Otter, kijk toch uit je doppen!
Tekst: Frans van der Beek
De otter is na langdurige afwezigheid terug in de Nederlandse wateren. Zijn aanwezigheid op dit stukje Aarde is precair. Steeds als de mannetjes op zoek gaan naar een geschikte partner, wagen ze zich aan een levensgevaarlijk avontuur. Ze moeten het voorbijrazende verkeer trotseren en dat loopt (te) vaak fataal af.
De otter heeft het uiterlijk van een knuffeldier. Een leuk koppie en een aaibare vacht, zij het dat het charmante waterbeest zelden te zien is, want het schuwe nachtdier verdwijnt meestal snel onder water. Het is een roofdier, behendig op jacht in het water dat ons land zo rijk is. Daarom is de otter het meest kenmerkende waterdier van Nederland. Een rover aan de top van de voedselketen, waarvan het laatste exemplaar in 1988 bij Joure sneefde onder de banden van een auto. Vervuiling, verkeersdrukte, foute fuiken en de jacht op de otter zorgden voor uitroeiing van het inheemse zoogdier.
In 2002 werden in het Nationaal Park Weerribben-Wieden in Overijssel nieuwe otters uitgezet, zeventien uit Wit-Rusland, Letland en Polen en veertien uit fokprogramma’s en jonkies waarvan de ouders waren doodgereden. Ze kregen allemaal een zendertje om hun bewegingen te volgen. Ook is van ieder dier een DNA-profiel beschikbaar.
Bloedlijnen
Otters zijn na twee jaar geslachtrijp, maar na een jaar al werden de eerste ottertjes geboren. Vier macho otters zorgden voor nakomelingen, waarvan otter Ao8 de onbetwiste kampioen was. Was! Want ook deze Don Juan sneuvelde onder het rijdende rubber. Natuurvorsers vonden dat niet eens zo erg, want bij zo’n geringe populatie ligt inteelt op de loer en genetische diversiteit via verschillende bloedlijnen is een voorwaarde voor gezonde otters. Potente otters werden gedwongen hun paargebied uit te breiden en gingen op avontuur naar gebieden met schoon water met voldoende voedsel waar ze zich graag tegoed doen aan kikkers, krabben, ratten en vissen. Mannetjes jagen niet alleen op voedsel, maar ook op vrouwtjes. Echte liefhebbers. Otters kunnen ’s nachts wel twintig kilometer langs ’s Heren wegen afleggen en passeren daarbij gevaarlijke wegen en bruggen. Otters zien slecht en aangezien nog nooit een otter met bril is aangetroffen sterft tachtig procent, op zoek naar een gewillige partner, in het verkeer. De aanleg van loopbruggetjes onder knelpunten op de wegen zou veel slachtoffers voorkomen, maar de overheid geeft het geld kennelijk liever aan Griekenland. Ja, in het Dommeldal zijn enkele looprichels onder bruggen gelegd, maar daar leven geen otters, terwijl ze in Friesland prooi voor automobilisten zijn.
Zonder bril ziet een otter geen verschil
tussen een botter en een kotter.
En een otter zwemt veel vlotter
als hij denktdat zij hem wenkt
kan het zotter
Op weg naar haar
oh, liefdespaar
kijkt hij niet uit
plat is zijn snuit
en ligt hij daar.
Groot verdriet,
hij zag het niet.
Vrouwtjesotter snikt, gesnotter.
Eind van ’t lied.
De otter is een marterachtige uit het geslacht Lutra met zwempoten en een donkere, dichte, bruine vacht. Een volwassen otter is 80 tot 140 centimeter lang, inclusief de staart van 30 tot 50 centimeter lengte. Het gewicht varieert tussen de vijf en twaalf kilo en de schouderhoogte is gemiddeld 30 centimeter. Met zijn gestroomlijnde lijf is het dier goed aangepast aan het leven in het water. De ogen en de kleine afsluitbare oren en neusgaten liggen op één lijn bovenop de platte kop, waardoor ze boven water blijven als het dier aan de oppervlakte zwemt. De otter heeft zwemvliezen tussen de tenen van alle vier de korte, krachtige poten. De lange, ovaalronde staart doet dienst als stabilisator en roer tijdens het zwemmen. De snuit is breed.
De vacht, aan de buikzijde veelal lichter van kleur, bestaat uit een waterdichte buitenste laag van dekharen en een luchthoudende binnenste laag donsharen, die onder water droog blijft.
Aangezien de otter nauwelijks onderhuids vetweefsel heeft is deze waterdichtheid van groot belang om in het water op temperatuur te blijven. De vacht voorkomt voortijdige onderkoeling tijdens het jagen onder water.
Otters zijn vooral ’s nachts actief en leven voornamelijk solitair. Tijdens hun voedseltochten en het versieren van vrouwtjes kunnen ze wel 20 kilometer afleggen. Overdag gebruiken ze beschutte plaatsen als rietbedden, ondergrondse holten en holle bomen als rustplaats. Ze gebruiken verschillende vaste rustplaatsen binnen hun woongebied. Het territorium loopt langs oevers.
Otters kunnen zeven tot acht uur achter elkaar zwemmen, met een gemiddelde snelheid van 1,5 tot 2 kilometer per uur. Ze duiken gemiddeld tien tot veertig seconden onder water.
Alleen de moeder zorgt voor de jongen. Ze worden blind geboren, zijn 15 centimeter lang en na 35 dagen openen ze hun ogen. Met drie maanden nemen ze hun eerste duik. De zoogtijd duurt gemiddeld zestien weken en na tien tot twaalf maanden zijn ze onafhankelijk. De dieren zijn gemiddeld na twee jaar geslachtsrijp. Otters kunnen in gevangenschap 11 tot 15 jaar oud worden. In het wild worden ze zelden zo oud, gemiddeld slechts drie tot vier jaar.
Zelf zien?
Wie een otter wil zien, kan naar Natuurpark Lelystad dat bezig is met een fok- en herintroductieprogramma. Ook bezoekerscentra van De Wieden, de Nieuwkoopse Plassen en Stichting Otterstation Nederland en onderzoeksinstituut Alterra geven graag informatie over dit typische Nederlandse waterdier. We zouden blij en trots moeten zijn, maar wie overtuigt de ambtenarij? Otters zijn moerasdieren die in schoon water leven. Een levendige populatie is dan ook een compliment voor natuurbeheer. Hoe meer otters, des te schoner is ons milieu.