaan op jacht naar eten. Er zijn ook onderwijzers. Zo serveert mamma levende insecten om hun kroost te leren hoe ze die moeten vangen en verorberen. En hoe de jonkies zich moeten voorbereiden op hun toekomstige, onrustige bestaan.